Nóg niet dik – en dat moet zo blijven
Theo Temmink (53), senior editor van Plus Magazine, fit en strak op beginnende love handles na, vraagt drie mannen met verstand van voeding en lekker eten: wat moet ik doen om gezond en slank te blijven? En: hoe doen ze het zélf eigenlijk?
Ik ben een man van 53 jaar, 1.82 meter, zo’n 81-82 kilo zwaar. Mijn BMI (Body Mass Index, een index voor gewicht in verhouding tot lichaamslengte) is 24,76. Vanaf een BMI van 25 heb je een ‘licht overgewicht’. Ik balanceer dus op het randje…
Maar ik ben gezond, althans: ik voel me gezond. Mijn hele leven slank geweest. Woog in mijn ‘prime time’ 72 kilo, geleidelijk steeg mijn gewicht naar 78 kilo en vervolgens naar 80+. Mét de kilo’s kwamen de love handles. Een beetje maar, gelukkig. Als kind al had ik een zoete smaak. En… altijd gek geweest op ijs. Nu nog. Ook met zout ben ik nooit terughoudend geweest. Op snack- en snoepgebied weet ik me goed te beheersen, maar als het om ‘gewoon’ eten gaat, houd ik van stevige gerechten en van stevige porties. Wat echter vóór me pleit: ik heb nooit gerookt en heb mijn hele leven aan sport gedaan. Wielrennen, een beetje cricket, later tennis, golf, hardlopen in het Amsterdamse Bos. En bovenal: voetbal, vanaf mijn allerjongste jaren. Sinds het afgelopen seizoen voetbal ik bij de veteranen! En eet ik in de rust een banaan en niet meer een Mars, zoals vroeger. Toch bekruipt me wel eens het gevoel dat ik wat beter op mijn gezondheid moet passen. Moet ik extra dingen doen – of laten – om gezond te eten en op goed gewicht te blijven?
Met die vraag ga ik naar Wouter Klootwijk (62), columnist in Plus Magazine, televisiemaker (onder meer De Keuringsdienst van Waarde) en restaurantrecensent in ruste. Ik vraag het ook aan Neêrlands bekendste culinair journalist en recensent Johannes van Dam (61), schrijver van ‘DeDikkevanDam’. En aan hoogleraar voedingsleer aan de VU in Amsterdam, prof. dr. Martijn Katan (62). Hij schreef ‘Wat is nu gezond? Fabels en feiten over voeding’. En ik hoop dat zij mijn prille zorgen kunnen wegnemen.[PAGEBREAK]Wouter Klootwijk: nuchter.
Maakt zich alleen druk om het genieten van eten.
’s Ochtends de eerste bestemming: De Woude, een eiland-dorpje in Noord-Holland. Ik ben de enige passagier op het pontje. Langs café Bakboord loop ik naar de stolpboerderij van Wouter Klootwijk.
Hij ontvangt me op klompen. Wouter is een fitte, jonge zestiger, die met verwondering en een lichte geamuseerdheid naar de wereld kijkt. Hoe krijgt hij, culinair liefhebber, het voor elkaar zo fit en slank te blijven? “Ik heb het geluk van een goed gestel. Altijd kerngezond geweest en altijd slank. Na mijn 40ste ben ik ietsje zwaarder geworden, maar dat hoort zo.”
Wat is zíjn advies? “Doe op eetgebied wat jóu goeddunkt; je ontwikkelt dan vanzelf een goed kompas. Ik drink bijvoorbeeld niet veel alcohol, want dat is niet prettig, weet ik uit ondervinding. Als ik de hele dag hamburgers zou willen eten, dan doe ik dat. Maar toevallig vind ik hamburgers niet lekker.”
Maar hoe voorkom je dat je ongezonde dingen eet? “Het gaat er niet om wat je eet, maar hoeveel je eet. Ik eet alleen wat ik lekker vind en niet méér. Zo ben ik gek op garnalenkroketjes, maar alleen héle goede. Er is een adres in Dordrecht, daar hebben ze de lekkerste garnalenkroketjes die ik ken. Als je alleen de top eet, het allerlekkerste, dan word je nooit dik en is eten nooit ongezond.”
Eten-om-het-eten of snoepen-om-het-snoepen is Wouter Klootwijk vreemd. Daarin is hij tamelijk gedisciplineerd. “Misschien dat ik straks om vier uur een biertje neem, of een stuk speculaas. Maar dan alleen omdat ik er op dat moment écht zin in heb. Dat weerhoudt me van veel gesnack tussendoor.”
Eerder heeft hij me gemonsterd en geconcludeerd dat ik in elk geval geen gewichtsprobleem heb. Op nuchtere toon: “Waar maak je je druk om? Zorg dat je lekkere dingen eet van goede kwaliteit. Het enige waar je je druk om moet maken is dat je van eten geniet.” Dát is een gedachte waar ik blij van word. En perfect om in de stemming te komen voor de afspraak die ik die middag heb met één van Neêrlands bekendste fijnproevers.[PAGEBREAK]Johannes van Dam: eigenwijs.
Trekt zich niet te veel aan voedingsdeskundigen.
In Café Luxembourg op het Spui, hartje Amsterdam, spreek ik Johannes van Dam, die aan de overkant van de straat woont. Zijn encyclopedische kennis van eten combineert hij met de inzichten die hij opdeed tijdens zijn studies medicijnen en psychologie, die hij overigens niet afmaakte. Zijn advies?
“Eet gevarieerd. En eet bewust, sta stil bij wat
je doet. Anders dreigt het gevaar van te veel nasjen en snacken.”
Johannes zelf is niet superslank; de vele goede maaltijden zijn hem aan te zien. Zo lijkt het althans, maar: “Ik eet helemaal niet zoveel!
Meestal maar twee keer per dag: een ontbijt en avondeten. Soms lunch ik. Bij mij heeft het met de stofwisseling te maken. Ik was als baby al dik, terwijl mijn broer slank bleef, ook al at hij meer dan ik.”
Zijn stelling: “Principieel ongezonde etenswaren bestaan niet.Het gaat erom dat je verstandig eet, dat je bijvoorbeeld niet te veel eet van iets. Eén frikandel is niet ongezond, heel veel frikandellen wel.” Ook hij adviseert me: eet wat je lekker vindt. “Jij zeker. Vanwege mijn nieren mag ik weinig kalium eten en dat zit onder andere in aardappelen, bananen, tomaten en koffie. Dus die eet en drink ik nauwelijks. Maar verder eet ik de dingen die ik lekker vind. En dat doe ik bewust matig.”
Een laatste, afrondend advies van Johannes van Dam: “Voedingsdeskundigen spreken zichzelf en elkaar vaak tegen, dus daar kun je niet zoveel mee. Het is verstandig je niet te veel van ze aan te trekken.”[PAGEBREAK]Martijn Katan: deskundig.
Brengt een van zijn basisregels in praktijk: bewegen.
Dank Johannes, dat is een mooie binnenkomer bij Martijn Katan. ’s Avonds tref ik hem, zo te zien een uitstekend BMI, bij het drijvende Chinese restaurant Sea Palace, nabij het Amsterdamse CS en naast de Klimhal waar hij later op de avond nog wil gaan klimmen.
Katan is voedingsprofessor aan de VU in Amsterdam, met een wereldwijde reputatie. Gelukkig onderkent hij de beperkingen van zijn vak: “Er is veel wat we niet weten.” Om eraan toe te voegen: “Maar als je de kennis die we wel hebben serieus neemt, blijf je langer gezond.” En wat houdt die kennis in? “Dat is niet samen te vatten in één zin. Korter dan de 160 bladzijden van mijn boekje kan ik het niet maken.” Als hoofdgerecht bestelt hij koeienmaag met prei en gember. Koeienmaag…? De serveerster vindt het een zeer goede keuze: “In China vinden veel mensen het heel lekker.”
Ik kies ‘tja siew’: varkensfilet in honing geroosterd. Enigszins aarzelend vraag ik Martijn of het smaakt, die koeienmaag. Hij vindt het ‘wel lekker, ja’. “Het sausje maakt het wel smaakvol. Ik ben altijd in voor nieuwe eetervaringen. Niet om te ontleden of te analyseren of zo, maar uit nieuwsgierigheid. Ik had dit nog nooit gegeten.”
Hij drinkt Chinese thee. Geen alcohol, vanwege het klimmen straks. Ik drink thee mee. Hij is überhaupt kritisch over alcohol. “Alcohol verlaagt de kans op een hartinfarct, maar verhoogt het risico op kanker, hersenbloeding en een waslijst van andere ziekten.”
Tegen kwalen aan hart- en bloedvaten kun je volgens Katan beter cholesterolverlagende statines slikken en bloeddrukverlagende middelen. En hij raadt me vitamine D-tabletten aan. Voor m’n botten.
Als toetje kies ik een coupe pistache. Mét slagroom. Martijn: “Moet je doen, als je dat wilt. De suiker kun jij wel hebben, want calorieën zijn zo te zien geen probleem voor jou. IJs en slagroom bevatten melkvet; dat is rijk aan verzadigde vetzuren die je cholesterol verhogen, maar van één coupe pistache ga je echt niet dood.”
Tot slot vraag ik hem of mijn nonchalance ten opzichte van gezonde voeding verstandig is. “Dat moet je zelf weten. Je moet je afvragen: wat kost het me aan levensplezier als ik erg ga letten op wat ik eet en drink. En dan zelf de gewonnen jaren versus de gemaakte offers afwegen.”
Even later zie ik hem in de Klimhal. Hangend aan zijn armen, in sportieve outfit, voldoet de professor aan een van zijn basisregels voor een gezond leven: bewegen. De andere twee zijn: niet roken en matig met alcohol.[[PAGEBREAK]Theo Temmink
Moet ik nu mijn eetpatroon veranderen? Dat lijkt niet nodig, al raadt met name voedingsexpert Martijn Katan me aan alert te blijven. Binnenkort ga ik weer eens naar ’s Hertogenbosch, mijn geboortestad. Gesterkt door de adviezen van mijn gesprekspartners zal ik in de rij gaan staan bij die bakkerij, vlakbij het station, waar ze de lekkerste Bossche bollen ter wereld verkopen. Lopend door de stad, in een stevige pas, zal ik die Bossche bol eten. Zo krijg ik hopelijk genoeg beweging om die berg slagroom te neutraliseren (en neem ik de aanslag op mijn cholesterol maar even op de koop toe).
Genieten van eten is....
1. Lekker eten
Er zijn geen producten die écht ongezond of echt gezond zijn. Zo lijkt een sinaasappel gezond, maar dat geldt natuurlijk niet als u uitsluitend sinaasappels zou eten. Het gaat om de totale voeding en daarin passen ook toetjes met slagroom of witte chocolade. Let wel op of u het écht (nog) lekker vindt.[PAGEBREAK]2. Met aandacht eten
Te veel eten komt vaak door te snel eten, door onbewust te eten en door de verkeerde samenstelling van de voeding. Herkenbaar? Neem dan rustig de tijd voor de maaltijd, pauzeer geregeld en voel of u écht nog trek hebt. Geniet bewust van uw eten, laat u niet ‘afleiden’ door een boek of televisie.
3. Gevarieerd eten
Alleen door variatie krijgt u alles binnen wat u nodig hebt. In vlees zit veel ijzer, in vette vis veel goede vetzuren en in kaas zit calcium voor de botten. Voor groenten en fruit geldt hetzelfde. Elke groenten- en fruitsoort bevat weer andere gehaltes aan vitamines en bioactieve stoffen. Let vooral op de kleur, want juist die kleurstoffen in groenten en fruit zijn goed voor uw gezondheid. Oranje en gele groenten bevatten bijvoorbeeld veel caroteen en rode groenten veel lycopeen. Beide stoffen werken als antioxidant. Wissel alle kleuren af: geel, rood, oranje, wit, paars en groen. Eiwitten (uit vlees, vis, zuivel en noten) geven een verzadigd gevoel. Zet daarom voldoende eiwitrijke producten op het menu.
4. Bewust snoepen
Hebt u het idee dat u te veel snoept en snackt? Doe het dan bewust. Geniet van het blokje kaas en laat het even ‘bezinken’ voordat u weer een nieuw stuk afsnijdt. Afleiding kan ook helpen, bijvoorbeeld door een telefoongesprek of een klusje in huis. Na een minuut of twintig is de lekkere trek vaak al verdwenen. Ook het soort product bepaalt de verzadiging. Van droge biscuitjes eet u minder dóór dan van chocoladekoekjes, en van pure chocolade eet u minder dan van melkchocolade, zo ontdekte een Nederlandse onderzoekster.