Een consument koopt een puppy, die snel daarna een oogziekte krijgt waaraan het dier overlijdt. Toch hoeft de verkoper de aankoopprijs niet terug te betalen, omdat de koper niet kan aantonen dat de fatale oogziekte erfelijk is.
Dat blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant. De puppy is in juni 2017 voor 1750 euro gekocht. Ruim een half jaar later is het dier al overleden aan een oogziekte. De koper denkt dat de ziekte erfelijk is en eist een schadevergoeding van de verkoper, mede omdat in de verkoopovereenkomst staat dat de verkoper de kosten vergoed bij een erfelijke afwijking.
De Rechtbank wijst dit af. Om vergoeding te krijgen moet de koper bewijzen dat de oogziekte erfelijk is. Dat is in deze zaak niet gebeurd. Een erfelijke ziekte is namelijk niet naar voren gekomen uit DNA-onderzoek en evenmin uit controles van dierenartsen. De koper heeft ook niet kunnen bewijzen dat de verkoper op de hoogte was van de oogziekte tijdens de verkoop. Uit de uitspraak blijkt dat een koper alleen recht op schadevergoeding heeft als hij kan bewijzen dat de erfelijke afwijking al aanwezig was op het moment van de koop.
Bron: Hellolaw.com