In 5 stappen duurzaam consumeren
Rotzooi op straat, plastic soep in onze oceanen en een overschot aan CO2 in de lucht; wanneer we de aarde een beetje netjes achter willen laten voor onze (klein)kinderen dan is het tijd om actie te ondernemen. De slogan roept tenslotte niet voor niets dat een beter milieu bij jezelf begint. Gelukkig kan dat ook met kleine stapjes. Begin eens in de keuken. Vijf makkelijke tips voor een duurzaam dieet.
Eten en drinken zorgt voor 20 tot 30 procent van onze milieubelasting. Dat percentage is gelukkig flink te verlagen, bijvoorbeeld door minder vlees en zuivel te eten en zo min mogelijk eten weg te gooien.
Weggooien is zonde
Maar liefst 13 procent van ons eten verdwijnt jaarlijks ongebruikt in de afvalbak, dat is ruim 40 kilo voedsel per persoon per jaar met een waarde van zo’n 140 euro. Slecht voor uw portemonnee én het milieu. Verder schatten onderzoekers in dat via de gootsteen en het toilet jaarlijks per persoon 57 liter vloeistof zoals koffie, thee en melk verloren gaat.
Vijf tips om duurzaam te consumeren
Kiezen voor plantaardige producten in plaats van dierlijke producten is de makkelijkste manier om uw milieubelasting te verlagen. De consumptie van vlees en zuivel draagt namelijk het meeste bij aan de voedsel gerelateerde impact op het milieu. Voor de productie van 1 kilo vlees is gemiddeld 5 kilo plantaardig materiaal nodig. Vleesproductie maar ook de zuivelindustrie zorgen voor veel meer uitstoot van broeikasgassen en voor verzuring van de bodem en de lucht. Dat geldt ook voor vleesvervangers die gemaakt zijn van zuivel. Ook voor dierenwelzijn is duurzaam consumeren beter. Met deze 5 tips zorgt u ervoor dat de inhoud van uw koelkast een stuk duurzamer wordt:
1. Kies groente en fruit van het seizoen. Eet minstens 250 gram groente en 2 stuks fruit per dag. Let hierbij op dat u groente en fruit van het seizoen koopt en het liefst groente en fruit dat niet ingevlogen is uit het verre buitenland. Voor het milieu is vervoer per vliegtuig namelijk beduidend slechter dan per vrachtwagen of boot. Dichterbij is echter niet altijd beter: het kost vaak meer energie om producten in een Nederlandse kas te kweken dan per vrachtwagen of boot uit warmere streken in te voeren. Groente van de volle grond is beter voor het milieu dan groente uit een verwarmde kas. Als de kas verwarmd wordt met duurzame warmte, is er weinig verschil. De milieuscore van groente en fruit verschilt per maand en per land van herkomst. Het land van herkomst vindt u op de verpakking. In de gratis Groenten & fruitapp kunt u per soort zien wat de milieubelasting is. Over de vraag of biologische landbouw beter is voor het klimaat lopen de resultaten van onderzoeken uiteen, vandaar dat de app daar geen onderscheid in maakt. Er wordt wel gekeken naar bijvoorbeeld transport en teelt.
2. Eet minder vlees en kies dat vlees bewust. In Nederland eten we jaarlijks zo'n 40 kilo vlees per persoon. Daarnaast exporteren we ook veel vlees: ruim driekwart van het geproduceerde vlees gaat Nederland uit. De veehouderij die al dat vlees produceert, stoot broeikasgassen uit, verbruikt veel water, heeft wereldwijd veel ruimte nodig voor de verbouw van veevoer en kan een mestprobleem veroorzaken. Minder vlees eten is de effectiefste manier om dat tegen te gaan. Voor het klimaat is het eten van kip het minst slecht, gevolgd door varken. En laat lamsvlees en rundvlees staan, want die hebben de meeste milieu-impact. Weegt voor u behalve het milieu ook dierenwelzijn mee? Kies dan voor vlees met een keurmerk voor dierenwelzijn. Biologisch, Demeter en Beter Leven 3 sterren zijn een goede keuze. Een dagje zonder vlees en met (of zonder) vleesvervangers kan trouwens ook best; De meeste Nederlanders krijgen beduidend meer eiwit binnen dan ze dagelijks nodig hebben. Gemiddeld hebben gezonde mensen per kilogram lichaamsgewicht 0,8 gram eiwit per dag nodig. Dat komt neer op zo’n 56 gram eiwit voor iemand van 70 kilo. Maar we eten in Nederland gemiddeld 37 procent meer, en ruim de helft van onze eiwitinname komt uit vlees en zuivel, zo becijferde emeritus hoogleraar voedingsleer Martijn Katan in zijn college Voeding en Duurzaamheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Meer plantaardig eten is beter, zegt hij. "We moeten allemaal een beetje veganist worden." Dus: voor onze gezondheid én de planeet is het beter als we veel minder dierlijke producten gaan eten. Rustig aan dus met vlees, roomboter, kaas en eieren. Wilt u milieuvriendelijke eiwitrijke voedingsmiddelen eten, kies dan plantaardige producten met veel eiwitten, zoals peulvruchten, noten en groenteburgers.
3. Wees zuinig met kaas als alternatief voor vlees. Kaas wordt vaak gebruikt als vleesvervanger. Wanneer je kijkt naar duurzame consumptie, is kaas niet voordeliger voor het milieu. Voor het maken van 1 kilogram kaas is namelijk 6 tot 10 liter melk nodig, afhankelijk van type en leeftijd van de kaas. Hoe ouder of harder de kaas, hoe meer melk er nodig is voor 1 kilo eindproduct. Hierdoor is de milieubelasting van oude kaas hoger dan die van roomkaas of jonge kaas. Geitenkaas is iets milieuvriendelijker dan kaas van koemelk. Buffelmozzarella is juist weer wat meer belastend voor het milieu dan mozzarella van koemelk. Vanwege die grote hoeveelheid melk die nodig is voor kaas, is de gemiddelde milieubelasting van kaas vergelijkbaar met die van de meeste vleessoorten. Daarnaast bevat kaas relatief weinig ijzer en veel verzadigd vet. Neem in plaats van kaas op brood ook eens plantaardige producten met veel eiwitten, zoals hummus of notenpasta.
4. Begin met het vervangen van dagelijkse producten: verwissel bijvoorbeeld uw roomboter voor margarine. Zuivel belast zoals gezegd het milieu relatief zwaar in vergelijking met plantaardige producten. En een veelgebruikt zuivelproduct is roomboter. Roomboter is gemakkelijk te vervangen door margarine op brood te smeren. Margarine wordt, in tegenstelling tot roomboter, gemaakt met plantaardige oliën en vetten en is qua productieproces daarom beter voor het milieu omdat het een lagere C02 uitstoot heeft dan roomboter.
Bovendien sluit het aan op het advies vanuit de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum om minder dierlijke en meer plantaardige voeding te eten. Roomboter en margarine bevatten ongeveer evenveel vet, alleen gaat het bij roomboter om verzadigde vetten en bij margarine om onverzadigde vetten.
Onverzadigde vetzuren zijn functionele vetten, die helpen om je cholesterolgehalte in balans te houden en daarmee een bijdrage leveren aan de gezondheid van hart en bloedvaten. Deze vetten worden onderverdeeld in omega-3 (alfa-linoleenzuur, ook wel ALA genoemd), omega-6 (linolzuur) en omega-9 vetzuren. Omega 3 en 6 worden ook wel essentiële vetzuren genoemd, omdat het lichaam ze niet zelf kan aanmaken en je ze dus via je voeding moet binnenkrijgen. De plantaardige producten van Becel zijn gemaakt van oliën van zonnebloem, koolzaad en lijnzaad. Deze oliën bevatten van nature de meervoudig onverzadigde omega-3 en omega-6 vetzuren en ook vitamine E. Helaas bestaan er in de palmindustrie nog altijd misstanden en daarom draagt de beperkte hoeveelheid palmolie in Becel het RSPO-keurmerk of staat er een melding van duurzame palmolie op de verpakking. Dat keurmerk geeft aan dat het gebruik van deze palmolie niet ten koste ging van natuurbossen en de leefomgeving van dieren. Verder zijn er vitamine A en D aan toegevoegd. Vitamine A draagt bij tot een gezonde werking van het immuunsysteem en het in stand houden van een goed gezichtsvermogen. Daarnaast is het goed voor de huid. Vitamine D helpt bij de opname van calcium wat nodig is voor sterkere botten.
5. Duurzaam consumeren: eet twee keer per week (vette) vis. Maar let wel op voor welke vis u kiest. De vangst en kweek van vis heeft impact op het milieu. Bij wilde vis weegt zwaar of de soort met uitsterven bedreigd is, en hoe de vis gevangen is. Bij kweekvis maakt het uit hoeveel wilde vis nodig is voor het voer, of er medicijnen (antibiotica) in het water komen en hoeveel energie en chemicaliën gebruikt worden. Verder is bij verse vis de kans op verspilling groter, omdat de vis maar kort houdbaar is. Bij diepvriesvis speelt dit minder. Kies vis met een keurmerk. De drie topkeurmerken voor vis (MSC, ASC en Biologisch) stellen eisen op het gebied van duurzame visserij of verantwoorde kweek. Kunt u geen vis met een keurmerk vinden? Kijk dan op het etiket of vraag je visboer waar en hoe de vis is gevangen of gekweekt of check in de VISwijzer app of deze vis verantwoord is. Verse vis is kort houdbaar. Koop alleen verse vis als je zeker weet dat u het voor de TGT-datum opeet. Kies anders voor vis uit de diepvries.
Koelkast vervangen: goed voor uw portemonnee
Uiteraard is de inhoud van de koelkast niet het enige dat u kunt verduurzamen. Naast het eten van meer plantaardige producten en het minder weggooien van eten kunt u ook eens naar de koelkast zelf. Onzuinige koelkasten en vriezers zijn energievreters. Toch vervangt 87 procent van de Nederlandse huishoudens de koelkast pas als deze kapot is, zo blijkt uit onderzoek van Milieu Centraal. Moderne koelkasten zijn echter veel zuiniger dan de koelkasten die 8, 15 of 25 jaar geleden gemaakt werden. Het maken van een nieuwe koelkast kost weliswaar energie en grondstoffen, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt doordat een nieuwe superzuinige koelkast jaar in jaar uit véél minder stroom gebruikt. Een koelvriescombinatie met A+++ label gebruikt zo’n 160 kWh per jaar aan stroom, een A+ model 300 kWh. Dat scheelt jaar in, jaar uit 140 kWh per jaar. Voor uw portemonnee hoeft u het niet te laten: een A+++ koelkast is in de winkel wel duurder, maar over de gehele gebruiksduur (15 jaar) bekeken speelt u meestal quitte of bent u zelfs iets goedkoper uit. Tip: Meet het verbruik van uw oude koelkast door met een energiemeter: u ziet dan precies hoeveel u met een nieuwe koelkast kunt besparen.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Becel. De Viswijzer vindt u hier, de Groente-en Fruitapp downloadt u hier.