Hoe spaar je een buffer bij elkaar?

Dat is nu eens een leuk en nuttig idee; die 'bufferberekenaar': een programmaatje dat sinds kort op Nibud-site staat, waarmee je kunt berekenen welk spaarcente je minimaal zou moeten hebben.

Vul leeftijd, aantal thuiswonende kinderen, koop- of huurhuis, en je inkomen in, en je krijgt een minimumbuffer te zien en een (hogere) adviesbuffer. Een alleenstaande met de laagst mogelijke uitkering en huursubsidie zou een minimumbuffer van € 3600 moeten hebben en liefst € 4600. Iedereen met een hoger inkomen zou een hogere buffer moeten hebben. Iedereen met wat geld achter de hand zal kunnen bevestigen dat het een fantastisch en rustgevend idee is als je bij een noodgeval niet meteen in de financiële problemen komt.

Hoe komt je aan die buffer?

Maar juist met een laag inkomen zul je je onmiddellijk afvragen waar je zo'n bedrag in vredesnaam vandaan haalt. Ook hierbij biedt het Nibud hulp. Je kunt onder het hoofdje 'spaarplan' intoetsen hoe weinig geld je al hébt op een spaarrekening, hoeveel je zou willen hebben als buffer en hoeveel je kunt sparen per maand. Dan berekent het programmaatje hoe lang je daar over gaat doen. Als je een buffer hebt van € 1000 en je zou € 3000 willen hebben, en je kunt € 20 per maand sparen gaat dat meer dan 8 jaar duren. Als je dat leest zou de moed in je schoenen zinken. Niet nodig.

Marieke's minicursus 'sparen doe je zo':

• 1: Maak meteen als je geld binnenkomt een klein overzicht. Bovenaan je saldo. Trek creditcard- en andere uitgaven die je al gedaan hebt eraf, en vervolgens je vaste lasten en een redelijk bedrag voor boodschappen. Bedenk welke rekeningen je verder verwacht en trek die er ook af. Het overblijvende bedrag kun je sparen, en dit is de truc: dat moet je ook onmiddellijk doen. Dus niet wachten om te zien of het inderdaad wel overblijft.
• 2: Spaar altijd (automatisch) een minimaal bedrag, het loopt bij elkaar toch op.
• 3: Bij een laag inkomen horen allerlei extra toeslagen (zie www.rechtopgeld.nl). Langdurigheidstoeslag (zo'n € 300 per jaar), chronische ziektentoeslag (idem), vakantiegeld (€ 500 per jaar). Probeer deze grote bedragen standaard geheel of gedeeltelijk te sparen, dat scheelt enorm.
• 4: Plunder je spaarrekening niet te makkelijk. Spreek met jezelf af dat je streeft naar een minimaal bedrag voor noodzakelijke- en/of noodgevallen. Schrijf ook voor jezelf op waar je het spaargeld aan wilt besteden. Bijvoorbeeld aan onmisbare apparaten als wasmachine. Of bestem een deel van het spaargeld voor het (toekomstige) vervangen van een auto.
• 5: Controleer hoeveel rente je krijgt op je spaarrekening. Minder dan 3% zou je eigenlijk niet moeten accepteren. Overweeg of je wilt overstappen naar een rekening met meer rente, kijk op www.vanspaarbankveranderen.nl.