De inflatie stijgt dit jaar naar meer dan vijf procent en dat voelen we in onze portemonnee. De overheid heeft 2,8 miljard euro uitgetrokken om de pijn te verzachten.
Vooral de sterk gestegen energie en brandstofprijzen slaan een enorme deuk in onze koopkracht.
Het kabinet maakte eerder bekend dit verlies aan koopkracht niet voor iedereen volledig te kunnen compenseren
maar had wel plannen om de gevolgen te 'dempen'. In eerste instantie leken deze maatregelen nog maanden op zich
te laten wachten, maar na wat politieke druk is er nu haast gemaakt met deze maatregelen.
De compensatiemaatregelen voor onze koopkracht op een rij
- De accijnzen op brandstoffen gaan per 1 april omlaag. Dat scheelt waarschijnlijk tussen de 11 en 17 cent op per liter.
- De BTW op gas en stroom gaat omlaag van 21 naar 9 procent. Hoeveel dat scheelt, hangt onder meer af van je contract en het verbruik en verschilt dus sterk per gezin.
- De energietoeslag voor minima wordt verhoogd naar 800 euro (was 200 euro). Deze maatregel raakt naar verwachting zo'n 800.000 huishoudens met een inkomen rond bijstandsniveau die vaak in slecht geisoleerde huizen wonen.
Dat het kabinet deze maatregelen nu al aankondigd is uniek, want er zijn meestal maar twee momenten per jaar waarop de overheid de begroting kan wijzigen. De 2,8 miljard euro die het kabinet hiervoor uittrekt wordt opgeteld bij de staatsschuld en gaat dus niet ten koste van andere middelen. Economen hebben kritiek op deze keuze, omdat de rekening
van deze noodoplossing zo wordt doorgeschoven naar volgende generaties.