Een geschikte woning
Van de 55-plussers heeft 41 procent op dit moment een concrete wens voor een geschikte woning voor de oude dag. Dat is geen verre toekomstmuziek. 57 procent van de 55-pussers wil binnen nu en twee jaar concrete actie op hun veranderende woonwensen gaan ondernemen.
Dat blijkt uit een het Centraal Beheer trendonderzoek Woonwensen. Bij de helft van de 55-plussers komt de veranderende woonwens door beperkingen in de fysieke gezondheid en mobiliteit. Hoe ouder mensen worden, des te meer dit een rol gaat spelen.
In praktijk zijn er voor ouderen drempels om in actie te komen. Het gebrek aan geschikte woningen (40 procent) is het grootste probleem, gevolgd door het “gedoe” dat er bij een verhuizing komt kijken (26 procent). Geld (25 procent) is niet het voornaamste obstakel.
Oplossingen
In het onderzoek is gevraagd hoe mensen naar andere oplossingen kijken. 45 procent van de respondenten vindt dat ouderen voorrang zouden moeten krijgen bij geschikte woningen. Twaalf procent vindt dat ouderen bij familie of kinderen in huis zouden kunnen wonen. Ouderen zelf vinden dat laatste geen goed idee: slechts vijf procent wil bij familie of kinderen intrekken.
Kleiner wonen
Ook de Hypotheker heeft onlangs de woningmarkt onderzocht en komt tot vergelijkbare resultaten als Centraal Beheer. Volgens hun onderzoek wil de helft van de 55-plussers met een koopwoning binnen twee jaar verhuizen. De voorkeur gaat daarbij uit naar een kleinere en levensloopbestendige woning. De potentiële verhuizers zijn niet optimistisch. Vanwege de schaarste op de woningmarkt verwachten ruim zeven op de tien senioren dat het moeilijk zal worden om een geschikte woning te vinden. Veel senioren vrezen daarom dat zij noodgedwongen langer in de bestaande woning zullen blijven.