Als je studeert, kan het gebeuren dat je net niet rond komt van je studiebeurs en eventuele bijdrage van je ouders. Je kunt dan een rentedragende lening afsluiten bij de IB-Groep.
Jouw studiefinanciering bestaat uit: een basisbeurs, eventueel een aanvullende beurs en de OV-studentenkaart. Dit keert de IB-groep uit als prestatiebeurs. De prestatiebeurs ontvang je vier jaar. Bovenop deze beurs is het mogelijk bij te lenen via de IB-groep. Tot een bepaald maximum kan je zelf bepalen welk bedrag je per maand wil bijlenen.
Het maximale bedrag dat je kunt bijlenen is afhankelijk van het soort onderwijs dat je volgt. De hoogte van de lening is voor het jaar 2008 vastgesteld op maximaal 279,69 euro per maand voor het hoger onderwijs en 157,68 euro per maand voor het beroepsonderwijs. Na vier jaar prestatiebeurs kun je nog drie jaar een vast bedrag van 819,24 euro per maand lenen. Dit is een maximaal bedrag. Minder lenen per maand is dus ook mogelijk. Als je ten onrechte een beurs ontvangt en gebruik maakt van een OV-studentenkaart, ontstaat eveneens een studieschuld.
Vanaf 1 september van dit jaar is het ook mogelijk voor hbo en universitaire studenten gebruik te maken van het zogenaamde collegekaartkrediet bij de IB-groep. Dit sluit je af naast de 'gewone' lening van de IB-groep. De lening is bedoeld om jouw collegegeld te betalen. Je kunt een collegegeldkrediet zowel krijgen voor betaling van het wettelijk vastgestelde collegegeld als voor het instellingscollegegeld. Het wettelijk vastgestelde collegegeld bedraagt € 1.538 per jaar en betaal je als je:
- Recht op studiefinanciering hebt;
- Staat ingeschreven bij een bekostigde opleiding;
- Jonger bent dan 30 jaar.
Anders moet je instellingscollegegeld betalen. Dit geldt dus als je bij een particuliere instelling of in het buitenland studeert. Je kunt het gehele collegegeld lenen of een gedeelte hiervan. De maximale hoogte van het te lenen bedrag is vijfmaal het wettelijk vastgestelde collegegeld (€ 7.690).
De rente over de lening berekent de IB-groep vanaf de maand na de uitbetaling. De lening, inclusief de rente, hoef je pas na jouw studie terug te betalen. Over de studieschuld berekent de IB-groep een wettelijk rentepercentage. Voor 2008 bedraagt de rente 4,17% op jaarbasis. Je krijgt automatisch bericht van de IB-Groep waarin je wordt geïnformeerd over het moment waarop je jouw studieschuld moet gaan aflossen. Tevens krijgt je bericht over de hoogte van de studieschuld.
Er zijn drie fasen te onderscheiden, namelijk:
1.De fase waarin je nog studeert en een schuld opbouwt;
2.De aanloopfase, die twee jaar duurt en begint op 1 januari na de datum waarop je jouw studie beëindigt of waarop jouw recht op studiefinanciering vervalt;
3.De aflosfase, die begint op 1 januari na de aanloopfase van twee jaar. De duur van de aflosfase bedraagt in principe maximaal vijftien jaar.
Tijdens de eerste twee fasen ben je vrij een deel van of de gehele studieschuld af te lossen. Bij aanvang van de aflosfase heb je de verplichting de studieschuld terug te betalen. In principe vervalt de studieschuld na het verstrijken van de aflosfase.
Voorbeeld:
Annelieke studeerde af op 31 augustus 2006. Haar aanloopfase startte op 1 januari 2007. Vanaf 1 januari 2009 begint haar aflosfase. Annelieke kan een deel van haar studieschuld al aflossen tijdens de aanloopfase, maar heeft niet de verplichting. Als Annelieke ervoor kiest af te lossen tijdens de aanloopfase bespaart zij rente. De IB-groep rekent uiteraard ook rente over de schuld tijdens de aanloopfase!
Hoe los je de studieschuld af?
Het bedrag dat je maandelijks moet aflossen, is afhankelijk van:
- de totale lening bij het begin van de aflosfase;
- de berekende rente
Een jaar voor aanvang van je aflosfase ontvang je van de IB-groep een overzicht waarin de hoogte van de lening staat vermeld en de maandelijks vastgestelde aflossing. Het minimumbedrag voor een aflossing stelt de IB-groep op € 45,41 per maand. Als je inkomen te laag is om de vastgestelde maandelijkse termijn te betalen, komt je in aanmerking voor de zogenaamde draagkrachtmeting. Aan de hand van jouw inkomen bepaalt de IB-groep hoeveel je af kan lossen. Dit kan minder zijn dan het in eerste instantie vastgestelde maandbedrag. Draagkrachtmeting geldt altijd voor een kalenderjaar.
Een studieschuld heeft geen invloed op het recht op een sociale uitkering. Als er ten gevolge van een laag inkomen of uitkering problemen zijn met de terugbetaling, kunnen daarover afspraken worden gemaakt met de IB-groep. Soms is ook uitstel van (verdere) terugbetaling mogelijk totdat het inkomen weer een redelijk peil heeft bereikt.