Hoewel het wettelijk goed is geregeld in Nederland, bestaan er nogal wat misverstanden over euthanasie. Eric van Wijlick, beleidsadviseur van de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst), legt uit.
Herzien op 13/01/2016
1. Wat is euthanasie?
Het woord euthanasie komt van het Griekse woord euthanatos, dat letterlijk 'een goede dood' betekent. Van euthanasie is sprake als een arts aan een patiënt een dodelijk middel toedient, op uitdrukkelijk verzoek van een patiënt zelf. Het komt ook voor dat de patiënt de dodelijke medicatie die hij van de dokter krijgt zelf inneemt. Dit is hulp bij zelfdoding, vindt in 5% van de gevallen plaats en is wettelijk gelijk aan euthanasie.
2. Je hoort steeds vaker over palliatieve sedatie. Wat is het verschil?
Palliatieve sedatie is het toedienen van slaapmiddelen (sedativa) tijdens de laatste levensfase van een patiënt, als diens klachten niet meer te behandelen zijn en ondraaglijk lijden veroorzaken. De patiënt wordt in slaap gebracht. Soms tijdens de nacht of ‘s middag om rust te creëren of continu tot aan zijn overlijden. Uiteindelijk sterft hij aan de gevolgen van zijn ziekte – een natuurlijke dood. Dat is een belangrijk verschil met euthanasie, waarbij er opzettelijk direct een einde aan het leven wordt gemaakt door dodelijke medicatie te geven.
Een arts mag alleen palliatieve sedatie toepassen, als hij verwacht dat zijn patiënt niet langer dan twee weken te leven heeft. Nogal wat mensen denken dat euthanasie alleen mogelijk is als iemand spoedig zal sterven, maar voor euthanasie geldt geen termijn.
Palliatieve sedatie wordt gezien als normaal medisch handelen, en is dus niet strafbaar. Euthanasie is dat wel, tenzij de arts zich aan bepaalde zorgvuldigheidseisen houdt. (Zie ook vraag 5.)
3. Hoeveel Nederlanders hebben een euthanasieverzoek?
Uit het KOPPEL-onderzoek (Kennis en Opvattingen van Publiek en Professionals over medische besluitvorming rond het Einde van het Leven) (2011) weten we dat ruim de helft van de Nederlandse bevolking wel eens heeft nagedacht over euthanasie en dat ongeveer 3% zijn wensen omtrent euthanasie op papier heeft gezet.
4. Hoe vaak vindt euthanasie plaats?
Per jaar overlijden er in Nederland in totaal ongeveer 140.000 mensen. Bij zo'n 5.300 van hen is euthanasie toegepast. Meestal voert de huisarts de euthanasie thuis uit.
5. Is euthanasie strafbaar?
Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn strafbaar, tenzij het door een arts wordt uitgevoerd (en dus niet bijvoorbeeld door een verpleegkundige) die zich houdt aan de zorgvuldigheidseisen van de Euthanasiewet en dit meldt bij de toetsingscommissies euthanasie. Doet hij dat niet, dan kan hij alsnog strafrechtelijk en tucht rechterlijk worden vervolgd. Onzorgvuldig uitgevoerde euthanasie kan leiden tot een gevangenisstraf van maximaal twaalf jaar. Voor hulp bij zelfdoding is dat maximaal drie jaar.
Uit onderzoek blijkt dat zo goed als alle euthanasiegevallen worden gemeld. Van de ongeveer 5.300 euthanasiegevallen in 2014 werden er 4 als 'niet voldaan aan de zorgvuldigheidseisen’ beoordeeld. Niet al deze gevallen van onzorgvuldigheid leiden tot vervolging. Sinds de invoering van de Euthanasiewet in 2002 heeft nog geen enkele arts aan een rechter verantwoording moeten afleggen.
6. Wat zijn die zorgvuldigheidseisen?
De arts moet ervan overtuigd zijn dat er sprake is van een 'vrijwillig en weloverwogen euthanasieverzoek'. Dat mag dus niet onder druk van anderen zijn gedaan. De patiënt moet dan ook 'wilsbekwaam' zijn, oftewel, de gevolgen van zijn besluit overzien. Zijn dokter moet hem daarom goed informeren over zijn ziekte en de behandelmogelijkheden.
Verder moet de arts ervan overtuigd zijn dat er op dat moment (en dus niet in de toekomst) sprake is van 'uitzichtloos en ondraaglijk lijden' van de patiënt. Samen moeten ze het erover eens zijn dat er geen andere redelijke oplossing meer is dan euthanasie.
Als een arts tot euthanasie wil overgaan, is hij verplicht minimaal één andere, onafhankelijke dokter te raadplegen, die de patiënt persoonlijk ziet en ermee communiceert. Deze onafhankelijke arts is meestal een SCEN-arts. Dit staat voor Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland. Deze arts maakt een schriftelijk verslag waarin hij beschrijft of naar zijn mening aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. In tegenstelling tot wat veel mensen denken hoeft de SCEN- arts géén toestemming te geven voor de euthanasie.
Verder moet de dokter het dodelijke middel zelf toe dienen. Hij mag dat dus niet overlaten aan een verpleegkundige of familielid. Tot slot moet de arts na uitvoering van de euthanasie het overlijden melden bij de gemeentelijke lijkschouwer, en bij een toetsingscommissie die speciaal is ingesteld om te beoordelen of hij zorgvuldig heeft gehandeld.
7. 'Ondraaglijk en uitzichtloos lijden' kan voor iedereen iets anders betekenen. Hoe bepaalt een arts of de grens echt is bereikt?
Van uitzichtloos lijden is sprake, als er een ziekte is vastgesteld en er geen redelijke behandelmogelijkheden meer zijn. Met redelijk wordt bedoeld dat de behandeling binnen korte tijd verbetering moet geven, en dat die niet te zwaar mag zijn voor de patiënt.
Wat 'ondraaglijk' inhoudt, is een stuk ingewikkelder. Daarbij kijkt een dokter niet alleen naar het ziektebeeld, maar ook naar hoe de patiënt de (pijn)klachten beleeft. Op basis daarvan kan de dokter overtuigd raken dat er voor zijn patiënt in die specifieke omstandigheden sprake is van ondraaglijk lijden. Overigens verschuiven veel patiënten hun eigen grens zelf naarmate de ziekte langer duurt, en stellen zo de euthanasie langer uit dan ze in het begin van hun ziekte voor mogelijk hielden.
8. Wat gebeurt er op het moment van levensbeëindiging?
De dokter vraagt aan de patiënt of hij de euthanasie nog steeds wenst. Als de patiënt dat bevestigt, zal de dokter hem een injectie geven met een middel om hem in een heel diepe, comateuze slaap te brengen. Dat gebeurt via een slangetje dat meestal een dag ervoor door een verpleegkundige in een ader van de hand of arm is ingebracht. Dit om te voorkomen dat de arts op het moment zelf geen goede ader kan vinden, of mis prikt. Vervolgens wordt via hetzelfde slangetje een spierverslappend middel ingespoten, waardoor de longen en het hart tot stilstand komen. Omdat de patiënt in een diepe coma is, merkt hij daar niets van. Tot slot stelt de dokter het overlijden vast. In totaal neemt dit proces ongeveer tien tot dertig minuten in beslag.
9. Hoe moet ik het regelen als ik zelf euthanasie zou willen?
Het is heel zinvol om tijdig met de naaste(n) en arts in gesprek gaan over uw eigen verwachtingen en wensen over de zorg bij uw levenseinde. Samen kunt u bespreken welke zorg de arts kan geven en wat bij u past. In de brochure van artsenfederatie KNMG staan concrete bespreekpunten voor zo’n gesprek. Zie www.knmg.nl/spreken-over-levenseinde. Goed om te weten: er is ook een versie van de brochure voor artsen.
Een euthanasieverzoek hoeft niet per se schriftelijk te worden gedaan. Als u uw wens aan uw dokter vertelt, is hij verplicht dat in uw dossier op te nemen. Daarmee is uw wens vastgelegd (maar niet toegezegd, zie ook vraag 10). Een schriftelijk euthanasieverzoek heeft wel de voorkeur, omdat u zo aangeeft wat u als ondraaglijk en uitzichtloos lijden beschouwt. Als u dit helder omschrijft, dan is het voor de arts duidelijker onder welke omstandigheden u euthanasie wil.
Voor het opstellen van het verzoek zijn geen getuigen nodig, en u hoeft het ook niet te laten goedkeuren en op laten stellen door een notaris. Net als een donorcodicil blijft een euthanasieverzoek geldig totdat u het weer intrekt. Het regelmatig vernieuwen is niet nodig, al is het wel verstandig om zo nu en dan uw euthanasieverzoek te actualiseren en te bespreken met uw arts. Daarmee laat u zien dat uw wens onveranderd is. Belangrijk is dat u, op het moment dat uw persoonlijke grens is bereikt, precies benoemt wat maakt dat uw situatie op dat moment ondraaglijk en uitzichtloos is geworden.
10. Is mijn dokter verplicht om mijn euthanasieverzoek uit te voeren?
Nee. Euthanasie is geen plicht van de arts, en geen recht van de patiënt. Het is een besluit dat alleen in goed overleg en met gezamenlijke instemming genomen kan worden. Een dokter heeft tegenover zijn patiënt twee verplichtingen, namelijk om zijn lijden weg te nemen of te verlichten, en om hem in leven te houden. Die tweede plicht botst met de vraag om euthanasie. Daarom kunnen artsen weigeren een euthanasieverzoek in te willigen. Dat mogen ze ook om geloofsredenen doen. De arts moet zijn gewetensbezwaren dan wel op tijd duidelijk maken aan de patiënt.
In 2010 vroegen ongeveer 13.400 mensen om euthanasie. Van die verzoeken werden er ruim 9.000 niet ingewilligd. Vaak sterven patiënten voordat hun vraag om euthanasie aan de orde is gekomen. Soms biedt behandeling toch nog uitkomst, of is het lijden van de patiënt op een andere manier te verlichten, bijvoorbeeld met extra pijnbestrijding. Sommige patiënten trekken het euthanasieverzoek in. Ook kan de arts concluderen dat er geen sprake is van ondraaglijk lijden. In 5% van de gevallen had de arts principiële bezwaren.
11. Wat kan ik doen als mijn dokter niet wil meewerken?
Een euthanasieverzoek afwegen en uitvoeren is voor artsen een zeer belastend onderdeel van hun vak. Om te beoordelen of een patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt en zich bewust is van de gevolgen van zijn besluit, moet een arts zijn patiënt goed kennen. Dat kan het best als u al enige tijd bij hem onder behandeling is. Vandaar dat het belangrijk is uw verzoek tijdig met uw (huis)arts te bespreken. Als blijkt, na goed overleg, dat hij niet in staat is u met uw euthanasieverzoek te helpen, mag u verwachten dat hij u overdraagt aan een collega. Bent u onder behandeling in een ziekenhuis, dan kunt u aan uw specialist vragen of hij u wil helpen. Als beiden u niet willen helpen of doorverwijzen naar een collega – een situatie die in de praktijk weinig voorkomt – dan moet u zelf op zoek naar een andere huisarts of kunt u contact opnemen met de Levenseindekliniek.
12. Mijn kinderen zijn tegen euthanasie. Kan mijn dokter me dan toch helpen?
Ja. Een euthanasieverzoek is een persoonlijke wens. Als u en uw arts het erover eens zijn dat euthanasie de enige overgebleven oplossing is, dan kunnen uw kinderen de uitvoering niet tegenhouden. In een familiegesprek, onder begeleiding van de arts, kunt u proberen om met elkaar in contact te blijven. De ervaring leert dat zo'n gesprek voor nabestaanden achteraf enorm waardevol kan zijn.
13. Wat gebeurt er met mijn euthanasieverzoek als ik in coma raak?
Dan is dat onbruikbaar voor euthanasie. Zodra iemand in coma raakt, is er geen sprake (meer) van ondraaglijk lijden. Daarmee valt het verzoek niet langer onder de euthanasiewet. Het is ook niet mogelijk een ander een volmacht te geven, om in die situatie namens u het verzoek te doen.
Iets anders is dat uw euthanasieverzoek in dat geval mag worden opgevat als een richtsnoer om geen levensverlengende behandelingen te starten of deze te staken. Het is daarbij dan verstandig om in het geval van coma aan te geven dat u na een bepaalde periode niet meer behandeld of gereanimeerd wilt worden. Daaraan moet een arts zich dan wél houden.
14. En als ik dement raak?
Dementie is op zichzelf geen reden om een euthanasieverzoek in te willigen. De patiënt zal duidelijk moeten maken wat voor hém in deze situatie het lijden ondraaglijk maakt. Het is daarom van het grootste belang dat arts en patiënt hierover tijdig met elkaar in gesprek gaan, en dat de patiënt zijn euthanasieverzoek ook opschrijft.
In het algemeen kan euthanasie alleen plaatsvinden in de beginfase van dementie, wanneer de patiënt nog in staat is met de arts te communiceren over de euthanasiewens en de ondraaglijkheid van het lijden. Het lijden bestaat in deze fase vaak uit het ervaren van geestelijke aftakeling en het verlies van onafhankelijkheid of de angst daarvoor. Een eerder opgestelde schriftelijke euthanasieverzoek is dan noodzakelijk. Deze kan dan behulpzaam zijn, omdat de geestelijke vermogens van de patiënt sterk kunnen wisselen en afnemen. Om die reden raadt de KNMG artsen aan om tijdig een onafhankelijk consulent, vaak een SCEN-arts, te raadplegen.
In 2014 werd 81 keer melding gedaan van euthanasie bij een patiënt met dementie. Dit is een daling ten opzichte van 2013, toen er 97 meldingen werden gedaan. Zie voor meer cijfers over euthanasie het factsheet.
Bij patiënten met gevorderde dementie is de afweging of voldaan is aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen voor euthanasie veel complexer. Veel patiënten met gevorderde dementie lijken immers niet meer te lijden aan de dementie of hun situatie. Patiënten geven in die situatie vaak met woord of gebaar ook aan dat zij geen euthanasie meer willen. De uiting van de patiënt op dat moment zal door de arts over het algemeen belangrijker worden geacht dan wat de patiënt daarover eerder in een schriftelijk euthanasieverzoek heeft opgeschreven.
Artsen mogen geen euthanasie uitvoeren als niet duidelijk is dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt. Als er bij patiënten met gevorderde dementie geen uiterlijke tekenen van lijden zijn mag de euthanasie dan ook niet meer uitgevoerd worden, ook niet als de patiënt van tevoren een schriftelijke wilsverklaring heeft opgesteld. Er kan dan immers niet meer worden vastgesteld of voldaan is aan het criterium uit de euthanasiewet van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. In die gevallen zal de schriftelijke wilsverklaring vooral een richtsnoer voor de arts zijn om levensverlengende behandelingen niet meer te starten of die te staken. Op www.schriftelijkeuthansieverzoek.nl vindt u een handreiking die door de overheid en artsenfederatie KNMG is gemaakt.
15. Wat als iemand niet ziek is, maar hij wel aan het leven lijdt?
Zonder medische grondslag is euthanasie strafbaar. Dat geldt ook voor euthanasie bij een patiënt die zijn leven voltooid vindt of klaar is met leven.
16. Bestaat er ondersteuning voor het maken van keuzes rondom euthanasie?
• Op de website www.alsjenietmeerbeterwordt.nl vertellen acht mensen die wisten dat ze niet meer beter zouden worden over hun keuzes, waaronder 'beslissen over je levenseinde'. De filmpjes, die ook op DVD verkrijgbaar zijn, vormen een bruikbaar hulpmiddel bij het voeren van een gesprek met uw arts of familie over het onderwerp, en bij het opstellen van een euthanasieverzoek.
• Voor meer informatie over euthanasie kunt u terecht bij de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE www.nvve.nl. Voor leden heeft de NVVE een ondersteuningsdienst.
• Op de website van het Nederlands Huisarts Genootschap vindt u betrouwbare informatie www.thuisarts.nl
Met medewerking van Yvonne van Ingen, SCEN-arts.