Zo maak je mooie portretten met je smartphone

Wel of niet flitsen?

Veel mensen gebruiken áltijd de flitser van hun mobiel. Dat is niet aan te ­raden, want de ­geportretteerde wordt er bijna nooit mooier van. Doordat de flitser klein en fel is, worden schaduwen harder en rimpels extra zichtbaar. Ook kan de ­weerkaatsing van het licht ervoor zorgen dat de huid vet overkomt. En doordat het licht recht van voren komt, krijg je ook te maken met de gevreesde rode ogen.
Er is wel een uitzondering: bij sterk tegenlicht ­(bijvoorbeeld door de ondergaande zon) kun je de flitser gebruiken om ­ervoor te zorgen dat het model niet als een silhouet op de foto komt. Dit heet een invulflits. ­Lastig met een mobieltje, maar onder deze omstandigheden soms het proberen waard.

Bij de rechterfoto is de flitser gebruikt. Het gezicht is overbelicht en de flits veroorzaakte rode ogen.

Is het licht zacht?

Felle zon veroorzaakt veel harde ­lijnen in het gezicht. Foto­grafeer liever in de schaduw, bij bewolkt weer of dicht bij een raam. Veel fotografen zijn dol op ramen op het noorden. Je hebt dan een zachte lichtval, wat veel ­flatteuzer is. De mooiste foto’s ontstaan wanneer de lichtbron van opzij komt. Op deze wijze krijg je een mooi verloop van licht naar ­donker in het gezicht. Zet daarom het model naast het raam en laat hem of haar een beetje naar het raam toe kijken. Als het ­model met één schouder iets naar ­voren staat, geeft dat een ­slankere indruk.

Bij de rechterfoto is het licht te hard; de lijnen in het gezicht van het model worden daardoor onnodig benadrukt en ze knijpt haar ogen dicht tegen de zon.  

Kijkt ze ontspannen?

Voor een goede foto is een zekere vertrouwensband nodig tussen het model en de fotograaf. Daarom is het belangrijk om eerst in gesprek te zijn met elkaar.
Is het model gespannen en wil je een lach ontlokken, dan helpt het vaak om zelf te lachen terwijl je de foto maakt. Een geposeerde ‘neplach’ pik je er zo uit. Afhankelijk van de uitstraling die je zoekt, kun je ook een scenario ­beschrijven. Beschrijf een grappige, droevige of liefdevolle situatie en gebruik de ­gevoelens die bij het model opkomen voor de foto.

Rechts heeft het meisje een wat afwachtende en gereserveerde uitdrukking. Er is geen echte verbinding met de kijker.

Hoe deel je de foto in?

Als je bij het maken van een portretfoto de ogen van het model centraal plaatst, hou je waarschijnlijk veel ruimte over boven het hoofd. Dat is een soort niemandsland dat de foto saai maakt. Probeer de camera iets lager te richten. Je legt de nadruk daarmee op de persoon en niet op de ­achtergrond. Kijkt hij of zij niet recht in de camera, maar opzij? Zorg dan dat je de foto horizontaal maakt, met de meeste ruimte in de kijkrichting. Op die manier geef je de kijker zicht op de omgeving waar de persoon naar kijkt. Als je het ­‘kader’ laat eindigen vlak bij het gezicht, kan de foto beknellend overkomen.

Bij de bovenste foto is er te veel ruimte boven het hoofd en te weinig ruimte links naast het gezicht.

Fotograaf Martijn den Breejen geeft onder andere cursussen portret- en landschapsfotografie. Kijk op zijn website www.terragraphic.nl
Meer tips en artikelen over de computer en internet leest u op www.seniorweb.nl