Het grootste orgaan
De huid is het grootste orgaan van het menselijk lichaam. Bij volwassenen kan het oppervlak wel 1,5 tot 2 vierkante meter zijn en daarbij wel 15 tot 20 kilogram wegen. Met drie lagen en allerlei huidaanhangsels is de huid een ingenieus systeem.
Onze huid is niet zomaar een omhulsel van ons lichaam, het is in vele opzichten ontzettend belangrijk. Allereerst is de huid de eerste verdedigingslinie tegen schadelijke invloeden van buitenaf. Ook zorgt de huid ervoor dat u niet snel oververhit, onderkoeld of uitgedroogd raakt. Dankzij het tastgevoel in de huid kunnen wij dingen voelen en handelingen uitvoeren. Daarbij wordt vitamine D onder invloed van de zon in de huid aangemaakt.
De huid bestaat uit drie delen. Het bovenste en buitenste gedeelte wordt gevormd door de opperhuid, ook wel epidermis. Daaronder ligt de lederhuid: het cutis of de dermis. Het onderste gedeelte van de huid is onderhuidse bindweefsel, de zogenaamde subcutis. Het bindweefsel verbindt met en ondersteunt andere weefsel en organen. Onder de subcutis bevindt zich ook nog een vetlaag. Verder bevat de huid allerlei huidaanhangsels zoals talgklieren, zweetklieren, haarwortels en nagelbedden.
Epidermis
De opperhuid is de buitenste laag van de huid en bestaat voor het grootste deel uit keratinocyten. Deze cellen worden in de onderste laag van de epidermis gevormd en schuiven vanuit daar langzaam naar boven. Als ze eenmaal boven in de opperhuid terecht komen, gaan ze dood en vormen ze een verhoornde cellaag: de hoornlaag.
In de hoornlaag gaan de cellen steeds losser tegen elkaar liggen. De verbinding tussen de afzonderlijke opperhuidcellen is van groot belang voor de bescherming van de huid, bijvoorbeeld tegen uitdroging. Ook zorgen de dode cellen voor een moeilijk doordringbaar pantser voor ziekteverwekkers.
De epidermis is in principe slechts enkele tienden van een millimeter dik. De hoornlaag vormt daarbij niet meer dan een dun vlies. Op de voetzolen en handpalmen is de hoornlaag extra dik: u kent dit als eelt.
In de onderste laag van de opperhuid worden continu nieuwe cellen gemaakt. Doordat deze cellen er aan de bovenkant weer afschilferen, vernieuwt de opperhuid gemiddeld één keer per maand. Dankzij dit mechanisme groeit een verwonding aan de epidermis ook snel dicht en zal geen zichtbare littekens achterlaten. Bij jonge mensen gaat de celdeling sneller dan bij ouderen.
Pigment
In de onderste laag van de opperhuid vind je ook nog melanocyten. Deze pigmentcellen maken kleine pigmentkorrels en geven die door aan de keratinocyten. Pas wanneer het pigment in de hoorncellen bevindt is de huid gekleurd. In principe heeft iedereen ongeveer evenveel pigmentcellen. De activiteit van deze cellen en de rijpheid van de pigmentkorrels bepaalt uiteindelijk de huidskleur. Rijpere pigmentcellen en keratinocyten met meer pigment zorgen voor een donkere kleur. Onder invloed van zon neemt de activiteit en de pigmentproductie van de pigmentcellen toe. Het pigment beschermt de huid ook tegen de schadelijke stralen van de zon.
Dermis
Onder de opperhuid ligt de lederhuid, ook wel dermis of cutis, een dikke bindweefsellaag. In deze laag vindt u vooral bindweefselcellen, bindweefselvezels en een gel-achtige grondsubstantie, maar ook bloedvaten, lymfevaten en zenuwen.
De lederhuid is ongeveer 1 tot 3 millimeter dik. De onderkant van de opperhuid en de bovenkant van de lederhuid vertonen een sterk golvend patroon met in- en uitstulpingen, waardoor beide lagen een soort in elkaar grijpen. Dankzij de bloed- en lymfevaatjes wordt de opperhuid gevoed en worden afvalstoffen afgevoerd.
Onderin de dermis bevinden zich nog veel meer bloed- en lymfevaten. De bloedvaten spelen daarbij een belangrijke rol bij de temperatuurregeling van het lichaam. Door verwijding van de bloedvaten kan extra warmte aan de buitenwereld worden meegegeven, bij vernauwing wordt de afgifte van warmte juist beperkt. De zenuwuiteinden zorgen voor gevoeligheid voor tast, pijn en temperatuur. Het actieve verdedigingsmechanisme van de huid bevindt zich ook voor het grootste deel in dermis.
De vezels in lederhuid bepalen de rekbaarheid en trekvastheid van de huid. Bij huidveroudering of -beschadiging door bijvoorbeeld uv-straling nemen de elasticiteit en veerkracht af. De lederhuid wordt ook niet vernieuwd, een beschadiging blijft dus altijd zichtbaar.
Subcutis
Het onderhuidse bindweefsel, de subcutis, vormt de scheidslijn tussen de huid en spieren en pezen in ons lichaam. Dit bindweefsel bestaat vooral uit vet. De belangrijkste functies zijn warmte-isolatie, energieopslag en bescherming tegen stoten. De dikte van het onderhuids bindweefsel verschilt van plaats tot plaats. Op het scheenbeen is het bijvoorbeeld heel dun, terwijl het op de buik en billen vaak veel dikker is.
Huidaanhangsels
De huid bevat allerlei huidaanhangsels. De talgklieren zijn hier een voorbeeld van. U vindt deze klieren over de hele huid, behalve op de handpalmen en voetzolen. Ze liggen altijd naast een haarfollikel en monden daarin uit. Talg is een mengsel van allerlei vettige stoffen om de huid soepel te houden en te beschermen.
Zweetklieren zijn ook huidaanhangsels, net als haren en nagels. Die laatste twee bestaan uit dood hoornmateriaal. Een haar ontspruit uit een haarfollikel en de nagel vanuit het nagelbed.
- Stichting Huidfonds
- Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
- Huidarts.com