Huurtoeslag scheelt een slok op een borrel voor huurders in de sociale sector. Hoe zorg je dat je krijgt waar je recht op hebt en niet hoeft terug te betalen? Alles over de huurtoeslag in zeven vragen.
Dit artikel is in november 2018 geactualiseerd.
1. Bij welke huur heeft u recht op huurtoeslag?
Huurtoeslag krijgt u alleen als u in een huurhuis woont dat niet te goedkoop en niet te duur is en als uw inkomen niet te hoog is (zie vraag 3 voor de inkomensgrenzen). Bij een huur onder de ca. € 220 (zie kader Basishuur) bestaat er geen recht op huurtoeslag; bij een huur boven de huurgrens evenmin. Die huurgrens ligt nu op € 710,68, maar voor het recht op huurtoeslag is alleen de huurgrens ten tijde van het aanvragen van de huursubsidie van belang. Lag de huur onder de grens die toen gold, dan bestaat ook nu nog recht op huurtoeslag, ook al is de huur inmiddels hoger.
2. Tellen servicekosten ook mee?
Sommige servicekosten tellen mee. Deze moet u bij de kale huur optellen. Het kan gaan om schoonmaakkosten voor gemeenschappelijke ruimten, energiekosten voor gemeenschappelijke ruimten, huismeesterkosten en kosten voor dienst- en recreatieruimten. Voor elk van deze posten kunt maximaal €12 bij de kale huur optellen, in totaal dus maximaal € 48.
3. Bij welk inkomen heb je recht op huurtoeslag?
De hoogte van de toeslag hangt onder andere af van het jaarinkomen. Alleenwonende huurders onder de AOW-leeftijd mogen maximaal € 22.200 aan jaarinkomen hebben. Samenwonenden of gehuwden die beiden geen AOW ontvangen, mogen maximaal € 30.400 hebben.
Voor een alleenwonende met AOW geldt een maximuminkomen van € 22.375 per jaar. Voor huurders die samen op één adres wonen en van wie minimaal één persoon AOW ontvangt, ligt de grens op € 30.400. Het maakt daarbij niet uit wie van beiden het hoogste inkomen heeft, zoals dat in 2016 nog het geval was. Voor mensen die vanwege een handicap (van een van beiden) in een aangepaste woning wonen, gelden dezelfde grenzen als voor AOW’ers. Het vermogen mag in beide gevallen niet hoger zijn dan € 30.000 per persoon.
4. Hoe hoog is de huurtoeslag?
De hoogte van het inkomen in verhouding tot de huur bepaalt de huurtoeslag. Hoe hoger het inkomen, des te groter is het deel van de huur dat een huurder zelf moet opbrengen. Het gedeelte dat de huurder zelf betaalt, heet de basishuur en bedraagt ongeveer € 220. De huurtoeslag vergoedt in ieder geval het gedeelte van de huur dat boven de basishuur uitkomt, maar onder de € 417,34 blijft. Het gedeelte van de huur dat boven deze grens uitstijgt, komt gedeeltelijk voor huurtoeslag in aanmerking. Het toeslagpercentage is hoger voor alleenstaanden en voor huishoudens met ten minste één AOW-ontvanger of een gehandicapte die in een aangepaste woning woont. Op Toeslagen.nl kunt u een proefberekening maken.
5. Kun je huurtoeslag behouden als de huur boven de €710,68 ligt?
Ja. Door de jaarlijkse huurverhoging kan de huurprijs van een lopend huurcontract boven de grens voor de huurtoeslag uitkomen. Toch raken ontvangers van huurtoeslag deze dan niet kwijt. De extra huur moet u wel betalen, en over dat deel ontvangt u geen huurtoeslag; u behoudt alleen de huurtoeslag over de huur tot de huurgrens.
6. Wanneer kun je huurtoeslag aanvragen?
Huurtoeslag over 2018 kunt u nog het hele jaar aanvragen, zelfs tot 1 september 2019. Huurtoeslag aanvragen over 2017 is niet meer mogelijk, tenzij u of uw huisgenoot uitstel voor de belastingaangifte heeft.
7. Hoe vraag je huurtoeslag aan?
‘Mijn toeslagen’ is een speciaal gedeelte op de website van Toeslagen.nl. Hier kunt u inloggen met uw DigiD en vervolgens kiezen voor ‘Huurtoeslag’. Op de website van de Belastingdienst leest u precies welke gegevens u bij de hand moet houden. Mensen die niet vertrouwd zijn met de computer en internet, kunnen ook een ander machtigen om namens hen de aanvraag te doen. Bel hiervoor met de DigiD-helpdesk (T 088-123 65 55) of vraag de beoogde gemachtigde om met zijn of haar DigiD in te loggen op Machtigen.digid.nl.
Voorkom terugbetalen
Als het inkomen stijgt of als u gaat samenwonen, verandert het recht op huurtoeslag. Dat komt doordat u met een hoger (gezamenlijk) inkomen een groter deel van de huur zelf moet betalen. Als het inkomen stijgt tot boven het maximum, vervalt het recht op huurtoeslag zelfs helemaal. Een verandering in het inkomen of de samenstelling van het huishouden kunt u daarom maar beter zo snel mogelijk doorgeven aan de Belastingdienst. De huurtoeslag wordt dan verlaagd, zodat u niet achteraf hoeft terug te betalen. Een verhoging van de huurtoeslag op grond van een inkomensdaling of (echt)scheiding kan natuurlijk ook. Geef in ieder geval altijd de volgende wijzigingen door:
- Samenwonen, trouwen en uit elkaar gaan;
- Het werkelijke inkomen ligt hoger dan het (geschatte) jaarinkomen waarmee de Belastingdienst rekent;
- Het vermogen is hoger dan € 30.000 (€ 60.000 voor stellen). Groene beleggingen die voor de belastingheffing zijn vrijgesteld, tellen voor de huurtoeslag wel mee.
- Plus Magazine