Ranglijsten met de beste dokters en ziekenhuizen, nieuwe medicijnen en behandelingen: aan u de keus als u ziek bent. Maar ja, hoe word je wijs uit de overvloed aan informatie? En: word je echt beter van kiezen?
Doet kiezen goed?
Ooit was een bezoek aan de huisarts een overzichtelijke gebeurtenis. De dokter stelde vast wat je mankeerde en deelde mee wat eraan gedaan zou worden. Hij wist wat het beste voor je was. Wat je als patiënt zelf zou willen, was geen vraag. Het zou ook een loze vraag zijn. Want wie weinig informatie heeft over de ziekte en geen idee heeft van de mogelijkheden, is in zo’n situatie geen echte gesprekspartner.
Tegenwoordig komt uit alle hoeken en gaten informatie beschikbaar over ziektebeelden en behandelingen. Er zijn inmiddels zelfs ranglijsten van de beste ziekenhuizen en dokters. Eigenlijk zou alles in de gezondheidszorg meetbaar en vergelijkbaar moeten zijn, vindt de huidige minister van Volksgezondheid Hoogervorst. Het succes van het nieuwe zorgstelsel staat of valt dan ook bij kritische consumenten. Meer dan ooit is het de bedoeling dat patiënten met hun keuzes de verzekeraars en de medische wereld scherp houden.
Ziekenhuizen hebben geen vaste budgetten meer en zullen het in hun portemonnee voelen als ze slechte of te dure zorg verlenen, waardoor patiënten hun heil elders zoeken.
Kortom, het lijkt wel of je voortdurend móet kiezen, of je gek bent als je klakkeloos de adviezen van je behandelend arts opvolgt zonder second opinion, als je geen vergelijking maakt van verzekeraars, ziekenhuizen en therapieën. Is dat zo? Word je werkelijk beter van kiezen? Is daar onderzoek naar gedaan? En zo ja, wat blijkt daar dan uit?
Verschil in kwaliteit
Marc Berg, hoogleraar sociaal-medische wetenschappen en lid van de landelijke commissie Kiezen in Zorg, is heel stellig. “Het maakt enorm veel uit als je zelf keuzes maakt. Er is een groot verschil in de kwaliteit van de zorg die je op verschillende plaatsen voor verschillende aandoeningen kunt krijgen. Natuurlijk is Nederland geen Oeganda en zijn er minimumnormen voor de opleiding en kwaliteiten van artsen en verpleegkundigen. Maar niet overal is evenveel ervaring, niet overal is de discipline in de operatiekamers even groot. Het is belangrijk om rekening te houden met dit soort gegevens. Of het nou gaat om een knieoperatie of om kanker.”
Allerlei onderzoeken laten zien dat ziekenhuizen onderling enorm verschillen in het aantal mensen dat tijdens de opname overlijdt, in de ervaring van het medisch personeel, de tevredenheid van patiënten en het soort geneesmiddelen dat men gebruikt. Zo blijkt bijvoorbeeld uit een rapportage van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat in 44 van de 97 onderzochte ziekenhuizen zo weinig ervaring is met een verwijding van de grote lichaamsslagader (aorta), dat je je moet afvragen of de geleverde kwaliteit wel voldoende is. Bij operaties voor slokdarmkanker geldt dat in 36 ziekenhuizen.
Een ander voorbeeld: 37 procent van de 65-plussers overleeft een hersenbloeding niet. Maar in het ene ziekenhuis blijkt dat ruim 61 procent te zijn, in een ander minder dan 13. Dit kan liggen aan het feit dat het eerste ziekenhuis ernstiger patiënten ziet, maar bij zo’n hoog percentage moet je je wel afvragen wat daar aan de hand is. En heeft u een heupfractuur? Dan wordt u in 79 procent van de ziekenhuizen binnen 24 uur geopereerd. Maar bij het ene ziekenhuis is dat altijd het geval en bij een ander maar in eenderde van de gevallen.
Assertiever = meer tevreden
Er zijn onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat je meer kans maakt op een betere behandeling door assertiever te zijn. Mensen die het heft in eigen hand nemen en een weloverwogen beslissing nemen, zijn meer tevreden over de zorg die ze krijgen. Ze zijn bovendien minder angstig en hebben achteraf minder spijt van hun beslissingen. Dat stelt Theresa Marteau, bijzonder hoogleraar ‘participatie van patiënten en burgers bij gezondheidsbeslissingen’. En uit een onderzoek onder verpleegkundigen blijkt dat verpleegkundigen afspraken met mondige cliënten beter nakomen. Ze nemen assertieve patiënten eerder serieus en geven hen meer informatie over de behandeling.
De beste behandeling
“Voor iedere aandoening is één behandeling de allerbeste, en die wordt in alle ziekenhuizen door alle artsen evengoed gegeven.” Zo denken veel mensen, maar zo simpel is het helaas niet. Hoe kies je de beste behandeling? Als spoed geboden is, heb je meestal weinig te kiezen. Maar bij niet-spoedeisende zorg kan het de moeite waard zijn om erachter te komen welke behandeling voor uw aandoening de meeste kans op herstel geeft. Dat kan door een antwoord te krijgen op de volgende vragen:
- Wat voor verschillen zijn er in behandelingsmethoden?
- Wat zijn per behandeling de voor- en nadelen?
- Wat is de kans dat ik beter word?
- En wat gebeurt er als ik me niet laat behandelen?
- Zijn er in het buitenland behandelingen die hier nog niet worden gegeven?
- Waar is het andere patiënten goed bevallen?
- En, meer in het algemeen: waar kan ik meer informatie krijgen over mijn aandoening?
Voor de antwoorden kunt u terecht bij patiëntenverenigingen, het internet en uw arts.
Bron 1: patiëntenverenigingen
Er is nauwelijks een vraag te bedenken die een andere lotgenoot nog niet heeft gehad. “Patiëntenverenigingen zijn een heel belangrijke informatiebron. Ze hebben de onafhankelijkheid hoog in het vaandel en weten waar je tegenaan loopt bij het maken van keuzes”, zegt Iris van Bennekom, directeur van de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie.
Patiëntenverenigingen zijn ook op de hoogte van de medische richtlijnen van de behandeling van uw ziekte. Daarin staat verwoord wat ‘goede zorg’ is volgens wetenschappelijk onderzoek en de dagelijkse praktijk. Voor steeds meer aandoeningen (variërend van borstkanker en huidtumoren tot depressies en botontkalking) zijn medische richtlijnen opgesteld. Bij die aandoeningen is de kans dus steeds groter dat u op de meeste plaatsen dezelfde zorg krijgt.
Een arts kan goede redenen hebben om af te wijken van de richtlijnen, maar als u weet wat ze inhouden, kunt u in ieder geval vragen waarom hij daarvan afwijkt.
Om te weten te komen of er bij u in de buurt een patiëntenvereniging bestaat voor uw aandoening, kunt u contact opnemen met het Regionale Patiënten- en Consumenten Platform (tel. 030-299 19 76 of www.rpcp.nl).
Bron 2: internet
Voor alle medische vragen is het internet inmiddels een belangrijke informatiebron. Omdat de informatie eenvoudig en relatief goedkoop beschikbaar is voor een grote groep mensen, maar ook omdat nieuwe inzichten en ervaringen snel verwerkt kunnen worden.
- Als u op internet uw aandoening intypt, krijgt u ongetwijfeld een stortvloed aan treffers. Let altijd goed op of er op de site informatie te vinden is over ‘de afzender’. Veel commerciële bedrijven, zoals medicijnfabrikanten, spelen graag in op uw behoefte aan informatie. De onafhankelijkheid is dan natuurlijk niet gewaarborgd.
- Patiëntenverenigingen zijn ook op internet een goed vertrekpunt voor informatie. Nuttige verwijzingen kunt u vinden op www.ziekenhuis.nl. Ook websites van verzekeraars bieden steeds vaker uitgebreide medische informatie, zoals bij www.czmedicinfo.nl en www.achmeahealth.nl.
- Medische richtlijnen kunt u bekijken op de site van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO: www.cbo.nl. Huisarstenrichtlijnen zijn te vinden op www.artsennet.nl. Sommige daarvan zijn ‘vertaald’ in patiëntenbrieven. Die kunt u ook via uw huisarts opvragen.
Bron 3: de arts
Stel u vanaf het begin mondig op bij uw huisarts en specialist. Aarzel niet om vragen te stellen en eventuele twijfel uit te spreken. Uw arts is geen vijand maar in de eerste plaats een bondgenoot waarmee u samen zoekt naar de beste behandeling. Durf te vragen naar alternatieven en de voor- en nadelen ervan.
- Bij de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) kunt u voor €1,25 de brochure ‘Wat vraag ik aan mijn arts?’ bestellen met tips voor in de spreekkamer: 030-297 03 03 of te downloaden via www.npcf.nl.
- Vraag aan de arts of er grote verschillen zijn in het gebruik van de nieuwste materialen en medicijnen. Niet iedere kunstknie of kunstheup is van hetzelfde materiaal gemaakt; nieuwe ontwikkelingen worden niet overal even snel toegepast. Als u hierover informatie krijgt van de patiëntenvereniging, bespreek die dan met uw arts.
- Vraag ook of er grote verschillen zijn in het medicatiebeleid. Medicijnen worden geacht uit het ziekenhuisbudget betaald te worden. Nieuwe medicijnen zijn vaak duurder en worden niet overal voorgeschreven of altijd vergoed.
- Krijgt u van uw arts te horen dat u ‘uitbehandeld’ bent? Overweeg dan een andere arts naar een ‘second opinion’ te vragen en naar de mogelijkheden om aan een experimentele – nog niet bewezen, maar mogelijk wel effectieve – behandeling mee te doen. Zie ook de brochure ‘Een tweede mening’ van de NPCF, te bestellen à €1,25 via 030-297 03 03 of www.npcf.nl
Het beste ziekenhuis
Het afgelopen jaar zijn er veel ranglijsten van ziekenhuizen verschenen. Allemaal met verschillende uitkomsten. Een ziekenhuis dat in de ene ranglijst tot de toppers behoort, is in de andere een hekkensluiter. Niet verwonderlijk, want sommige ranglijsten letten op de medische aspecten, andere meer op organisatorische. Soms zijn artsen zelf de beoordelaar, en soms de patiënten. Kortom, de verschillende lijsten zijn zo verschillend als appels en peren.
- Weekblad Elsevier (www.elsevier.nl) en het Algemeen Dagblad (www.ad.nl) maken ieder jaar een ranglijst van ziekenhuizen.
- Bedenk goed wat u zelf belangrijk vindt, dat maakt het vergelijken van ziekenhuizen een stuk gerichter. Moet de behandeling dicht bij huis te krijgen zijn? Wilt u snel geholpen worden of wilt u eventueel langer wachten als u dan terecht kunt bij een bepaalde specialist? Is vergoeding door de zorgverzekeraar essentieel of bent u daar niet van afhankelijk?
- Twee handige websites: www.kiesbeter.nl is speciaal in het leven geroepen om het kiezen in de zorg door consumenten/patiënten aan te moedigen. Via deze website kunt u zorgverzekeringen vergelijken, zoeken naar ziekenhuizen met bepaalde faciliteiten of specialismen (geen kwaliteitsoordeel!) en is informatie te vinden over medicijnen en de vergoeding ervan.
- Op www.independer.nl kunnen patiënten en huisartsen sinds kort hun mening en ervaringen kwijt over ziekenhuizen en specialisten. Die informatie is nog in de opstartfase, maar de site kan een aardige bron worden voor het delen van ervaringen.
Veel of weinig ervaring?
Een belangrijke graadmeter bij kwaliteit is de ervaring die een ziekenhuis heeft met een bepaalde operatie of behandeling. Marc Berg vindt dat dat element nogal eens wordt onderschat. “Vooral bij operaties met een hoog risico blijkt het belangrijk dat de arts of het team die operatie vaak gedaan heeft.”Voor Berg is weigering van het geven van deze informatie een reden om dat ziekenhuis te mijden. “Wie in deze tijd geen openheid nastreeft, heeft een verwrongen beeld van de relatie met de cliënt en dat zou voor mij al een reden zijn om ergens anders heen te gaan.”
- De Consumentenbond heeft vorig jaar bij tal van risicovolle operaties in beeld proberen te brengen hoeveel ervaring ziekenhuizen daarmee hebben (www.consumentenbond.nl). Ruim de helft van de ziekenhuizen wilde niet vertellen hoe vaak bepaalde riskante operaties worden uitgevoerd.
- Uw behandelend arts of het patiëntenservicebureau dat de meeste ziekenhuizen hebben, kunnen u vertellen hoeveel ervaring een ziekenhuis met een bepaalde behandeling heeft. Krijgt u geen bevredigend antwoord, vraag u dan af of u ook zonder die informatie geholpen wilt worden.
Klein of groot?
Is een groot ziekenhuis beter dan een kleintje en een academisch ziekenhuis nog beter? De meningen zijn verdeeld. Volgens de Raad voor de Volksgezondheid is de kwaliteit van medisch-specialistische zorg niet afhankelijk van de grootte van het ziekenhuis. Maar kleine en middelgrote ziekenhuizen (met minder dan 500 bedden) scoren volgens patiënten het beste wat betreft de medische zorg, aldus de ziekenhuistest van het maandblad Elsevier.
Ze houden ook meer rekening met de patiënt. De wachtlijsten zijn er korter, en het is gemakkelijker om een afspraak te maken. Ook huisartsen vinden het prettiger samenwerken en overleggen met kleinere en middelgrote ziekenhuizen.
Volgens Elsevier is de beste medische kwaliteit niet altijd in de academische centra te vinden, maar minstens evenzeer bij middelgrote en grote algemene ziekenhuizen. Cardiologie is een topper van de grote algemene ziekenhuizen. En de academische centra scoren vooral hoog als het gaat om kindergeneeskunde, neurochirurgie en oncologie.
Met nieuwe zorgverzekering meer keuze?
Let op het verschil tussen een natura- en een restitutiepolis als u een zorgverzekering afsluit. Bij de naturapolis gaat de betaling buiten u om. De behandelaar regelt dat met de verzekeraar. Maar de vergoeding geldt alleen voor zorgverleners waarmee uw verzekeraar een contract heeft afgesloten. Gaat u naar een andere zorgverlener, dan krijgt u wellicht niet alle kosten vergoed.
Bij een restitutieverzekering betaalt u de rekening in eerste instantie zelf. (Dat hoeft overigens niet! Je kunt met de verzekeraar afspreken dat je de rekeningen doorstuurt zodat de verzekeraar ze rechtstreeks betaalt). Met deze polis kunt u zich laten behandelen bij de zorgverlener van uw keus.
Liever dichtbij
Alle kwaliteitsverschillen en wachtlijsten ten spijt, bij de keuze voor een ziekenhuis spelen pragmatische overwegingen vaak de hoofdrol. De meeste patiënten kiezen voor de dokter dicht bij huis. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel). Het ‘eigen’ ziekenhuis moet in ieder geval binnen een half uur reizen, maar liefst binnen vijftien minuten, te bereiken zijn.
Welk type patient bent u?
De 'ik-wil-helemaal-niet-kiezen'-patiënt
U hebt geen zin om tijd en energie te steken in het kiezen van een behandeling, ziekenhuis of arts. U bent best tevreden zo. En al zijn er dingen waar u slechte ervaringen mee had: die wegen niet op tegen alle rompslomp als u daar echt werk van zou maken.
Laat u niet gek maken door alle keuzemogelijkheden, u hoeft niet te kiezen. Doe gewoon wat uw dokter zegt, daar vaart u wel bij. Wellicht pikt u uit dit verhaal nog wat kleine tips mee.
De 'fijn-dat-ik-steeds-meer-kan-kiezen'-patiënt
U neemt de tijd om u te verdiepen in uw ziekte en behandeling en bent niet bang om u kritisch op te stellen bij uw arts. Lastig is soms wel dat er zoveel informatie is dat het moeilijk is om door de bomen het bos te blijven zien.
Met de tips in dit verhaal komt u beter beslagen ten ijs.
De 'er-is-vast-nog-veel-meer-te-kiezen'-patiënt
U hebt een bijna onverzadigbare honger om te weten wat er met u aan de hand is, wat er aan te doen is en wie dat het beste kan doen. U bent voor artsen een pittige gesprekspartner met een stevige dosis achterdocht. Tijd, geld en energie spelen geen rol als het om uw gezondheid gaat. Desnoods gaat u voor de beste dokter of een topziekenhuis naar het buitenland.