Een verzekeraar mag de reisverzekering niet beëindigen bij het bereiken van de maximale dekkingstermijn als een verzekerde nog steeds ziek in het buitenland is. De verzekering moet automatisch geldig blijven tot de eerste mogelijke terugkeer van de verzekerde.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening. Een echtpaar sluit voor een reis naar Thailand in 2017 een reisverzekering af voor onverwachte spoedeisende medische kosten. De reisverzekering sluit aan op de ziektekostenverzekering, die bij dezelfde verzekeraar loopt.
In Thailand wordt de man ernstig ziek en de behandelend artsen verklaren hem 'not fit to fly'. Hij kan dus niet terug naar Nederland en hij verblijft nog steeds in Thailand. Zijn echtgenote is enkele keren naar Nederland teruggekeerd en sinds de herfst van 2019 verblijft zij bij haar man in Thailand.
In de zomer van 2020 beëindigt de verzekeraar de reisverzekering met terugwerkende kracht. Het verblijf van de man isn langer dan de maximale dekkingsperiode van 180 dagen en de verzekeraar biedt van 13 november 2017 geen dekking meer.
Fit to fly
Bij de beoordeling van het geschil gaat de Geschillencommissie ervan uit dat de man binnen de periode van 180 dagen ziek is geworden. Er zijn binnen die termijn namelijk medische kosten gemaakt. Dat betekent dat de reisverzekering de kosten moet vergoeden. Volgens de verzekeringsvoorwaarden biedt de verzekering dekking tot de eerst mogelijke terugkeer naar Nederland. Aangezien de behandelend artsen hem niet 'fit to fly' hebben verklaard is er dus nog steeds dekking onder de verzekering. De verzekeraar mag de verzekering niet opzeggen. Ook niet na het verstrijken van de 180 dagen grens. Nu dit toch is gebeurt, moet de verzekeraar de verzekering herstellen en de gemaakte kosten vergoeden.
- Kifid