Wordt het een jaar om vrolijk te worden van onze portemonnee? Of zal het lachen ons na het vuurwerk snel vergaan? We zetten de belangrijkste financiële maatregelen voor 2017 op een rij.
Belasting
De tarieven voor de middeninkomens gaan met 0,4 procent omhoog.
* voor wie geboren is vóór 1 januari 1946
Monumentenpand
De aftrek voor uitgaven voor monumentenpanden stond even onder druk en zou komen te vervallen. Op de valreep zijn deze plannen teruggedraaid: de aftrek blijft behouden in 2017.
Kleine spaarders ontzien
Om te beginnen is over een groter deel van het vermogen helemaal geen belasting meer verschuldigd: €25.000 per persoon (was €24.437) is onbelast. Fiscale partners mogen samen €50.000 hebben; zij mogen hun vermogen in hun aangifte verdelen zoals ze zelf willen. Wie meer spaargeld heeft dan de vrijstelling, krijgt te maken met een heffing van 30 procent. Dit tarief is gelijk gebleven, maar het denkbeeldige rendement waarover het wordt berekend, gaat variëren met de hoeveelheid spaargeld. Hoe meer vermogen, des te hoger het fictieve rendement.
Rekenvoorbeelden belasting over vermogen
Rekenvoorbeeld 1: alleenstaande met €20.000
Frans heeft €20.000 spaargeld. Hij blijft daarmee onder het heffingsvrije vermogen van €25.000 en hoeft daarom geen belasting te betalen in box 3.
Rekenvoorbeeld 2: stel met €60.000
Bert en Anneke hebben €70.000 spaargeld en een persoonlijke lening van €10.000, die ze hebben gebruikt voor de aankoop van de auto. De schuld mogen ze van het spaargeld aftrekken, waardoor ze in de aangifte €60.000 mogen invullen als grondslag voor sparen en beleggen. Ze verdelen het bedrag onderling, zodat ze ieder €30.000 aangeven. Bij elk van beiden gaat daar het heffingsvrije bedrag van €25.000 vanaf, zodat ze allebei een belast vermogen overhouden van €5000. Hierover is het fictieve rendement 2,87%, dus €143,50. Over dit bedrag betalen ze allebei 30% belasting, dus afgerond €43. Samen betalen ze dus €86.
Rekenvoorbeeld 3: alleenstaande met €130.000
Astrid heeft een vakantiebungalow ter waarde van €130.000. Deze waarde moet ze opgeven in box 3. Voor de berekening van de grondslag mag ze het heffingsvrije vermogen van €25.000 ervan aftrekken. De grondslag voor sparen en beleggen is dus €105.000. Hierover wordt de belasting als volgt berekend:
€75.000 x 2,87% x 30% = €645,75
€30.000 x 4,6% x 30% = €414,00
In totaal betaalt ze €1059,75
Spaargeld schenken in 2017
Een succesvolle methode om belasting op vermogen te besparen, is het vermogen te verkleinen, bijvoorbeeld door te schenken. Ook hiervoor veranderen de regels in 2017. In 2017 is het toegestaan om eenmalig maximaal € 100.000 belastingvrij te schenken aan iemand tussen de 18 en 40 jaar die het geld gebruikt voor de aankoop, verbetering of onderhoud van de eigen woning, aflossing van de eigenwoningschuld of een restschuld van een verkochte eigen woning. De ontvanger hoeft geen familie te zijn. Je mag de schenking ook uitsmeren over maximaal drie jaar, als de ontvanger ook in het laatste jaar nog jonger dan 40 is.De verhoogde vrijstelling is eenmalig. Maar omdat de regels herhaaldelijk veranderd zijn, maakt de wetgever toch een paar uitzonderingen. Dit zogenoemde overgangsrecht is behoorlijk ingewikkeld. Het is raadzaam om bij een voorgenomen schenking bij twijfel een deskundige te raadplegen of schriftelijk de visie van de Belastingdienst te vragen.
Geschonken in 2015 of 2016
Wie in 2015 of 2016 al een beroep deed op de verhoogde vrijstelling, heeft maximaal € 53.016 kunnen schenken. Dit bedrag mag in 2017 of 2018 nog met € 46.824 worden aangevuld tot een ton. Dit bedrag van maximaal € 46.824 geldt ook als eerder minder dan het maximum van € 53.016 is geschonken.
Geschonken voor 2010 én in 2015 of 2016
Wie voor 2010 een beroep heeft gedaan op de verhoogde vrijstelling, mocht dit bedrag in 2015 of 2016 verhogen met € 27.570. Alleen schenkers die gebruik hebben gemaakt van deze zogenoemde ‘inhaalvrijstelling’ mogen de schenking in 2017 of 2018 verder verhogen met nog eens € 46.824.
Wie voor 2010 al een beroep had gedaan op de eenmalig verhoogde vrijstelling, maar in 2015 of 2016 niet de 'inhaalvrijstelling' heeft gebruikt, mag in 2017 nog eenmalig € 27.650 voor de eigen woning krijgen.
Geschonken tussen 2010 en 2015
Geen uitzondering geldt voor mensen die de eenmalig verhoogde vrijstelling hebben gebruikt na 1 januari 2010 en voor 1 januari 2015. In die gevallen blijft die vrijstelling echt eenmalig.
Hogere ouderenkorting
Ouderen met een verzamelinkomen tot €36.057 krijgen in 2017 een hogere ouderenkorting. Deze gaat met €101 omhoog naar €1292. Dit bedrag vermindert de te betalen inkomstenbelasting. Is het verzamelinkomen maar één euro hoger, dan valt de ouderenkorting in één klap terug tot slechts €71. AOW-ontvangers die in 2016 nog net onder deze grens bleven, kunnen alleen al door de verhoging van de AOW boven de grens uitkomen en zo dus achteruitgaan in inkomen. Iedereen krijgt recht op een €12 hogere algemene heffingskorting; in 2017 wordt die €2254. Ook de arbeidskorting gaat omhoog met maximaal €120 naar maximaal €3223. De arbeidskorting is afhankelijk van het inkomen dat iemand verdient met werk. Bij werknemers houdt de werkgever hier al rekening mee bij inhouding van loonheffing.
Premies en eigen bijdragen
Zorgverzekering
Het eigen risico in de zorg blijft €385 per jaar, net als in 2016. De premie voor de zorgverzekering gaat omhoog met gemiddeld zo’n €10. De exacte premieverhoging verschilt per zorgverzekeraar. De inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet gaat voor gepensioneerden omlaag van 5,5 procent naar 5,4 procent. Voor werkenden nemen werkgevers deze bijdrage voor hun rekening. De maximale zorgtoeslag gaat met €2 omhoog. Bij het ter perse gaan van dit nummer is nog niet duidelijk of de premieverhoging wordt gecompenseerd. Gesproken wordt over €1,60 per maand voor alleenstaanden (met laag inkomen).
Zorg
Erbij in het basispakket:
- Fysiotherapie bij etalagebenen (maximaal 37 behandelingen).
- Bepaalde plastisch chirurgische ingrepen, zoals een ooglidcorrectie bij slecht zicht.
- Eerstelijns medisch noodzakelijk verblijf voor wie (tijdelijk) niet thuis kan wonen maar ook geen behandeling hoeft te ondergaan.
- Klikgebit/implantaten: onder voorwaarden komt een klikgebit in aanmerking voor vergoeding; eigen bijdrage is 10 procent voor onder- en 8 procent voor bovenkaak.
Wmo
De eigen bijdrage voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat omlaag. Dit moet een financiële meevaller gaan opleveren voor alle 290.000 huishoudens die gebruikmaken van de gemeentelijke regeling om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Vooral Wmo-gebruikers met een partner die nog geen AOW ontvangt, zullen dat merken in hun portemonnee. Het voordeel kan voor hen zelfs oplopen tot boven de €100 per maand. Ook AOW-ontvangers gaan erop vooruit, maar bij hen beloopt het voordeel maximaal iets meer dan een tientje per maand.
Wijkverpleging
Wijkverpleegkundige zorg krijgt er €180 miljoen bij om te voorkomen dat zorgorganisaties te snel door hun budget heen raken.
Auto
Autobelasting
Leaseautorijders kunnen voortaan rekenen op een bijtelling van 22 procent van de waarde van de auto: voor nieuw aangeschafte auto’s vervalt de categorie van 25 procent. Het 22-procent-tarief gaat gelden voor alle merken en typen, uitgezonderd modellen die geen CO2-uitstoot hebben, de zogenoemde nulemissie-auto’s. Volledig elektrische rijders hoeven slechts 4 procent van de waarde van de auto bij hun inkomen te tellen. Ook hoeven zij geen motorrijtuigenbelasting en BPM (Belasting van Personenauto’s en Motorfietsen) te betalen. De motorrijtuigenbelasting voor reguliere auto’s gaat met gemiddeld 2 procent omlaag, behalve voor vervuilende dieselauto’s. Die voor semielektrische auto’s blijft de helft van het normale tarief, maar bij dit type en bij gewone hybrides telt voortaan wel het volledige gewicht mee voor de berekening ervan. Voorheen mocht nog 125 kg worden afgetrokken wegens het zware accupakket.
Dieselrijders
Oude dieselauto’s gaan in de toekomst meer betalen. Voor dieselrijders zonder fabrieksroetfilter gaat de belasting per 2019 met 15 procent omhoog. Voor een gemiddelde personenauto komt dat neer op een verhoging van €225 per jaar.
Wonen
Minder huurverhoging
AOW-ontvangers met sociale huurwoning hoeven vanaf juli geen extra hoge huur verhoging meer te be talen, ongeacht hun inkomen. Vanaf 2017 is er nog maar één in komensgrens van ongeveer €39.000. Onder deze grens geldt het inflatiecijfer als huurverhogingspercen tage. Boven deze grens mag de ver huurder maximaal 2,5 procent extra vragen.
Huurtoeslag
De huurtoeslag stijgt voor vrijwel iedereen met €10,50 per maand door een verlaging van de basishuur: het deel dat huurders zelf minimaal moeten betalen.
Hypotheek
Verhuisplannen?
Voortaan mag u nog maar voor 101 procent van de waarde van de woning een hypotheek afsluiten (was 102 procent). Huiseigenaren met een belastbaar jaarinkomen boven de €67.072 kunnen hun hypotheekrente voortaan nog maar tegen maximaal 50 procent aftrekken (was 50,5) in plaats van tegen het voor hen geldende belastingtarief van 52 procent.
Energierekening gaat omhoog
Nu betaalt een gezin gemiddeld €60 (€20 meer dan vorig jaar) aan opslag voor duurzame energie. Dit bedrag zal verder stijgen tot €227 in 2023.
Afschaffing precariobelasting
Gemeenten mogen vanaf 2017 niet meer beginnen met het heffen van precariobelasting (op ondergrondse leidingen). Gemeenten die dit al deden, moeten de heffing in 10 jaar afbouwen. Veel huishoudens betalen hiervoor enkele tientjes per jaar via hun energierekening.
VvE moet reserveren
De Wet verbetering functioneren vereniging van eigenaars schrijft VvE’s vanaf 2017 voor hoeveel ze moeten reserveren voor onderhoud. Dit bedrag moet gebaseerd zijn op een actueel meerjarenplan of een half procent zijn van de herbouwwaarde van het gebouw.
Overig
- De AOW-leeftijd wordt op 1 januari 2017 met 3 maanden verhoogd naar 65 jaar en 9 maanden.
- 9292 heeft per 11 december 2016 het tarief voor telefoongesprekken verhoogd van 70 naar 90 cent per minuut.
- Europeanen kunnen per 15 juni 2017 onbeperkt zonder extra kosten mobiel bellen en internetten in andere EU-landen. De zogeheten roamingkosten binnen de EU worden op die datum afgeschaft.
- Alimentatie: de alimentatie wordt met 2,1% verhoogd om in de pas te blijven bij de gestegen kosten voor levensonderhoud.
- De postzegel voor kaarten en brieven kost volgend jaar 78 cent. Dat is 5 cent meer dan nu.
Het overzicht bevat de plannen zoals deze in november 2016 bekend waren.
- Plus Magazine