Voor de inkomstenbelasting zijn de werkzaamheden op een stembureau geen vrijwilligerswerk als daar een relatief hoge financiele vergoeding tegenover staat. In dat geval moeten de stembureau-leden inkomstenbelasting betalen over hun vergoeding.
Dit blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in hoger beroep. Een gemeente kan leden van een stembureau een financiële vergoeding geven. De hoogte daarvan ligt niet wettelijk vast. In deze zaak ontving een belastingplichtige een vergoeding van €150 voor zijn werk als lid van een stembureau bij de Provinciale Statenverkiezing. Een dag op het stembureau duurt, inclusief het tellen van de stemmen, zo’n 17 uur. Voorlichting over het werk kost ook nog eens twee uur, inclusief reistijd, zodat een stembureaulid er in totaal 19 uur mee bezig is. Dat komt bij een vergoeding van €150 neer op €7,89 per uur.
Veilige haven
De Belastingdienst heeft vastgelegd dat een vergoeding voor vrijwilligerswerk tot €4,50 per uur niet marktconform is. Bij zo’n lage vergoeding is er sprake van vrijwilligerswerk. Het Amsterdamse Gerechtshof noemde deze €4,50 een ‘safe harbour’, wat betekent dat een organisatie en vrijwilliger altijd goed zitten als ze onder die €4,50 per uur blijven. Is de vergoeding hoger, dan is er niet per definitie sprake van een marktconforme en belastbare vergoeding. In zo’n geval moet de vrijwilliger kunnen aantonen waarom er ondaks de hogere beloning toch sprake is van vrijwilligerswerk.
In deze zaak kon de vrijwilliger dat niet aantonen, volgens de Rechtbank en later het Gerechtshof. Beide instanties vinden een vergoeding van €150 zo hoog dat het niet te beschouwen is als een kostenvergoeding plus een kleine vergoeding voor de inzet. Dat betekent dat de Belastingdienst terecht inkomstenbelasting heft.
www.taxence.nl/fiscaal-nieuws/nieuws/fiscaal-nieuws/presentiegeld-van-%E2%82%AC-150-was-geen.98693.lynkx