Agressief gedrag bij het gebruik van antidepressiva komt zelden voor
In de bijsluiters van antidepressiva, zoals selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s), staat dat agressie kan ontstaan. Hoe groot is het risico op deze bijwerking? En wat kunnen de oorzaken zijn van het agressieve gedrag? Bijwerkingencentrum Lareb legt het voor je uit.
Hoe groot is het risico op agressie bij het gebruik van SSRI’s?
Onderzoeken naar agressie bij het gebruik van SSRI’s spreken elkaar tegen. De meeste onderzoeken vinden geen verhoogd risico op agressie bij het gebruiken van SSRI’s. Maar in enkele andere onderzoeken is wel een verhoogd risico gevonden. Daarnaast kunnen SSRI’s ook juist agressie verminderen bij mensen met een psychische aandoening(en). De aandoening waarvoor iemand een SSRI gebruikt, zoals schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen en manie, kan ook te maken hebben met het ontwikkelen van agressie.
Door de tegensprekende onderzoeken en de onderliggende psychische aandoening(en) is het moeilijk te bepalen hoe groot het risico op het ontwikkelen van agressie door het gebruik van een SSRI precies is. Wel is duidelijk dat het zelden voor komt. Als agressie ontstaat, zal de agressie zich vaak binnen een maand na het starten met het gebruiken van een SSRI ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om in deze periode goed op te letten en te overleggen met de behandeld arts.
Wat is de oorzaak van agressie?
Serotonine is een signaalstofje dat zenuwen in de hersenen aanstuurt. Het is betrokken bij verschillende lichaamsfuncties, zoals slaap, stress, agressief gedrag, depressie en angst. Bij te weinig serotonine kan angst, depressie en/of agressief gedrag ontstaan. Maar SSRI’s zorgen juist voor meer serotonine en worden zelfs gebruikt om agressief gedrag te behandelen. Daarom is de oorzaak van het ontstaan van agressief gedrag bij het gebruiken van SSRI’s onduidelijk.
Het agressieve gedrag kan mogelijk ook een gevolg zijn van slapeloosheid, zenuwachtigheid, opwinding, irritatie en hyperactiviteit die kan ontstaan bij het gebruik van SSRI’s. Ook beschrijven onderzoekers dat het agressieve gedrag kan ontstaan door innerlijke bewegingsonrust. Dit wordt ook wel acathisie genoemd en is een bekende maar zeldzame bijwerking van SSRI’s.
Bij agressie spelen verschillende factoren een rol
Agressie kan door veel verschillende factoren ontstaan. Zo kunnen genetische factoren, sociale en medische voorgeschiedenis, verslavingen, de omgeving en onderlinge relaties allemaal een rol spelen bij de ontwikkeling van agressie. Ook kan de psychische aandoening zorgen voor agressief gedrag. Zo komt agressie vaker voor bij schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen, manie en psychotische depressie. Daarom is het moeilijk te bepalen of de agressie ontstaat door het gebruik van de SSRI’s, of dat het een kenmerk van de aandoening zelf is. Het is daarom belangrijk om je klachten altijd met je arts of apotheker te bespreken.
Wil je zelf een bijwerking van een medicijn melden bij Bijwerkingencentrum Lareb? Dat kan via mijnbijwerking.nl.
Dit artikel is geschreven door Bijwerkingencentrum Lareb. Dit is het Nederlandse meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van medicijnen, vaccins en gezondheidsproducten. Ook is Lareb het kenniscentrum voor medicijngebruik rondom de zwangerschaps- en borstvoedingsperiode: Moeders van Morgen. Om de veiligheid van medicijnen en vaccins te bewaken, verzamelt en analyseert Lareb meldingen van mogelijke bijwerkingen. Daarnaast doet Lareb vragenlijstonderzoeken en verspreidt Lareb kennis over bijwerkingen zo veel mogelijk.