Huisvuil staat regelmatig op een verkeerde plaats, bijvoorbeeld naast de vuilniscontainer. Een gemeente kan dan uitzoeken van wie het huisvuil afkomstig is. Die persoon geldt als de 'dader', tenzij hij het tegendeel kan aantonen. De eis aan dat tegenbewijs is nu versoepeld, dankzij een uitspraak van de Raad van State.
Drie inwoners van Den Haag zijn naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gestapt. De gemeente had deze inwoners een rekening gestuurd voor het opruimen van verkeerd aangeboden huisvuil. Het ging om twee kartonnen dozen à 126 euro en om een vuilniszak à 160 euro. De inwoners ontkenden niet dat het hun vuilnis was, maar ze ontkenden wel dat zij het verkeerd hadden neergezet. De gemeente Den Haag eiste voor die ontkenning onomstotelijk bewijs en dat konden de inwoners niet leveren.
De eerste zaak draaide om een vrouw die al jarenlang dezelfde bestelling plaatst bij Mediq. Zij ontvangt altijd acht dozen, maar dit keer had zij er slechts drie ontvangen. De vrouw heeft bij Mediq geklaagd over de bezorging en die klacht is doorgezet naar PostNL. Zij kon de betreffende e-mails laten zien. Hoogstwaarschijnlijk was de doos bij de vuilcontainer een van de vijf niet-bezorgde dozen, die iemand ander daar heeft neergezet. De e-mail is geen spijkerhard bewijs dat zij het niet gedaan heeft, maar de Raad van State vindt het verhaal zo aannemelijk dat de vrouw de boete niet hoeft te betalen.
Geadresseerde post
De tweede en derde zaak zijn vergelijkbaar. In een verkeerd achtergelaten vuilniszak werd geadresseerde post aangetroffen. De bewoner van het adres ontkent dat hij de vuilniszak buiten heeft gezet. De post was gericht aan de vorige bewoners en hij heeft de gewoonte die post naast de brievenbussen te leggen. Waarschijnlijk hebben schoonmakers de post met ander afval in een vuilniszak gedaan en bij de vuilniscontainer gezet. Ook dit verhaal vond de Raad van State overtuigend genoeg om de boete te vernietigen.
In de derde zaak had een inwoner een doos met oude spullen bij het grof vuil gezet. De man had een e-mail met een afspraak over het ophalen van het grof vuil. Later werd die doos bij de oud papiercontainer aangetroffen. Waarschijnlijk heeft iemand de doos bij het grof vuil weggenomen en later bij de papier container gezet. Vanwege de e-mail vindt de Raad van State het verhaal van de man aannemelijk en vervalt de boete.
- Raadvanstate