Sinds 1 januari 2015 gelden strengere regels voor pensioenfondsen. Dat moet uw pensioen beter bestand maken tegen nieuwe dompers. Wat betekent dit voor uw portemonnee?
Eén ding is zeker over uw pensioen: niemand kan u vertellen hoeveel u op termijn zult krijgen. De pensioenfondsen moeten sinds begin dit jaar grotere geldbuffers aanleggen om tegenslagen op te vangen, zoals de vergrijzing en de dalende rente. De keerzijde van deze oppotplicht is dat de fondsen jarenlang geen geld overhouden om uw oudedagsuitkering te indexeren, ofwel te verhogen voor de gestegen prijzen. Laat staan dat ze geld overhouden om de verlagingen te repareren die de afgelopen jaren uw pensioen al hebben aangetast. De afgelopen maanden buitelden de pensioendeskundigen over elkaar heen met rekensommetjes over de gevolgen van de nieuwe pensioenregels. Maar al die ramingen lopen flink uiteen. Dit komt doordat de opbouw van uw pensioen afhankelijk is van veel factoren. Zoals de grillige economie, de onvoorspelbare rente, de ups en downs op de aandelenbeurzen en niet te vergeten de vraag hoelang wij leven.
Grotere stroppenpot
De nieuwe regels verkleinen in ieder geval de kans dat uw pensioen plotseling fors verlaagd moet worden vanwege onverwachte tegenvallers. De stroppenpot moet voortaan zo groot zijn dat tegenover iedere euro die uw fonds in de toekomst aan u moet uitkeren, 104,2 eurocent aan reserves staat. Tegen 2023 moet deze dekkingsgraad zelfs gestegen zijn tot minstens 123 cent. Dit klinkt geruststellend, en dat is het deels ook. Volgens de nieuwe regels mag het pensioenfonds bij zwaar weer een verlaging van uw pensioen vijf jaar uitstellen. Is de financiële situatie na die periode niet op orde, dan wordt er alsnog gekort op uw pensioen. De fondsen mogen die verlaging in stapjes uitsmeren over tien jaar. De kans op een fikse korting ineens wordt dus verkleind. Per saldo mag u er voor de komende jaren op rekenen dat u geen abrupte kortingen meer krijgt, maar ook geen verhogingen.
Niet in te halen achterstand
Wordt de pensioenpijn met de nieuwe regels eerlijker verdeeld over de generaties? De pensioendeskundigen zijn ook hierover verdeeld. Sommigen stellen dat dertigers op den duur 6 procent beter af zijn dan onder het huidige stelsel. Zij profiteren op de lange duur hopelijk van de grotere buffers die de fondsen nu aanleggen. Er blijft voor hen meer geld in de pensioenpot. Zeventigers daarentegen leveren juist tot 3 procent koopkracht in: zij kunnen de opgelopen achterstand eenvoudig niet meer inhalen. Maar de Pensioenfederatie, een belangenclub van 260 pensioenfondsen, noemt dit beeld te optimistisch. De fondsen moeten er misschien dertig jaar over doen om alle inmiddels opgelopen achterstanden in te halen. Al die tijd mogen zij niet indexeren. Dit zou betekenen dat zowel ouderen als jongeren op hun oude dag een pensioen krijgen dat aangeknaagd is door de inflatie. De pensioenfondsen vinden de nieuwe indexatieregels onnodig streng. En zij noemen de verplichte hogere buffers overbodig, omdat hun spaarpotten de afgelopen zes jaar alweer aardig hersteld zijn. Toch ging het parlement akkoord met de strengere regels.
Indexatie blijft uit
Valt er dan niets te voorspellen over uw portemonnee? Toch wel. Het grootste pensioenfonds ABP (overheidspersoneel) heeft berekend dat het pensioen vanwege het uitblijven van de indexatie 3 procent daalt. Voor een gemiddeld ambtenarenpensioen van €700 per maand komt dit neer op twee tientjes minder in de maand.
Zoals gezegd, alle sommetjes gaan vergezeld van mitsen en maren. Niemand weet het exact. De huidige lage inflatie is bijvoorbeeld goed voor uw koopkracht. De huidige lage rente verslechtert daarentegen uw pensioenopbouw. Dat de pensioencrisis een flinke bres geslagen heeft in de opgebouwde pensioenen, daarover is iedereen het wel eens. Bij veel fondsen is de achterstand inmiddels opgelopen tot wel 10 procent. Daar komt, door het uitblijven van indexatie, de komende jaren een nog onbekend verlies bovenop. Het ABP schat dat het uiteindelijke pensioengat bij zijn deelnemers kan uitkomen op 16 procent. Maar het kan erger: er zijn fondsen waar een kwart van het beloofde pensioen in rook dreigt op te gaan.
Pensioen meenemen
Er is ook goed nieuws: volgens de nieuwe pensioenregels is het voortaan altijd mogelijk uw opgebouwde pensioen mee te nemen naar een ander pensioenfonds, bijvoorbeeld als u van baan verandert. Tot nog toe was dit niet altijd mogelijk.
Dekkingsgraad te laag
- ABP - 101,1%
- Zorg & Welzijn - 102%
- PMT - 103%
- PME - 102%
- Bouw - 114,5%
Huidige dekkingsgraad van de vijf grootste pensioenfondsen. Alleen Bouw zit boven de huidige norm van 104,2%. Ranglijst op basis van totaal vermogen, december 2014.