Marte is ziek. Erg ziek. Normaal praat ze de oren van je hoofd. Nu zegt ze niks meer. Daar is ze te benauwd voor. En te moe. Ze heeft de 16e en laatste chemokuur gehad. Tegen haar zin, want haar gevoel zei; dat kan je lichaam niet meer aan. De dokter adviseerde echter om de reeks toch af te maken. Tja, wat doe je dan?
Iedereen was verbaasd over hoe goed Marte zich tijdens de eerste helft van de chemokuren hield. Ze was opgewekt, liep kilometers met haar hond, at goed en bleef zoveel mogelijk werken (ze is journaliste). Mensen zeiden tegen haar dat ze zo dapper was. Dat vond ze zelf niet. ‘Ik doe niets speciaals,’ zei ze.
En toen kwamen de klachten. Het begon met tranende, wazige ogen en bloedneuzen. Er kwam eczeem bij, op haar handen, ellebogen en gezicht. Heel pijnlijk, ze werd er ’s nachts wakker van. Opmaken mocht niet meer; nu moest ze met een ‘bloot’ gezicht vol rode uitslag over straat. "Ik voel me voor het eerst echt een patiënt", zei ze tegen me.
Vervolgens zwollen haar ogen en enkels op. Ze kon niet ver meer lopen, werd steeds kortademiger. Na elke kuur nam het eczeem toe – ze was duidelijk allergisch voor een van de medicijnen. Ik zat erbij en keek naar mijn lieve dochter die mijlenver weg was. Die al haar energie nodig had om het gevecht met de chemo aan te gaan. En die er zo kwetsbaar uitzag dat mijn hart brak.
Achteraf bleek dat ze die laatste kuur niet had mogen krijgen. Niet zozeer vanwege het eczeem (lastig, maar ongevaarlijk) als wel omdat ze door een van de middelen hartschade had opgelopen. Een bekende, maar zeer zeldzame bijwerking waar niemand in het ziekenhuis aan had gedacht. Behalve Marte zelf. Haar gevoel dat ze moest stoppen was juist geweest. Hadden we maar beter naar haar geluisterd.
Reageren
Wilt u een persoonlijke reactie sturen aan Francien? Stuur een email naar redactie@plusmagazine.nl
- Klik hier om terug te gaan naar het columnoverzicht
Marte - door Francien van Westering