Zelf de belastingaangifte invullen wordt steeds makkelijker, zeker met deze lijst met aftrekposten. Zo weet u zeker dat u niets vergeet. Tel uw kosten op, bereken of u ze kunt aftrekken en geniet belastingvoordeel. In dit deel staan de aftrekposten van uw pensioen centraal.
Lijfrente
Hebt u in het afgelopen jaar premie betaald voor een lijfrente of een bankspaarproduct voor pensioen? Vergeet dan niet deze af te trekken. U kunt alleen dat deel van de premie aftrekken dat past bij uw jaarruimte. De jaarruimte is afhankelijk van uw pensioentekort. Zonder pensioentekort is er geen aftrek mogelijk.De berekening van de jaarruimte is vrij ingewikkeld. U kunt deze zelf maken met de rekenhulp in het aangifteprogramma of op www.belastingdienst.nl (zoek op rekenhulp lijfrentepremie). Of schakel een belastingadviseur in. Bij de berekening gebruikt u niet alleen uw reguliere maandinkomen, maar ook een eventuele bonus, provisie of bijtelling voor een auto van de zaak. Deze staan in de jaaropgave van uw werkgever.
Naast de jaarruimte hebt u mogelijk nog een inhaalruimte. Dit is het totaal van de niet-gebruikte jaarruimte over de afgelopen zeven jaar. In de aangifte over 2012 mag u alleen premies en inleg aftrekken die u in 2012 daadwerkelijk hebt betaald. Het is dus niet meer mogelijk om nog in 2013 extra premie te betalen om uw belastbaar inkomen over 2012 te drukken.
Meer inkomensbronnen
Veel mensen hebben na hun 65ste meer dan één inkomensbron in box 1: een AOW-uitkering en een pensioen. Sommigen hebben ook een lijfrente-uitkering. De instanties die verantwoordelijk zijn voor het uitkeren van deze inkomsten houden ieder voor zich loonheffing in. Ze houden er daarbij geen rekening mee dat er meer inkomensbronnen zijn.
Bij alle inkomensbronnen wordt dus eerst loonheffing berekend over de eerste schijf en vervolgens over de tweede schijf. Dat geeft een te rooskleurig beeld. Eigenlijk moeten eerst alle inkomensbestanddelen bij elkaar worden opgeteld voordat het inkomen in schijven wordt gedeeld. In die berekening valt een groter deel van het inkomen in de tweede schijf, en misschien ook wel een deel in de derde of vierde. De belasting pakt daardoor in werkelijkheid hoger uit.
De belastingaangifte heeft derhalve tot gevolg dat u een flink bedrag moet bijbetalen. Om dit te voorkomen, kunt u een voorlopige aanslag aanvragen. Daarin geeft u het bedrag uit de verschillende inkomensbronnen op. Het aangifteprogramma rekent dan het verschil uit tussen de in te houden loonheffing en het verschuldigde bedrag aan inkomstenbelasting. Voor dit verschil krijgt u een voorlopige aanslag. Toch bestaat de kans dat u na afloop van het jaar weer belasting moet bijbetalen, omdat de berekening van het programma niet helemaal klopt.
In 2012 65 jaar geworden?
Dan geldt er een bijzondere situatie. Na de 65ste verjaardag hoeft u namelijk geen premie AOW meer te betalen. Dat scheelt een slok op een borrel. Het tarief in de eerste twee schijven zakt daardoor met maar liefst 17,9 procent. De meeste heffingskortingen daarentegen zijn voor 65-plussers flink lager.
In het jaar waarin u 65 wordt, gelden een deel van het jaar alle regels voor 65-minners en een deel van het jaar alle regels voor 65-plussers. Het geldende tarief wordt berekend aan de hand van de maand waarin u jarig bent.
De loonheffing, die uw werkgever of uitkerende instantie inhoudt, is in de maanden dat u nog geen 65 bent hoog en de maanden erna laag. De inkomstenbelasting, die wordt berekend aan de hand van uw aangifte, gaat uit van een gemiddeld tarief over uw hele jaarinkomen.
Dat kan een verschil opleveren, waardoor u moet bijbetalen of geld terugkrijgt. De heffingskortingen zijn juist lager in de maanden dat u 65 bent. Werkgevers en uitkerende instanties rekenen het eerste deel van het jaar met een hoge heffingskorting, het tweede deel met een lage.
De fiscus daarentegen berekent een gemiddelde heffingskorting over het hele jaar aan de hand van de maand waarin u 65 wordt. Wat bij de inhouding van loonheffing te veel of te weinig is verrekend, wordt in de aangifte gecorrigeerd.
- Plus Magazine