De film Avatar zorgde voor een enorme belangstelling voor film kijken in 3D. Met de opkomst van de 3D tv wordt het ook mogelijk om thuis beelden te zien alsof u er middenin zit.
De geschiedenis van 3D
Het bekijken van beeld in 3 dimensies bestaat langer dan u wellicht zou vermoeden. Al in 1844 werd de Stereoscoop uitgevonden: een fototoestel waarmee 3D foto’s gemaakt konden worden. Een kleine eeuw later was ook de eerste echte 3D film in de bioscoop te zien. De 3D hype kwam daarna met enige regelmaat in de bioscoop terug. Onder andere in de jaren 50 en 80, toen het werd gebruikt als gimmick bij bepaalde horror- en science fictionfilms.
De regisseur van Avatar, James Cameron werkte vervolgens jarenlang aan een nieuwe technologie om het opnemen en vertonen van 3D naar een hoger niveau te brengen. Zowel technisch als financieel gezien werd dat een enorm succes. Perfecte timing voor de fabrikanten van televisies om hun versies van 3D tv op de markt te brengen.
De basis van 3D
De techniek van het vertonen van beeld in 3D is eigenlijk niet zo heel ingewikkeld. Men maakt slim gebruik van hoe wij zelf plat beeld omzetten in 3 dimensionaal beeld. Onze ogen zien eigenlijk de wereld in 2 dimensies. Maar omdat we er twee van hebben, die allebei net iets anders staan ten opzichte van een onderwerp, kunnen onze hersenen er vervolgens een 3D beeld van maken.
Bij het vertonen van 3D beeld maakt men gebruik van dezelfde methode. Daarom is het ook nodig dat u eerst een brilletje opzet bij het bekijken. Bij film in de bioscoop is dat een bril met verschillend gekleurde ‘glazen’. Een projector vertoont het beeld voor het linkeroog en een andere projector voor het rechteroog. Deze beelden verschillen een beetje qua opnamehoek: net zoals onze eigen ogen dit zouden waarnemen. De gekleurde glazen in de 3D bril zorgen ervoor dat het linkeroog alleen beeld krijgt bestemd voor het linkeroog: het andere beeld wordt eruit gefilterd. Hetzelfde geldt voor het rechteroog. Vervolgens maken onze hersenen er een mooi 3D beeld in ons hoofd van.
3D bij tv’s
Het principe bij 3D tv is in de basis hetzelfde: verschillende beelden worden naar het linker- en rechteroog verzonden. De bril die hiervoor tegenwoordig gebruikt wordt, is echter niet voorzien van twee gekleurde glazen. In plaats hiervan worden razendsnel op de tv beelden voor het linker- en rechteroog afgewisseld.
Nu moet er nog wel voor gezorgd worden dat ieder oog alleen ziet wat voor hem bestemd is. Hiervoor draagt de kijker een speciale bril met lcd-lenzen. Op het moment dat er een beeld verschijnt voor het linkeroog, wordt de lens voor dat oog doorzichtig en die voor het rechteroog ondoorzichtig. Het omgekeerde geldt voor het rechteroog. De tv en bril werken dus minutieus samen. Omdat het wisselen van het beeld zo snel gaat, merken onze hersenen het verschil niet en zien ze een ononderbroken beeld. Hiervoor zijn wel speciale 3D tv’s nodig die een hoge beeldfrequentie van 100 tot 200 Hz hebben. Des te hoger de frequentie, des te scherper het 3D beeld.
Deze field sequential-methode wordt het meest gebruikt door tv-fabrikanten. Maar er is ook nog een andere techniek. Deze komt voort uit het bezwaar om voortdurend een 3D bril te moeten dragen bij het televisie kijken. Bij deze techniek wordt de bril vervangen door een voorzetscherm voor de tv zelf. Het nadeel hiervan was wel eerst dat u op een plek voor de tv moest blijven zitten om een 3D beeld te hebben. Niet op de goede plek kijken en u zag een wazig beeld.
Inmiddels zijn er nieuwere versies van deze techniek waarbij het bijvoorbeeld mogelijk is vanuit 64 verschillende posities 3D beeld te zien. Ook zijn er systemen met camera’s die de positie van de kijker in de gaten houden en het 3D beeld daarop aanpassen. Hierbij kan echter maar een beperkt aantal kijkers in 3D meekijken.
3D tv in de praktijk
Hoewel de 3D technieken voor tv al langere tijd in ontwikkeling zijn, verschijnen er nu pas meerdere bruikbare 3D tv’s op de markt. Vooral het WK voetbal in Zuid-Afrika was een reden voor veel producenten om hun nieuwste 3D televisies op de markt te brengen of aan te kondigen. Deze apparatuur werkt inmiddels goed, maar het probleem is vooral nog een gebrek aan inhoud.
In Nederland bijvoorbeeld zijn de omroepen nog maar net bezig met het doorgeven van hun programma’s in HD-kwaliteit. Men zal nog niet snel beginnen aan het doorgeven van alweer een nieuwe techniek, die zich qua populariteit nog moet bewijzen. De prijzen zijn nog te hoog voor de gewone consument -denk aan een paar duizend euro- en 3D tv’s worden op dit moment daarom vooral gekocht door fans van de laatste technische snufjes. Er worden wel goedkopere 3D tv’s aangeboden als 3D Ready. Maar dit houdt in dat u later de 3D zender en 3D brillen nog apart moet aanschaffen.
Een eventuele boost in de populariteit moet vooral komen van de filmmarkt. Blu-ray is de aangewezen drager van biosscoopfilms in 3D kwaliteit. Overigens moet u hierbij wel gebruik maken van Blu-rayspelers die 3D kunnen afspelen. Sommige modellen kunnen met behulp van de software -firmware- al worden geüpgrade naar 3D.
Of 3D na digitale televisie de nieuwe revolutie gaat worden, is dus op dit moment nog koffiedik kijken. Gelukkig kunt u met een 3D tv ook prima naar ouderwets platte beelden kijken.