Omgangsregeling voor grootouders
Opa's en oma's van gescheiden ouders hebben ook verdriet. Gelukkig bestaat er ook een kans op een omgangsregeling, stelt notaris Aniel Autar.
Een echtscheiding leidt vaak tot veel emoties en verdriet. Vroeger was er veel aandacht voor de belangen en gevoelens van de toekomstige ex-echtgenoten en ex-partners. In de afgelopen jaren heeft de positie van minderjarige kinderen ook meer belangstelling van de politiek gekregen. Zo zijn scheidende ouders van minderjarige kinderen sinds vorig jaar wettelijk verplicht een ouderschapsplan te maken. Eerder schreef ik hier al over in Geld en Recht. Maar hoe zit het met de rechten van opa’s en oma’s?
Oneerlijk
Ga even met mij terug in de tijd: dag en nacht stond u voor uw kinderen klaar. En toen uw zoon met de liefde van zijn leven ging trouwen, kreeg u het als eerst te horen. Van blijdschap deelde u dit nieuws met iedereen die het wilde horen. Ook tijdens hun huwelijk mochten uw zoon- en schoondochter op u bouwen. En toen uw kleindochter werd geboren, gingen zij er als vanzelfsprekend vanuit dat u tenminste een dag per week wilde oppassen. Het jonge stel wilde namelijk ook carrière maken en in hun koophuis blijven wonen. Natuurlijk deed u alles met veel liefde. Maar wat gebeurt er eigenlijk als uw zoon en schoondochter besluiten te scheiden? Of wat gebeurt er als u ruzie krijgt met uw zoon en schoondochter? Mag u dan nog steeds iedere woensdag voor uw kleindochter zorgen? Of bent u afhankelijk van de grimmen van haar ouders? Jaarlijks leggen veel opa’s en oma’s zich met pijn in het hart er bij neer dat ‘het over en uit is’.
Nauwe persoonlijke betrekking?
En toch zijn grootouders niet altijd afhankelijk van hun (ex-schoon)kind. Als er sprake is van ‘family-life’ hebben zij namelijk ook een omgangsrecht met hun kleinkinderen. Dit recht ontlenen de grootouders aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. In artikel 8 van dat verdrag is bepaald dat family-life beschermd wordt. Nederlandse juristen spreken van een nauwe persoonlijke betrekking (als ik voor niet-juristen spreek, heb ik het over een hechte familie relatie). Maar wanneer is er sprake van een nauwe persoonlijke betrekking waarop oma’s en opa’s een beroep kunnen doen?
Uitspraak Gerechtshof Arnhem (2005)
Op 2 augustus 2005 oordeelde het Gerechtshof te Arnhem over de vraag of de grootouders recht hadden op een omgangsregeling (lees uitspraak). In die zaak ging het om grootouders die een omgangsregeling wensten met de kinderen van hun overleden dochter. Toen hun schoonzoon enkele jaren na het overlijden van hun dochter een nieuwe relatie kreeg, verslechterde de verstandhouding met de schoonzoon. Een aantal keren escaleerde dit zelfs. De grootouders verklaarden later dat zij spijt van hun gedrag hadden. Het Gerechtshof was van mening dat je in het algemeen ervan mag gaan dat het belangrijk is als kleinkinderen een goede omgang houden met hun grootouders. Vanwege de ernstig verstoorde verhoudingen vond het Gerechtshof een omgangsregeling echter niet in het belang van de kinderen.
Uitspraak Gerechtshof Den Haag (2010)
Op 31 maart 2010 deed het Gerechtshof te Den Haag een verrassende uitspraak. Wat was er aan de hand? Na de scheiding van haar zoon en schoondochter, werd het kleinkind aan de ex-schoondochter toegewezen. Laten we het kleinkind Florentine noemen. De ex-schoondochter wilde dat Florentine zo min mogelijk contact had met oma (van vaderskant). De teleurgestelde grootmoeder liet het hier niet bij zitten en stapte naar de rechter. Tijdens de juridische procedure werd duidelijk dat zij haar kleinkind ruim zes jaar wekelijks op de donderdag had opgevangen. Daarnaast logeerde Florentine regelmatig bij haar oma en verbleef zij bij haar als oma ziek was. Als gevolg van dit alles, was het Gerechtshof van mening dat er een nauwe persoonlijke betrekking tussen Florentine en zijn oma bestonden.
Nu de rechter ‘family life’ had vastgesteld, kon de ex-schoondochter maar één ding doen: de rechter ervan te proberen te overtuigen dat het niet in het belang van Florentine was als er een omgangsregeling zou komen. Zo vertelde zij aan de rechter dat Florentine moe was en regelmatig hoofd- en buikpijn had. De ex-schoondochter vertelde voorts dat de familieverhoudingen zodanig verslechterd waren dat zelfs de politie er aan te pas moest komen. Ten slotte stelde de ex-schoondochter dat het nonsens was dat de oma een omgangsregeling wenste. Florentine’s vader was na de scheiding namelijk bij zijn moeder ingetrokken. En omdat Florentine eens in de twee weken een weekend bij haar vader verbleef, zag zij haar grootmoeder dus al.
Het Gerechtshof maakte korte metten met het standpunt van Florentine’s moeder. Het Hof gaf toe dat verhoudingen verstoord waren en dat Florentine als gevolg daarvan klem was komen te zitten. Maar het was de raadsheren ook duidelijk dat Florentine contact wilde hebben met haar oma. Om die reden besloot het Gerechtshof de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden een omgangsregeling tussen oma en Florentine tot stand te brengen. In de tussentijd kreeg grootmoeder haar kleindochter één donderdagmiddag per vier weken toegewezen.
Mr. A.R. Autar is als notaris verbonden ben aan Kooijman Lambert Notarissen te Rotterdam en docent aan een aantal opleidingsinstituten