Echtscheiding betekent vooral veel regelen. Tenslotte wordt de scheiding uitgesproken door de rechter, moet u afspraken maken voor de kinderen en natuurlijk: wie gaat waar wonen.
U heeft besloten te gaan scheiden. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Of u het leuk vindt of niet, u moet met uw partner afspraken maken hoe u de zaken voor de toekomst gaat regelen. De belangrijkste acties die u moet nemen tijdens een echtscheidingsprocedure zijn worden hieronder behandeld.
1. Zoek een advocaat of een echtscheidingsbemiddelaar
Uw echtscheiding wordt uitgesproken door de rechter. Daarvoor heeft u een advocaat of echtscheidingsbemiddelaar nodig. De doelstelling van een echtscheidingsbemiddelaar is dat hij probeert de scheiding samen met u en uw partner met zo min mogelijk ruzie en frustraties te laten verlopen. Als u allebei een advocaat in de arm neemt, komt u tegenover elkaar te staan. In veel gevallen verloopt de procedure dan langer en soms kan het leiden tot vervelende situaties.
2. Vraag de echtscheiding aan
Een echtscheiding moet u aanvragen bij de rechter. In de meeste gevallen doet de echtscheidingsbemiddelaar of de advocaat dit. Samen met uw huwelijkse akte en de geboorte-uittreksels van u en eventuele kinderen wordt het verzoek naar de rechtbank gestuurd. Er zijn twee soorten scheidingen: een scheiding via de rechter of een scheiding van tafel en bed.
Als u niet degene bent die de scheiding aanvraagt en u bent het er niet mee eens kan u met een verweerschrift komen. Hierin geeft u aan dat u vindt dat het huwelijk niet duurzaam ontwricht is. Duurzame ontwrichting wil zeggen dat de verhoudingen binnen uw huwelijk zo moeilijk zijn, dat het onmogelijk is om langer samen te wonen. De partner die de scheiding heeft aangevraagd moet vervolgens aantonen dat er wel sprake is van duurzame ontwrichting.
Als u niet gehuwd bent, maar u heeft een geregistreerd partnerschap kan deze beëindigd worden zonder tussenkomst van de rechter. Wel moet u een overeenkomst opstellen waarin staat dat de onderlinge verhouding zo is verslechterd dat het onmogelijk is om langer samen te wonen. Tevens geven de partners met deze overeenkomst aan dat ze het geregistreerde partnerschap willen ontbinden en maken hierin afspraken over verdeling van de bezittingen en schulden, alimentatie en woonruimte. De overeenkomst moet tot stand komen met behulp van een notaris of een advocaat. Met een verklaring van deze advocaat of notaris laat u het partnerschap uitschrijven bij de burgerlijke stand. Geregsitreerde partners met minderjarige kinderen kunnen hun geregistreerd partnerschap sinds 1 maart 2009 niet meer buiten de rechter om ontbinden. Zij moeten dezelfde procedures volgen als gehuwden met minderjarige kinderen.
3. Maak afspraken over kinderen
Een van de vragen die als eerste opkomt bij mensen die scheiden die kinderen hebben is de vraag: bij wie blijven de kinderen? In hoofdlijnen bestaan er twee soorten regelingen: de omgangsregeling en co-ouderschap.
Bij de omgangsregeling wonen de kinderen bij één van de ouders. De andere ouder ziet de kinderen bijvoorbeeld in het weekend. Bij een co-ouderschap woont uw kind om en om bij u en uw ex-partner. Heeft u kinderen ouder dan 12 jaar, zal de rechter van uw kind willen weten waar hij het liefste woont.
Voorwaarde voor indiening van een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding bij gehuwden met minderjarige kinderen, is dat er een ouderschapsplan wordt overlegd. Indien er geen ouderschapsplan is overlegd, kan de rechter het verzoek niet ontvankelijk verklaren en de echtgenoten naar een mediator verwijzen.
4. Opstellen van een financieel plan
Er spelen bij een scheiding drie hoofdvragen een rol:
- wie gaat er voor de kinderen zorgen?
- hoeveel alimentatie moet er worden betaald?
- hoe verdelen jullie de bezittingen en schulden
Deze vragen hangen allemaal samen met financiën. Het is dus belangrijk om te weten wat u heeft. Maak daarom ook een inventarisatielijst. Hierop komen de volgende zaken naar voren:
- waarde van onroerende goederen (uw woning)
- waarde van de inboedel
- waarde van overige eigendommen zoals de auto
- saldo van bankrekeningen
- saldo van schulden en leningen
- rechten zoals pensioenrechten, de waarde hiervan kunt u opvragen bij uw pensioenfonds of -verzekeraar
- de inkomens en van wie ze zijn
- de uitgaven
De laatste twee punten zijn vooral van belang bij de bepaling van de hoogte van de alimentatie.
Bij de verdeling van de bezittingen en schulden is het van belang wie de eigenaar is van deze bezittingen en schulden. Bij huwen in gemeenschap van goederen zijn u en uw partner beide voor elk 50% eigenaar van alle bezittingen en schulden. Is er sprake van huwelijkse voorwaarden ligt deze verdeling met betrekking tot de gezamenlijke bezittingen hetzelfde.
Ongeacht de wijze van huwen kan er nog privé-vermogen zijn. Dit vermogen wordt niet gedeeld met de andere partner maar is voor degene van wie het is. Dit vermogen kan ontstaan door bijvoorbeeld een erfenis of een schenking.
Voorbeeld
Theo en Carmen gaan scheiden. Ze maken een inventarisatielijst van hun bezittingen, schulden, inkomens en uitgaven.
Dit ziet er als volgt uit:
Bezittingen | Bedrag | Schulden | Bedrag |
Woning Prinses Magrietstraat | €250.000 | Hypothecaire geldlening | €150.000 |
Levensverzekering gekoppeld aan hypotheek | €15.000 | ||
Waarde inboedel | €20.000 | ||
Auto | €10.000 | ||
Saldo op spaarrekening | €5.500 | ||
Totale bezittingen | €300.500 | Totale schulden | €150.000 |
Inkomsten op jaarbasis | Bedrag | Uitgaven op jaarbasis | Bedrag |
Bruto salaris Theo | €32.000 | Hypotheekrente | €7.500 |
Bruto salaris Carmen | €30.000 | Premie levensverzekering | €1.800 |
Totale inkomsten | €45.000 | Totale uitgaven | €9.300 |
Het totale vermogen van Theo en Carmen bedraagt dus: € 148.500 (€ 300.500 - € 150.000). Ieder heeft recht op de helft van dit vermogen ofwel op € 75.250. Theo en Carmen bepalen onderling hoe de bezittingen en schulden worden verdeeld. Een overzicht van de inkomsten en uitgaven is nodig om de hoogte van de alimentatie vast te stellen.
Theo en Carmen spreken het volgende af. Carmen krijgt de auto en het saldo op de spaarrekening. Theo krijgt de inboedel. De waarde van de levensverzekering laten ze uitkeren. Ze ontvangen van de verzekeraar hiervoor het bedrag van € 15.000. De woning aan de Prinses Magrietstraat verkopen zij tegen een prijs van € 250.000 hiermee lossen zij de hypothecaire geldlening ter hoogte van € 150.000 af en houden € 100.000 over. Er is dus
€ 115.000 over om onderling te verdelen. Theo krijgt hiervan € 75.250 - € 20.000 (inboedel) = € 55.250. En Carmen krijgt € 75.250 - € 5.500 (spaarrekening) - € 10.000 (auto) = 59.750. De salarissen van Theo en Carmen zijn ongeveer even hoog en zij hebben geen kinderen. Ze spreken af dat ze aan elkaar geen alimentatie verschuldigd zijn.
5. Naar de rechter
Heeft u samen met uw partner goede afspraken kunnen maken dan is de scheiding voor de rechtbank slechts een formaliteit. De echtscheiding kan dan schriftelijk worden afgehandeld, zonder rechtszitting. Mocht u niet uit bepaalde zaken komen, dan beslist de rechter hierover in een rechtszitting. Bij een rechtszitting moeten partijen zich laten bijstaan door een advocaat. Rechtszittingen met betrekking tot echtscheidingen zijn altijd gesloten zittingen. Met toestemming van alle partijen kan men eventueel een derde toelaten, bijvoorbeeld de Raad van de kinderbescherming. Mocht u het niet eens zijn met de uitspraak van de rechtbank kunt u in hoger beroep. Let wel op de echtscheiding bij gehuwden met minderjarige kinderen (zie hiervoor onder punt 3).
6. Inschrijving van de echtscheiding in het burgerlijk register van de gemeente
De uitspraak van de rechter wordt schriftelijk opgesteld in de vorm van een beschikking. Zodra deze uitspraak definitief is, (er kan geen beroep meer worden ingesteld) moet de beschikking binnen zes maanden worden ingeschreven. Dit moet gedaan worden bij de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk is gesloten. Bent u in Amsterdam getrouwd, dan wordt de echtscheidingsbeschikking ingeschreven door de Dienst Persoonsgegevens. Uw advocaat of echtscheidingsbemiddelaar ontvangt de beschikking van de rechtbank en draagt doorgaans zorg voor de inschrijving van de beschikking bij de burgerlijke stand. De ontbinding van het huwelijk is pas definitief na inschrijving in de registers van de burgerlijke stand.
Wat gebeurt er met uw koopwoning?
Er zijn in grote lijnen twee mogelijkheden met betrekking tot uw eigen woning. Deze zijn:
- U of uw partner blijft in de woning wonen
- U verkoopt de woning waarin jullie wonen
U of uw partner blijft in de woning wonen
Het is natuurlijk mogelijk dat u of uw partner in uw woning blijft wonen. Bent u degene die in de woning blijft wonen dan moet u er rekening mee houden dat u niet alleen de hele hypotheek moet betalen, maar ook de helft van de overwaarde van de woning. De overwaarde van de woning is het verschil tussen de waarde van de woning en de hypotheek. Daar heeft uw ex-partner namelijk recht op. Het is mogelijk dat u ergens een spaar- of beleggingsrekening heeft met dat bedrag. Zo niet, dan moet uw de hypotheek verhogen. De hypotheekrente die nodig is om de hypotheek te verhogen waarmee u uw ex-partner uitkoopt is fiscaal aftrekbaar. Het is ook mogelijk uw partner een ander vermogensbestanddeel toe te delen bijvoorbeeld de auto. U koopt uw partner dan zogezegd uit. Bij uitkoop moet u langs de notaris aangezien de gehele woning en hypotheek op uw naam komen te staan.
Voorbeeld
Erika en Wilfried besluiten na vele heftige ruzies te scheiden. Ze zijn getrouwd in gemeenschap van goederen en hebben een gezamenlijke woning met een waarde van € 250.000. De hypotheek op de woning bedraagt € 150.000. Wilfried wil in de woning blijven wonen en Erika verhuist. Erika heeft recht op de helft van de overwaarde van de woning. Dit is:
- waarde van de woning € 250.000
- hypotheek € 150.000 -/-
- overwaarde € 100.000
- de helft hiervan € 50.000
- Wilfried koopt Erika dus uit voor € 50.000. Hij verhoogt de hypotheek met dit bedrag. In het vervolg zullen de woonlasten dus stijgen aangezien de hypotheek hoger is geworden. Wilfried moet deze hogere woonlasten in zijn eentje betalen. De hypotheekrente over de verhoging van € 50.000 is fiscaal aftrekbaar.
U verkoopt de woning waarin u woont
Een andere mogelijkheid is dat de woning wordt verkocht. De verkoopopbrengst minus het bedrag van de hypotheek verdelen u en uw partner. U gaat opzoek naar een nieuwe koopwoning of huurwoning.
Per 1 januari 2004 geldt de bijleenregeling. Verkoopt u de woning bij uw echtscheiding dan krijgt u hiermee misschien te maken. Koopt u binnen vijf jaar weer een woning aan, dan komt het deel van uw overwinst (overwaarde) van de woning die u verkocht bij de echtscheiding niet in aanmerking voor hypotheekrenteaftrek. Bij aankoop van een goedkopere woning geldt dit niet.
Voorbeeld:
Jan en Louise scheiden na een slecht huwelijk van vijf jaar. Ze zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. De woning waarin zijn wonen verkopen zijn voor een bedrag van € 300.000. De hypothecaire geldlening die op deze woning rustte bedroeg € 200.000. Ze houden na verkoop dus een bedrag over van € 100.000 (€ 300.000 - € 200.000). Ieder ontvangt hiervan de helft, dus € 50.000.
Jan koopt twee jaar na de echtscheiding een nieuwe woning voor een bedrag van € 175.000. De woning en de schuld die verkocht is bij de scheiding was voor de helft van Jan. De fiscus gaat bij de bijleenregeling dus vanuit dat Jan eerst een woning had van € 150.000 en een schuld van € 100.000. Zijn verkoopwinst bedroeg destijds € 50.000. Jan heeft dus recht op een hypotheekrenteaftrek van:
- Aankoopprijs nieuwe woning:€ 175.000
- Verkoopwinst oude woning - € 50.000
- Hypotheekrenteaftrek over€ 125.000
- Neemt Jan bijvoorbeeld een hypothecaire geldlening van € 150.000, dan heeft hij over € 25.000 geen renteaftrek.