Oppassen voor vervuild water
Denkt u lekker te kunnen gaan zwemmen, blijken er blauwalgen in het water te zitten. Vrijwel iedere zomer wordt zwemwater in verschillende Nederlandse plaatsen om deze reden afgekeurd. Blauwalgen of blauwwieren zijn bacteriën die eruit zien als wier. Ze ontstaan voornamelijk tijdens hete dagen. Maar wat is er zo schadelijk aan?
Algen zijn minuscule plantjes die in het water drijven. Ze kunnen zich goed vermenigvuldigen als er voldoende licht is en een hoge temperatuur is. Ze kunnen zo explosief groeien dat er hele lagen van algen ontstaan.
Dit gebeurt vooral wanneer het langere tijd droog en redelijk warm is. Er verdampt dan veel water uit de plassen, terwijl dit niet wordt aangevuld met vers water. Daardoor hopen de bacteriën zich op en vormen ze een laag die op olie lijkt. Uiteindelijk sterven de blauwwieren in zo'n laag af. Ze vormen een stinkende brei en scheiden giftige stoffen af.
Besmet water
Niet ieder zwemwater heeft last van de algen. Vooral stilstaand water wordt snel getroffen, bijvoorbeeld grotere plassen en vijvers die zich in woonwijken bevinden, maar ook kanalen. Het is moeilijk om van tevoren aan te geven waar de blauwalg toeslaat. De plaatselijke situatie - zoals de diepte van het water, de plantengroei en de verbinding met ander water - speelt een grote rol. Het ene water kan besmet zijn, terwijl een meertje enkele kilometers verderop prima is.
Symptomen
Binnen twaalf uur na het zwemmen in water met blauwwieren kunnen mensen last krijgen van de volgende verschijnselen:
- Hoofdpijn
- Huiduitslag op armen of benen
- Maagkramp, misselijkheid, braken of diarree
- Koorts
- Een pijnlijke of rode keel
- Oorpijn
- Oogirritaties
- Lopende neus
- Gezwollen lippen
Deze verschijnselen houden ongeveer vijf dagen aan en verdwijnen vanzelf. Ieder mens reageert weer anders. Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen, omdat zij tijdens het zwemmen eerder water doorslikken. Ook dieren die in het water zijn geweest kunnen klachten krijgen.