De nieuwste inzichten over het verband tussen psychische en lichamelijke gezondheid
Er verschijnen veel boeken over voeding, leefstijl en gezondheid. Diëtist/journalist Karine Hoenderdos leest én beoordeelt boeken voor Gezondheidsnet. Deze keer: “De darm-breinconnectie” van Gregor Hasler.
Kort en krachtig
Dit boek behandelt véél onderwerpen. Het gaat over de fysiologie van de hersenen, het zenuwstelsel en de darmen, over wetenschappelijke studies naar gedrag, hormonen en het darmmicrobioom, over de eigen ervaringen van de auteur met patiënten en over zijn hoogstpersoonlijke ervaringen met voeding en afvallen. Helaas is de auteur geen rasverteller, ontbreekt een duidelijke structuur en mis ik een stevige (eind)redactie bij dit boek. Door alle feiten, inzichten en anekdotes is het moeilijk om de draad te blijven volgen.
Wie is de auteur?
Gregor Hasler is een hoogleraar psychiatrie en psychotherapie aan de universiteit van Fribourg in Zwitserland. In de inleiding vertelt hij hoe hij als jongere zeer veel last had van darmproblemen. Het is één van de redenen waarom hij geneeskunde gaat studeren. Hij gaat onderzoek doen en toont daarin - volgens eigen zeggen - aan dat mensen met veel lichaamsvet in het algemeen impulsief en extravert zijn, terwijl ondergewicht gepaard gaat met angsten en zorgen. Daaruit ontstaat zijn fascinatie tussen geest, brein, voeding en darmen. Hij vindt dat de darmen cruciaal zijn voor een goede balans tussen gezondheid en ziekte, en spreekt daarom expres over de darm-breinconnectie (en niet de hersen-darmas, zoals vaker gebeurt). Hasler haalt in het boek regelmatig casussen aan uit de praktijk.
Waarover gaat dit boek?
Het boek gaat over de verschillende onderdelen van de darm-breinconnectie. Er is een hoofdstuk over de nervus vagus, de belangrijkste zenuwbaan van de darmen naar het brein. Er is een hoofdstuk over de hormonen die boodschappen tussen de darmen en het brein versturen, zoals oxytocine, dopamine en de verzadigingshormonen. En er zijn hoofdstukken over het beloningssysteem van het brein, darmbacteriën, het immuunsysteem, de lekkende darm en over parasieten. Het boek leest niet makkelijk. Ik ben zeer geïnteresseerd in het onderwerp en heb er al vaker boeken over gelezen, maar hier haakte ik toch regelmatig af. Hasler heeft namelijk geen soepele schrijfstijl, zijn zinnen zijn vrij wetenschappelijk en hij strooit met enorm veel feiten en kleine anekdotes, zodat je de draad kwijtraakt. Toch zijn sommige stukken wel interessant. Regelmatig vond ik de uitleg, bijvoorbeeld over de fysiologie van de hersenen of het zenuwstelsel, ook verhelderend.
Hasler put regelmatig uit zijn persoonlijk leven, of vertelt over patiënten uit de praktijk. Dan wisselt de stijl ineens van droog wetenschappelijk tot juist weer vrij simplistisch en bijna karikaturaal. Opvallend is dat hij dan uitsluitend succesverhalen deelt. Zo bespreekt hij een aantal patiënten waarbij hij LSD als therapie inzet, waarbij na één sessie een doorbraak in jarenlange problemen optreedt. Of hij meldt dat hij met groot succes yoga of mindfulness voorschrijft bij heftig getraumatiseerde of depressieve patiënten. Klinkt een beetje te mooi om waar te zijn, zeker omdat hij in de rest van het boek laat zien hoe ingewikkeld die darm-breinconnectie is. Zijn ideeën over voeding zijn hier en daar opmerkelijk. Hij is een voorstander van de “eiwithefboomhypothese” (mensen hebben dagelijks 200 kilocalorieën aan eiwit nodig, en eten ze minder, dan houden ze “eiwithonger”), hij claimt dat we niet verslaafd kunnen raken aan zout (“Verwen je maar weer eens met wat hoogwaardig zeezout!” is een advies uit het boek en hij is een voorstander van honger om op gewicht te blijven. Al met al is het boek een wonderlijke brij van wetenschap, fysiologie, anekdotes, weetjes en eigen overtuigingen. Ik denk dat het boek veel duidelijker was geworden met een goede eindredactie, een duidelijker structuur en vooral: het nodige schrappen.
Wat kun je praktisch met dit boek?
Niet zo veel. Je snapt na het lezen van het boek wel veel beter hoezeer brein en darmen (en de rest van het lichaam) samenhangen. Je zult daardoor misschien meer aandacht besteden aan voeding, of aan het goed functioneren van de spijsvertering. Maar wat je dan precies moet eten, of hoe je de spijsvertering kunt verbeteren, daarvoor geeft het boek geen praktische handvaten. Zijn advies om jezelf te verwennen met “hoogwaardig zeezout” neem je hopelijk met een korreltje zout.
Eindoordeel
Het onderwerp van het boek is ongelooflijk interessant. De auteur laat duidelijk zien hoe ingewikkeld ons lichaam is, en hoe ingenieus de darmen en het brein samenwerken. Het boek zou wel een stuk leesbaarder en gestructureerder kunnen zijn. Ik ben bang dat veel mensen halverwege (of eerder) afhaken en dat is jammer.