Ziek van ruzie met je dochter

''Ik voel me bevrijd nu het weer goed is''

ruzie
Getty Images

We praten er niet graag over, maar spanningen tussen moeders en dochters komen vaak voor. Voor je gezondheid kan het funest zijn. Wat gaat er mis? En wat kun je doen om de relatie te verbeteren?


Als Joke Broekhuizen (64) bij haar dochter Hilde (38) langs gaat, neemt ze graag een mandje violen mee. Blauwe, want die vindt Hilde zo mooi. Of wat speelgoed voor de drie kleinkinderen, als ze gaat oppassen. Joke en Hilde vinden het fijn om elkaar te zien en lekker bij te praten. Heel gewoon, vanzelfsprekend.

Maar voor Joke en Hilde was het niet altijd zo vanzelfsprekend. Ze weten allebei nog al te goed hoe het voelde in de jaren dat ze elkaar wel zagen, maar het contact moeilijk was. Toen Joke voortdurend op haar hoede was, bang voor een nieuwe ruzie. Toen het voelde alsof ze elkaar kwijt ­waren. Ze kreeg er soms maagpijn van, zegt Joke. “Ik piekerde, was somber.” Joke is niet de enige die zich ­letterlijk ziek heeft gevoeld door een slechte
relatie met haar dochter, weet de Amsterdamse psychologe en psychoanalytica Iki Freud. Zij is gespecialiseerd in het behandelen van moeders en dochters en schreef het boek ­Electra. Het drama van de moeder-dochterrelatie

Conflicten die ziek maken

Iki Freud somt de gezondheidsklachten op waarvan je last kunt krijgen bij zowel openlijke ruzie als kille afstand: “Depressie, buikpijn, slapeloosheid, huilbuien… Ik zie dat vaak bij vrouwen die een slechte ­relatie met hun ­dochter of hun moeder hebben. Zo’n slechte relatie brengt ­spanningen en verdriet met zich mee. En dat kan weer hoofdpijn en rugpijn veroorzaken. Daarnaast hebben ook ­obesitas en anorexia vaak met
moeder-dochter­conflicten te maken. Woede kan maken dat je je kwaadheid weg
eet en heel dik wordt. Of je wilt baas over jezelf worden door baas over je hongergevoel te zijn en te vasten.
En post­natale depressie heeft vaak te maken met de kloof tussen de verwachtingen van de moeder en de realiteit van een huilende baby.

Controle houden

Wat ging er mis tussen Joke en haar dochter Hilde? “Ik was dolblij toen Hilde geboren werd”, zegt Joke. “Ik verwachtte dat het sprookje begon. Maar vanaf het begin liep het anders dan ik had verwacht. Mijn borstvoeding kwam niet op gang en dat trok ik me enorm aan. Het voelde alsof ik faalde. Alsof ik mijn kind niet kon geven wat ze nodig had. En dat gevoel bleef.” Als Joke op die tijd ­terugkijkt, realiseert ze zich dat ze veel te hoge verwachtingen had van het moederschap. “Mijn eigen moeder was een goede moeder. En ik was een goede dochter. Ik maakte haar graag gelukkig. Als jongste van haar drie kinderen bleef ik het langst afhankelijk van mijn moeder. En zij had mij nodig om de moederrol te kunnen blijven spelen. Ik deed wat ze van me verlangde en dat verwachtte ik ook van Hilde.”
Maar Hilde had veel temperament en voegde zich niet altijd. Joke: “Hoe klein ze ook was, ze had een heel sterke wil. Ook wilde ze vaak niet geknuffeld worden. Ik kon daar niet goed mee omgaan. Het voelde alsof Hilde mij als moeder afwees. Ik schrok ook toen ze als peuter ‘nee’ ging zeggen. Ik wilde de controle over mijn kind houden, maar dat lukte vaak niet.”

Joke was onduidelijk in het aangeven van haar grenzen, beseft ze nu. “Bovendien had ik sterk wisselende stemmingen en dat is natuurlijk ook niet veilig voor een kind. Langzaam ben ik gaan inzien dat ik me voortdurend heen en weer geslingerd voelde tussen de rollen ‘dochter van mijn moeder’ en ‘moeder van mijn dochter’. Maar wie ik intussen zelf was, daar had ik geen idee van.” “Het voelde onveilig”, bevestigt Hilde, “en als reactie daarop trok ik me terug of werd ik rebels. Tegelijkertijd liep ik vaak ook op mijn tenen om aan de verwachtingen te voldoen.”

ruzie
Getty Images

Loskomen van elkaar

Spanningen in de moeder-dochterrelatie ­komen veel vaker voor dan problemen ­tussen zoons en hun ouders. Waarom ligt het zo ­gevoelig tussen moeders en dochters? Iki Freud: “Omdat moeders en dochters van ­hetzelfde geslacht zijn. Ze identificeren zich met elkaar. Als dochter treed je in je ­moeders voetsporen. Wanneer je boos bent op je ­moeder zul je proberen je gevoelens te ­onderdrukken, want dat kan jou later ook weer overkomen. Het is een ambivalente relatie: je hebt je moeder nodig én je wilt van haar ­loskomen. Maar voor dat laatste heb je toch haar toestemming nodig. Ga dáár maar eens mee om.”

Jezelf worden, een individu, en tegelijkertijd een warme band houden met de persoon die je eerste liefde was, die je nodig had om te overleven en die alles van je weet – dat is de ‘taak’ van elke dochter.
De puberteit is natuurlijk de aangewezen ­periode om lastig te zijn. Het ene moment scheld je je moeder uit, het volgende kruip je bij haar op schoot. Een moeder die stevig in haar schoenen staat, kan dat allemaal toelaten en begrijpen dat haar kind bezig is om met ­vallen en opstaan een eigen identiteit te ­vormen. Maar als je onzeker bent, er alleen voor staat of een slecht huwelijk hebt, is dat een stuk lastiger. Een dochter kan haar moeder dan onbewust ‘sparen’ door niet of nauwelijks te puberen. Later in de relatie kan dat gaan opspelen. En dan is het risico op een relatiebreuk veel groter.

Therapie

Bij Joke en Hilde escaleerde de situatie toen Hilde 17 was. Op een dag liepen de conflicten zo hoog op dat Hildes vader zijn dochter vertelde dat ze op kamers moest gaan wonen. Dat was een enorme klap, ook voor Joke, maar de afstand bracht wel rust. Stapje voor stapje is er verbetering in de ­relatie gekomen.

Joke ging in een therapiegroep bij therapeute Berna Wellen, een jaar lang. Een stap waar ze geen spijt van heeft gekregen. “Het leerde me veel over mijzelf en dus ook over mijn gedrag tegenover Hilde”, zegt ze. Joke ontdekte dat ze eigenlijk nooit goed los was gekomen van haar eigen moeder. “Ik zat ­verstrikt in één grote moeder-en-dochter­kluwen. Met beiden was ik verstrengeld. Ik had echt afstand en ruimte nodig om hen
– en mezelf – als individu te kunnen zien.”

Ze begon te beseffen dat ze zich tijdens de ­ruzies met haar dochter vaak als slachtoffer gedroeg. “Ik wilde Hilde steeds maar laten begrijpen waaróm ik was zoals ik was. En dat het allemaal te maken had met de relatie met mijn eigen moeder. Daar had Hilde geen boodschap aan; ze was gewoon kwaad. En zo voelde ik me dan weer afgewezen.”
Wat is Hilde boos geweest op haar moeder, bevestigt ze. “Ik heb geschreeuwd, gescholden. En mijn moeder ging altijd huilen. Dan voelde ik me weer schuldig en in de zorgende rol geduwd, waardoor het alleen maar erger werd.”
Ook Hilde ging in therapie, bij dezelfde ­therapeute, maar apart van haar moeder. “Wat ik moest leren”, zegt Hilde, “is doen wat goed is voor mij, los van wat mijn moeder ervan vindt.” Nu het contact tussen Joke en Hilde weer soepel loopt, voelt Joke zich “op zijn zachtst gezegd opgelucht. Bevrijd. En daardoor heb ik ook geen last meer van die spanningen in mijn maag.”
Zo gaat dat vaker, weet ook Berna Wellen. “Als vrouwen in therapie gaan, of er zelf in slagen het contact te verhelderen en hun grenzen beter aan te geven, zie ik vaak dat niet alleen de relatie beter wordt, maar dat zijzelf ook gezonder worden.”

ruzie
Getty Images

TIPS...
       Voor beter contact met je dochter

Therapeutes Berna Wellen en Iki Freud hebben veel moeders en dochters geholpen weer ­beter contact met elkaar te krijgen. Ook als ze helemaal niet meer met elkaar praatten, of alleen maar ruzie hadden. Het belangrijkste advies: hou je aan de ­spelregels van goede ­communicatie. Deze staan ook wel bekend onder de noemer ‘geweldloze communicatie’.
Daar horen een heleboel dingen bij die je vooral níet moet doen. Elkaar niet in de rede ­vallen, geen beschuldigingen of verwijten maken, niet invullen wat de ander denkt of voelt, je niet bemoeien met zaken die je niet aangaan. Maar hoe moet het dan wel? Praktische tips van Berna Wellen en Iki Freud.

Realiseer je: ik ben ik en jij bent jij
Sommige moeders en dochters hebben de neiging zich te veel met elkaar te bemoeien. De moeder bekritiseert bijvoorbeeld de manier waarop haar dochter de kleinkinderen opvoedt. Of de dochter keurt de nieuwe partner van haar moeder af. Ze zitten elkaar te dicht op de huid. Om dit te voorkomen, helpt het als ze allebei heel duidelijk een eigen leven hebben, met vrienden en vriendinnen, partner, werk, ­interesses en hobby’s. Je ziet elkaar dan eerder als een volwassen vrouw in wie je ­geïnteresseerd bent en die je af en toe graag ontmoet. Is het kwaad al geschied? Dan helpt het om je dochter te bekijken zoals je dat met elke andere volwassen vrouw doet. Met gepaste afstand dus. En met respect.

Blijf bij jezelf
Hoe neem je afstand als je ­jarenlang gewend bent in de huid of het leven van je dochter te kruipen? Heel simpel: door niet primair op haar maar op jezelf te letten. Dat doe je heel concreet door je lichaam te voelen. Wees je bewust van je voeten, let op je ademhaling, hoe je op de stoel zit, voel hoe de leuning je rug steunt. Dan weet je: hier ben ik. Het klinkt haast te simpel om waardevol te kunnen zijn, maar zo’n kleine oefening kan helpen om niet op de automatische piloot te gaan en weer te veel met je dochter bezig te zijn. Registreer wat je voelt en denkt zonder er meteen iets over te zeggen. Sta, kortom, steeds even stil bij jezelf voordat je je tot je dochter wendt.

Geef ik-boodschappen
Stel: je dochter heeft een kind, een drukke baan en een werkloze man. Ze vertelt je dat ze probeert opnieuw zwanger te worden. Op het puntje van je tong ligt misschien: “Zou je dat nou wel doen?! Je kunt nu al niet rondkomen/je ziet er zo vreselijk moe uit/je man vindt vast geen baan meer.” Voorbeelden van ‘grensoverschrijdend gedrag’: je bemoeit je met háár leven. Maar zij is een vrije en volwassen vrouw, die haar eigen leven leidt en haar eigen keuzen maakt – net als jij. Wat je haar wél kunt vertellen, is wat je voelt: “Ik maak me zorgen over je.” Of: “Ik spring nu al best vaak in en ik kan niet nog meer tijd en energie aan jou besteden.”

Laat de ander uitpraten
Ik-boodschappen komen alleen aan als je elkaar laat uitpraten. Therapeuten ­gebruiken hiervoor een simpel ­hulpmiddel: een kookwekker. Zet ’m op drie ­minuten en spreek af dat degene die aan de beurt is helemaal mag uitpraten. De ander zegt niets terug. Veel mensen staan ervan versteld hoe moeilijk het is om alleen te luisteren. Als de wekker is gegaan, vat je samen wat de ander zei. En wil je ergens op reageren, doe dat dan met een ik-boodschap.

Verwijten horen erbij  
Kinderen hebben altijd klachten en bezwaren over hun ouders, dat is onvermijdelijk. Je doet er goed aan die rustig en geduldig aan te horen in plaats van ertegen in te gaan. Misschien heb je zelf ook klachten aan het adres van je dochter. Bespreek ze eerst met vriendinnen, zus, broer of met je partner. Dan weet je wat je op je hart hebt, en kun je het je dochter beter en zonder verwijten vertellen. Verwijten zijn verpakte en naar de ander gerichte boodschappen over jezelf. Probeer dus bij elk verwijt dat je zou willen uitspreken eerst te onderzoeken welk gevoel van jezelf erin verborgen zit.

Beter omgaan met schuldgevoelens
Veel moeders hebben last van schuldgevoelens jegens hun dochter omdat ze vinden dat ze het niet goed hebben gedaan. Als je dochter dan ook nog eens klachten heeft die je achteraf bezien zelfs gegrond vindt, dan kan je eigenwaarde als moeder naar een dieptepunt zinken. Je kunt dan zeggen: “Het spijt me, ik wist niet dat dit zo moeilijk voor je was, ik kon toen niet anders, ik deed toen wat ík kon.” Realiseer je beiden dat fouten maken erbij hoort. Je kunt geen perfecte moeder zijn.  

Weet allebei wat je wilt
Op tafel leggen wat er mis is in de relatie: daar is moed voor nodig. Soms is het noodzakelijk, hoe moeilijk het ook is. Er kunnen momenten zijn in een gesprek met je dochter dat je het liefst weg zou lopen of in je schulp wilt kruipen. Hou dan voor ogen wat je uiteindelijk ­verlangt of verwacht in het ­contact met je kind. Het mooist is het als jullie daar allebei open over (durven te) zijn. Het kan best dat de een meer wil dan de ander. Misschien wil je dochter jou bijvoorbeeld ­helemaal niet zo vaak zien als omgekeerd, maar wil zij zich vooral vrij voelen. Al is dit nog zo pijnlijk, het kan ­verhelderend zijn om dit te bespreken. Tot slot: conflicten vermijden is geen goed idee. Zo nu en dan een conflict oplossen is een beter recept voor een gezonde relatie.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine