Weefselbevriezing

Bij blootstelling aan temperaturen onder het vriespunt kunnen bijvoorbeeld de handen, voeten, neus en oren letsel oplopen.

Door blootstelling aan temperaturen onder het vriespunt kunnen de weefsels van lichaamsdelen –bijvoorbeeld de handen, voeten, neus en oren– letsel oplopen.

De eerste fase, huidbevriezing, wordt frostnip genoemd. De huid wordt dan wit en aanrakingsgevoelig. Bij langere blootstelling aan vrieskou kan zich oppervlakkige weefselbevriezing ontwikkelen. In de huidcellen vormen zich dan ijskristallen. Ook de dieper gelegen huidlagen kunnen worden aangetast.

Als de blootstelling aan vrieskou nog langer aanhoudt, bevriezen de oppervlakkig gelegen bloedvaten, en daardoor vermindert de bloedtoevoer naar het aangetaste weefsel. Vervolgens kunnen door het bloedtekort en de vriestemperatuur de onderliggende spieren, pezen, zenuwen en zelfs botten worden aangetast. De bevroren cellen raken snel uitgedroogd en dat verergert de weefselbeschadiging.

In hoeverre de weefselbeschadiging van blijvende aard is, wordt bepaald door de tijdsduur van de weefselbevriezing. Er zijn bepaalde ziekten en geneesmiddelen die u vatbaarder voor weefselbevriezing kunnen maken. Als u vermoedt dat u door weefselbevriezing bent getroffen, moet u het lichaamsdeel langzaam in lauwwarm water laten opwarmen. Gebruik absoluut geen heet water of warme lucht. Daarmee wordt de schade alleen maar erger. Bij weefselbevriezing is behandeling door een arts of zorgprofessional van groot belang.

Auteur