Sinds Tros Radar begin dit jaar aandacht besteedde aan het tweetraps-testament, is het druk bij de notaris. Maar soms is zo’n testament weggegooid geld. Notaris Aniel Autar legt het uit.
De kinderen tijdelijk onterven: dat klinkt heftig, maar het kan een manier zijn om de partner die achterblijft niet op te zadelen met hoge erfbelasting die aan de fiscus betaald moet worden. Dat kunnen we regelen met een tweetraps-testament. Hoe dat werkt is taaie kost, maar de moeite waard om te weten. De ‘tweetrap’ is een juridische constructie waarmee twee keer over hetzelfde vermogen kan worden beschikt. U kunt de voorwaarden van terugkeer van het geld zelf bepalen door deze vast te leggen bij de notaris.
Vader Joop (66) en moeder Anita (64) hebben drie zonen: Jan, Piet en Kees. Het vermogen van Joop en Anita bestaat uit een huis (€295.000) en spaargeld (€25.000). Als er geen testament is, geldt als uitgangspunt bij de verdeling van de erfenis de ‘wettelijke verdeling’. Hierbij wordt de langstlevende echtgenoot eigenaar van de hele nalatenschap; de kinderen krijgen als het ware een tegoedbon ter waarde van hun erfdeel (wettelijk: een geldvordering). De langstlevende ouder en de kinderen kunnen bepalen dat over die geldvordering een rente verschuldigd is, en dat de langstlevende de rente bijvoorbeeld pas hoeft te betalen bij zijn overlijden (in de voorbeelden hierna gaan we uit van een renteloze vordering).
Zo’n afspraak leidt er vaak toe dat er bij het overlijden van de langstlevende ouder minder erfbelasting verschuldigd is. Maar het nadeel is dat er – als de eerste ouder overlijdt – juist meer erfbelasting betaald moet worden.
De kinderen kunnen de geldvordering pas opeisen als de langstlevende ouder overlijdt, failliet gaat of in de wettelijke schuldsanering verzeild raakt. Overigens: als de langstlevende ervoor kiest alles op te maken, hebben de kinderen niets aan hun tegoedbon. Ook van een overleden kale kip kun je immers niet plukken.
Een tweetraps-testament kan die fiscale tegenvaller voor de langstlevende voorkomen. Maar het kan ook zo zijn dat de wettelijke verdeling u soms te hulp schiet en er dus geen enkele reden voor paniek is.
Voor de berekening van erfbelasting moet het genot (de wet spreekt van fictief vruchtgebruik) bij haar erfenis worden opgeteld. De leeftijd van Anita (64 jaar) bepaalt de waarde van het genot. Bij een leeftijd van 64 jaar is het genot volgens de successiewet 60 procent waard. Voor de berekening van de erfbelasting erft Anita dus behalve €40.000 ook nog eens 3x 60 procent van €40.000 (ofwel 3x €24.000): €72.000. Kortom: Anita erft fiscaal €112.000 (€40.000 + €72.000). In 2010 heeft Anita een vrijstelling van €600.000 voor de heffing van erfbelasting. Zij betaalt dus geen erfbelasting. Daarbij laten we wel eventuele pensioenrechten buiten beschouwing.
Is over de erfdelen van de zonen erfbelasting verschuldigd? Ieder kind erft €40.000. Van dit bedrag mag het genot dat Anita heeft (€24.000), worden afgetrokken. Fiscaal erf ieder kind dus €16.000. In 2010 heeft een kind een vrijstelling van €19.000 voor de heffing van erfbelasting. Er hoeft dus ook geen erfbelasting over de verkrijging van de zonen te worden betaald.
Conclusie: bij het overlijden van Joop de Vries is geen erfbelasting verschuldigd, zelfs zonder een testament. Een dure gang naar de notaris is dus niet nodig.
Voorbeeld: geen testament, wel erfbelasting
Nog een voorbeeld. Vader Berend Jansen (66) en moeder Marie Jansen (64) hebben twee dochters: Carla en Ingrid. Ingrid is gescheiden en heeft een kind. Het vermogen van Berend en Marie bestaat uit een huis (€850.000) en bank- en spaartegoeden (€50.000). Er is geen testament. Als Berend overlijdt, is de gemeenschap van goederen €900.000 waard. De helft daarvan is van Marie; de nalatenschap is dus €450.000. Berend laat drie erfgenamen achter: Marie en de dochters Carla en Ingrid. Zij hebben ieder recht op een derde deel. Omdat er geen testament is, is de wettelijke verdeling van toepassing. Marie krijgt daardoor alles onder zich, maar moet elke dochter een schuldbekentenis van €150.000 geven.
Wat betekent dit voor de heffing van erfbelasting? Marie erft €150.000, vermeerderd met het genot (2x 60 procent van €150.000, ofwel 2x €90.000 = €180.000). Zij erft fiscaal dus €330.000 (€150.000 + €180.000). Dit valt binnen de vrijstelling van €600.000. Over Marie’s verkrijging is daarom geen erfbelasting verschuldigd.
Maar dan de kinderen. Carla en Ingrid erven ieder fiscaal €60.000 (€150.000 min het genot dat hun moeder heeft over hun erfdeel: €90.000). Voor kinderen is €19.000 vrijgesteld van erfbelasting. Er is daarom per dochter over €41.000 erfbelasting verschuldigd. De erfbelasting is €4100 per dochter.
Conclusie: Marie moet over de verkrijging van haar dochters €8200 erfbelasting betalen.
Niet iedere langstlevende kan zich dat veroorloven. Het vermogen kan bijvoorbeeld in het huis zitten, terwijl er niet genoeg spaargeld is om de erfbelasting van te betalen.
In een tweetraps-testament zou Marie namelijk tot Berends enige erfgenaam worden benoemd (‘de eerste trap’), op voorwaarde dat zij de erfenis in een aantal gevallen terug zou geven. Het mooie van een tweetraps-testament is dat degene die nalaat zelf de gevallen kan opsommen wanneer het vermogen terug moet. In de praktijk wordt vaak bepaald dat het vermogen naar de tweede trap moet als de langstlevende overlijdt, hertrouwt zonder goede huwelijkse voorwaarden te hebben gemaakt, of failliet gaat.
Zou zo’n geval zich voordoen, dan zouden Carla en Ingrid alsnog de erfgenamen van Berend worden (‘de tweede trap’). Pas als de tweede trap aan de orde is, erven Carla en Ingrid. Ook de fiscus ziet dat dan pas als een ‘echte’ erfenis, en op dat moment is er pas sprake van erfbelasting over hun verkrijging.
Het belangrijkste nadeel van een tweetrap is meestal dat de kinderen in de regel (veel) meer belasting betalen als zij de erfenis in handen krijgen.
Conclusie: het tweetraps-testament kan een goed testament zijn als u de langstlevende in eerste instantie geen erfbelasting wil laten betalen. De gehele erfenis moet dan wel binnen het vrijgestelde bedrag van €600.000 blijven.
Wettelijke verdeling
We leggen de tweetrap uit aan de hand van een voorbeeld: de familie De Vries (zie schema).Vader Joop (66) en moeder Anita (64) hebben drie zonen: Jan, Piet en Kees. Het vermogen van Joop en Anita bestaat uit een huis (€295.000) en spaargeld (€25.000). Als er geen testament is, geldt als uitgangspunt bij de verdeling van de erfenis de ‘wettelijke verdeling’. Hierbij wordt de langstlevende echtgenoot eigenaar van de hele nalatenschap; de kinderen krijgen als het ware een tegoedbon ter waarde van hun erfdeel (wettelijk: een geldvordering). De langstlevende ouder en de kinderen kunnen bepalen dat over die geldvordering een rente verschuldigd is, en dat de langstlevende de rente bijvoorbeeld pas hoeft te betalen bij zijn overlijden (in de voorbeelden hierna gaan we uit van een renteloze vordering).
Zo’n afspraak leidt er vaak toe dat er bij het overlijden van de langstlevende ouder minder erfbelasting verschuldigd is. Maar het nadeel is dat er – als de eerste ouder overlijdt – juist meer erfbelasting betaald moet worden.
De kinderen kunnen de geldvordering pas opeisen als de langstlevende ouder overlijdt, failliet gaat of in de wettelijke schuldsanering verzeild raakt. Overigens: als de langstlevende ervoor kiest alles op te maken, hebben de kinderen niets aan hun tegoedbon. Ook van een overleden kale kip kun je immers niet plukken.
|
Wanneer kan een tweetraps-testament zinvol zijn? •Als de langstlevende partner geen erfbelasting wil betalen en de erfenis kleiner is dan €600.000. • Als er meerdere kinderen zijn, waarvan er een of meer kinderloos is. Nadeel: de kinderen betalen vaak meer belasting als zij de erfenis in handen krijgen. |
Fiscus casht meteen
Tot zover klinkt het vrij redelijk. Maar er loert een adder. Eén partij hoeft namelijk niet op zijn ‘erfdeel’ te wachten: de Belastingdienst. Over het erfdeel van de langstlevende én dat van de kinderen is direct erfbelasting verschuldigd en die belasting moet de weduwe/weduwnaar ‘voorschieten’.Een tweetraps-testament kan die fiscale tegenvaller voor de langstlevende voorkomen. Maar het kan ook zo zijn dat de wettelijke verdeling u soms te hulp schiet en er dus geen enkele reden voor paniek is.
Voorbeeld: geen testament, geen erfbelasting
Stel: Joop de Vries overlijdt en er is geen testament. Joop en Anita hebben samen €320.000. Anita heeft om te beginnen recht op haar helft: €160.000. De andere €160.000 vormt de nalatenschap. Anita en haar zonen Jan, Piet en Kees hebben ieder recht op een gelijk deel (€40.000 per persoon). Maar de zonen moeten even geduld hebben. Omdat Anita de erfdelen van haar kinderen nog niet hoeft uit te betalen, heeft zij het genot van die erfdelen.Voor de berekening van erfbelasting moet het genot (de wet spreekt van fictief vruchtgebruik) bij haar erfenis worden opgeteld. De leeftijd van Anita (64 jaar) bepaalt de waarde van het genot. Bij een leeftijd van 64 jaar is het genot volgens de successiewet 60 procent waard. Voor de berekening van de erfbelasting erft Anita dus behalve €40.000 ook nog eens 3x 60 procent van €40.000 (ofwel 3x €24.000): €72.000. Kortom: Anita erft fiscaal €112.000 (€40.000 + €72.000). In 2010 heeft Anita een vrijstelling van €600.000 voor de heffing van erfbelasting. Zij betaalt dus geen erfbelasting. Daarbij laten we wel eventuele pensioenrechten buiten beschouwing.
Is over de erfdelen van de zonen erfbelasting verschuldigd? Ieder kind erft €40.000. Van dit bedrag mag het genot dat Anita heeft (€24.000), worden afgetrokken. Fiscaal erf ieder kind dus €16.000. In 2010 heeft een kind een vrijstelling van €19.000 voor de heffing van erfbelasting. Er hoeft dus ook geen erfbelasting over de verkrijging van de zonen te worden betaald.
Conclusie: bij het overlijden van Joop de Vries is geen erfbelasting verschuldigd, zelfs zonder een testament. Een dure gang naar de notaris is dus niet nodig.
Voorbeeld: geen testament, wel erfbelasting
Nog een voorbeeld. Vader Berend Jansen (66) en moeder Marie Jansen (64) hebben twee dochters: Carla en Ingrid. Ingrid is gescheiden en heeft een kind. Het vermogen van Berend en Marie bestaat uit een huis (€850.000) en bank- en spaartegoeden (€50.000). Er is geen testament. Als Berend overlijdt, is de gemeenschap van goederen €900.000 waard. De helft daarvan is van Marie; de nalatenschap is dus €450.000. Berend laat drie erfgenamen achter: Marie en de dochters Carla en Ingrid. Zij hebben ieder recht op een derde deel. Omdat er geen testament is, is de wettelijke verdeling van toepassing. Marie krijgt daardoor alles onder zich, maar moet elke dochter een schuldbekentenis van €150.000 geven.
Wat betekent dit voor de heffing van erfbelasting? Marie erft €150.000, vermeerderd met het genot (2x 60 procent van €150.000, ofwel 2x €90.000 = €180.000). Zij erft fiscaal dus €330.000 (€150.000 + €180.000). Dit valt binnen de vrijstelling van €600.000. Over Marie’s verkrijging is daarom geen erfbelasting verschuldigd.
Maar dan de kinderen. Carla en Ingrid erven ieder fiscaal €60.000 (€150.000 min het genot dat hun moeder heeft over hun erfdeel: €90.000). Voor kinderen is €19.000 vrijgesteld van erfbelasting. Er is daarom per dochter over €41.000 erfbelasting verschuldigd. De erfbelasting is €4100 per dochter.
Conclusie: Marie moet over de verkrijging van haar dochters €8200 erfbelasting betalen.
Niet iedere langstlevende kan zich dat veroorloven. Het vermogen kan bijvoorbeeld in het huis zitten, terwijl er niet genoeg spaargeld is om de erfbelasting van te betalen.
Tweetraps-testament
Stel dat Berend Jansen een tweetraps-testament had gemaakt, dan zou Marie na de dood van haar echtgenoot niét hoeven af te rekenen met de fiscus. Want dankzij dat testament zou Marie de enige erfgenaam zijn. En omdat de waarde van haar erfdeel minder is dan €600.000, is geen erfbelasting verschuldigd.In een tweetraps-testament zou Marie namelijk tot Berends enige erfgenaam worden benoemd (‘de eerste trap’), op voorwaarde dat zij de erfenis in een aantal gevallen terug zou geven. Het mooie van een tweetraps-testament is dat degene die nalaat zelf de gevallen kan opsommen wanneer het vermogen terug moet. In de praktijk wordt vaak bepaald dat het vermogen naar de tweede trap moet als de langstlevende overlijdt, hertrouwt zonder goede huwelijkse voorwaarden te hebben gemaakt, of failliet gaat.
Zou zo’n geval zich voordoen, dan zouden Carla en Ingrid alsnog de erfgenamen van Berend worden (‘de tweede trap’). Pas als de tweede trap aan de orde is, erven Carla en Ingrid. Ook de fiscus ziet dat dan pas als een ‘echte’ erfenis, en op dat moment is er pas sprake van erfbelasting over hun verkrijging.
Het belangrijkste nadeel van een tweetrap is meestal dat de kinderen in de regel (veel) meer belasting betalen als zij de erfenis in handen krijgen.
Conclusie: het tweetraps-testament kan een goed testament zijn als u de langstlevende in eerste instantie geen erfbelasting wil laten betalen. De gehele erfenis moet dan wel binnen het vrijgestelde bedrag van €600.000 blijven.
Gunstiger tarief
Hebt u kinderen en is minstens een van hen kinderloos? Ook dan is het verstandig een tweetrap in uw testament op te nemen. Terug naar het voorbeeld van Berend en Marie. Als zij allebei zijn overleden, erven hun dochters Carla en Ingrid elk €450.000. Maar Carla heeft geen kinderen. Als Carla overlijdt, erft Ingrid van haar zuster. Ingrid betaalt dan over het grootste gedeelte 40 procent belasting, terwijl dit slechts 20 procent had kunnen zijn. Hoe? Als de ouders in hun testament een tweetrap hadden opgenomen: alles wat Carla van hun erft, moet bij Carla’s overlijden naar Ingrid gaan, tenzij Carla bijvoorbeeld getrouwd zou zijn of kinderen zou achterlaten. Op die manier erft Ingrid formeel niet van Carla, maar van haar ouders, en dat is fiscaal altijd gunstiger.Conclusie
Neem niet zomaar een tweetrap in uw testament op. Zo’n testament maken kost al snel meer dan €500 en is soms helemaal niet nodig. Bespreek met uw notaris alternatieve regelingen én de gevolgen.
Bron
- Schwandt Infographics