De inkomensafhankelijke huurverhoging, waarbij huurders met een hoger inkomen een hogere huur betalen, heeft zijn doelen niet of nauwelijks gehaald. De huurverhogingen kunnen oplopen tot honderd euro per maand.
Dat blijkt uit een evaluatie van onderzoeksbureau RIGO in opdracht van de overheid. Voorstanders van de inkomensafhankelijke huurverhoging wilden op deze manier de doorstroming stimuleren van scheefhuurders naar koop en vrijesectorhuur. Ook zou er meer investeringsruimte bij woningcorporaties komen en zouden er minder hoge inkomens in een sociale huurwoning wonen. Deze doelen zijn niet of nauwelijks gehaald. De doorstroming is niet aantoonbaar verbeterd en er is amper investeringsruimte bijgekomen. Wel wonen er minder mensen met een hoog inkomen in een sociaal huurhuis, maar dat komt ook door de inkomensgrens bij woningtoewijzing.
In 2023 kregen ruim honderdduizend huishoudens een inkomensafhankelijke huurverhoging. Bijna een op de vijf huurt van een private verhuurder, ruim vier van de vijf huren bij een woningcorporatie.
ERIGO heeft in de evaluatie niet gekeken hoeveel huurders een scheefhuurboete krijgen terwijl ze een vrijesectorhuur betalen. Volgens de regels kunnen huurders met een huur van meer dan 879,66 euro nog steeds extra huurverhoging krijgen van honderd euro een per maand. Het is dus onbekend om hoeveel gevallen dat in de praktijk gaat.