Van slechtziendheid tot een beroerte
Als een diabetespatiënt zijn bloedglucosewaardes slecht in de gaten houdt en medicijnen niet goed inneemt, heeft hij een grotere kans op beschadiging van weefsels. Het is dus van groot belang om de glucosewaardes goed te controleren en te reguleren.
Complicaties treden vooral op in cellen en weefsels, zoals zenuwcellen en bloedvatcellen. Deze weefsels zijn voor de opname van glucose niet direct afhankelijk van insuline. Een te hoge bloedsuikerspiegel leidt meteen tot een stijging van de glucosespiegel in deze weefsels.
Orgaanschade
Deze overmaat aan glucose leidt op een aantal manieren tot orgaanschade:
- Glucose kan zich hechten aan allerlei eiwitten. Hierdoor ontstaan onoplosbare en schadelijke 'versuikeringsproducten'.
- Er ontstaan ophopingen van tussenproducten, zoals sorbitol, in de cel. Hierdoor worden veel chemische processen in gang gezet. Deze leiden uiteindelijk tot beschadigingen aan de organen.
Complicaties op een rij
Aandoeningen van de grote slagaderen:
- Kransslagadervernauwing: de opening van de vaten op de hartspier wordt kleiner, dit kan leiden tot een hartinfarct.
- Vernauwing van de slagaders naar hoofd en hersenen: dit kan leiden tot beroertes.
- Vernauwing van de slagaders naar de benen: dit kan leiden tot trombose.
Aantasting van de kleine bloedvaatjes en haarvaten:
- Aandoeningen van het netvlies: dit kan leiden tot slechtziendheid of blindheid (retinopathie).
- Aantasting van de nieren: dit kan leiden tot het uitvallen van de nieren, waarna dialyse of zelfs een transplantatie nodig kunnen zijn (nefropathie).
Aantasting van het zenuwstelsel en de zenuwen (neuropathie):
- Klachten van gevoelloosheid aan de benen.
- Aandoeningen van de zenuwen naar inwendige organen.
- Het hart: duizeligheid bij overeind komen.
- De maag: gestoorde lediging van de maag en de blaas.
- De geslachtsorganen: impotentie.
Aantasting van bind- en steunweefsels (de weefsels die bijvoorbeeld de huid ondersteunen):
- Verstijving van bindweefsel: dit kan leiden tot stijve handen.