Soms nestelt de eicel zich niet in het baarmoederslijmvlies. In zo'n geval spreekt men van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Elke maand, tijdens de eisprong, wordt er vanuit de eierstokken van de vrouw een eicel, of ovum, afgestoten. De eicel wordt door franjeachtige uitsteeksels aan het uiteinde van de eileider opgevangen en in de eileider binnengevoerd. Hier, in de eileider, vindt in de meeste gevallen de bevruchting plaats.
De spermacellen gaan via het vrouwelijke voortplantingsstelsel naar de eileider, waar ze uiteindelijk bij de eicel komen. Slechts één spermacel kan de eicel bevruchten. De bevruchte eicel gaat via de eileider naar de baarmoeder, waar het minuscule embryo zich innestelt en zich verder ontwikkelt tot de geboorte.
Maar in sommige gevallen nestelt de eicel zich in op een andere plek dan in het baarmoederslijmvlies. In zo'n geval spreekt men van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Medische benaming: ectopische zwangerschap. Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap ontwikkelt zich meestal in de eileiders, maar dat kan ook gebeuren in de eierstokken, de baarmoederhals of elders in de buikholte.
Wanneer er geen maatregelen worden genomen en de zwangerschap in stand blijft, kan de eileider scheuren, met als gevolg een levensbedreigende inwendige bloeding. Vanwege dit risico wordt een buitenbaarmoederlijke zwangerschap beschouwd als een medisch spoedeisend geval; er moet dus onmiddellijk medisch worden ingegrepen.