Fanatiek fietser Bert Vester legt uit waarom fietsen zo'n prachtige sport en hobby is en waarom hij er trots op is 'een fietser' te zijn.
Inderdaad, ik ben er zo een. Ik spring het liefst elke dag op de fiets om te genieten van de wereld om me heen die altijd in precies het goede tempo aan me voorbij rolt. In zijn laatste boek over een fietsreis van Marseille naar Bergen (die stad in Noorwegen) schrijft de bekende Australische jeugdboekenschrijver Steven Herrick:
"Maar fietsen, meer dan iedere andere vorm van transport, maakt ons een deel van het landschap, zodat we van iedere ontmoeting, iedere heuvel, iedere windvlaag, ieder restaurant en café kunnen genieten in een menselijk tempo".
'Zo haalt u de 70 niet'
Bij mij begon het in 2010, na een ernstig gesprek met mijn huisarts. In een notendop: ik was veel te zwaar en mijn lichamelijke conditie was slecht, met als diabetes type 2. Ik moest serieus afvallen, gezonder gaan eten en mijn conditie aanmerkelijk verbeteren door geregeld en intensief te gaan sporten. Het alternatief was dat ik de 70 waarschijnlijk niet zou halen.
Enfin, ik koos voor het eerste en dat betekende dat ik een sport moest gaan uitzoeken; liefst eentje die mijn knieën en enkels zou ontzien. Gezien mijn lichaamsbouw (ik ben 1,94 m en woog indertijd zo'n 137 kg) was joggen geen optie. Zwemmen en wandelen kwamen ook niet in aanmerking (want: saai!), dus bleef voor mij de fiets over.
In de garage stond nog een oude stalen hybride trekkingfiets - eentje met drie bladen vóór en zeven bladen, te bedienen vanaf het stuur. Geen idee hoe dat alles werkte of in welke versnelling je het beste kon rijden. Hop, lucht in die bandjes en daar ging ik... volle vaart vooruit!
Happend naar adem
Na de eerste paar kilometers in een steeds minder volle vaart kwam ik aan in het volgende dorp aan de Ringvaart - mijn enthousiasme was inmiddels al aanmerkelijk bekoeld. Ik hing happend naar adem over het stuur, had een onaangenaam doof gevoel in m'n kruis, kramp in m'n handpalmen van het knijpen in het stuur en alle spieren in mijn bovenbenen stonden in vuur en vlam. Dit was dus wat ze met "afzien" bedoelen, dacht ik bij mezelf. Ik besloot resoluut deze eerste keer maar niet te overdrijven en reed terug naar huis. Totaal afgelegde afstand: nog geen tien kilometer. Een opgever ben ik echter niet en ik wilde oprecht iets aan mijn beroerde conditie doen.
Onoverwinnelijk
Langzaamaan bemerkte ik dan toch vooruitgang. Ik verloor daadwerkelijk gewicht en voelde weer de beenspieren die ik voor het laatst had gezien toen ik nog rugby speelde. Dat motiveerde me enorm. Voor een rondje van 20 kilometer draaide ik al gauw m'n hand niet meer om, maar ik schrok toch wel terug voor de 35 kilometer van een rondje Zandvoort. Toch moest het er wel van komen en de nacht voor mijn aanstaande heldendaad sliep ik onrustig. Na die eerste keer Zandvoort voelde ik me onoverwinnelijk en ook mijn fietsplezier werd per kilometer groter. Gaandeweg verlegde ik mijn grenzen. Dat is het mooie van fietsen: het heeft een zelfversterkend effect.
Liefde op het eerste gezicht
In de zomer van 2011 kocht ik een Gazelle Ultimate Excellent, een hybride race/trekking fiets, op dat moment het topmodel van Gazelle's niet-elektrische fietsen. Toen ik hem zag staan - met z'n slanke, zwarte frame, z'n elegante slope-forward bovenbuis, het aluminium ossekopstuur en z'n stoere wielen - was het liefde op het eerste gezicht.
Op die fiets heb ik alles geleerd wat ik nu van fietsen weet. Hoe je moet schakelen, de aandrijflijn moet onderhouden, moet sturen als je met 60 km/h de Duinweg bij Zandvoort afdendert, wat er gebeurt als je te hard in de remmen knijpt (weinig goeds), hoe je omgaat met alle gevaren op de weg, maar ook hoeveel pure voldoening je krijgt van het fietsen zelf.
Mijn fiets en ik hebben inmiddels een kleine 23.000 km afgelegd en dat heeft op ons beiden z'n sporen nagelaten (daarover meer in een volgend blog). Inmiddels rijd ik tijdens mijn tochten met mijn vrouw Margaret het meest op een keurige trekkingfiets met een draagvermogen dat groot genoeg is om zonder angst de grote Ortliebs flink vol te proppen.
Dáárom ben ik een fietser
Wekelijks probeer ik gemiddeld zo'n vijf uur op de fiets te zitten, probeer ik zo'n 150 km af te leggen en verbrand ik 3.500 calorieën. En ja, daar voel ik dus heel goed bij. Mijn gewicht is beduidend lager dan toen ik begon (hoewel er nog steeds een paar kilo af kan), mijn conditie is enorm verbeterd, ik slaap beter (en snurk een stuk minder) en ik voel me alert en scherp. Regelmatig fietsen is echt goed voor je: goed voor je lijf en - minstens zo belangrijk - goed voor je geest. Al die dingen die je onderweg beleeft, ruikt, ziet, hoort en voelt - wie wordt daar nou niet zielsgelukkig van? Fietsen doet me opgaan in mijn omgeving: dáárom ben ik een fietser.