Na 40 jaar huren ga ik verhuizen naar een seniorenflat. De verhuurder wil dat ik de woning achterlaat zoals ik hem heb aangetroffen, maar ik weet niet meer hoe dat 40 jaar geleden was.
Voor huurcontracten die na 2003 zijn afgesloten is een opname staat bij aanvang van de huur verplicht. Bij woningen die al voor 2003 gehuurd zijn ontbreekt vaak zo’n opname staat. Is hij er wel, dan moet de woning worden opgeleverd volgens de opname staat, normale slijtage daar gelaten. Is er geen opnamestaat van uw woning, dan moet u de woning in goede staat achterlaten. Juist over het begrip ‘goede staat’ kan verschil van mening bestaan. Vond u de woning bij aanvang al niet in goede staat, dan is het aan u om dat aan te tonen.
Bij u eist de verhuurder dat de woning in dezelfde staat wordt achtergelaten, als dat hij door u is gehuurd veertig jaar geleden. Die eis is niet redelijk, de verhuurder zal genoegen moeten nemen met de woning in goede staat achterlaten.
Hebt u zelf veranderingen aangebracht, dan mogen die blijven zitten als ze met toestemming van uw verhuurder zijn aangebracht (tenzij anders bepaald). Ook als ze de verhuurbaarheid niet schaden mogen ze blijven, bijvoorbeeld een vensterbank die er eerst niet was en die u zelf hebt aangebracht.
De verhuurder is voor de door u aangebrachte zaken niet verplicht om een vergoeding te geven. Bent u anders overeen gekomen dan wel. Maar hebt u door bijvoorbeeld de opzegging van de huur uw investering nog niet kunnen terugverdienen of als de verhuurder door de door u aangebrachte zaken een hogere huur kan vragen aan de nieuwe huurder, hebt u recht op een vergoeding.
Om te voorkomen dat u te weinig tijd hebt om door u aangebrachte aanpassingen te verwijderen of gebreken te herstellen, doet u er goed aan om vroegtijdig een voorinspectie met de verhuurder af te spreken. Komt u er met de verhuurder niet uit, dan moet de rechter beslissen over wie er gelijk heeft.