'Voor de patiënt voelt digitale zorg juist persoonlijk'

'Zorg bij jou': digitaal contact met het ziekenhuis

vrouw digitale zorg
Getty Images

Gewoon thuis op de bank digitaal contact met het ziekenhuis: voor ruim achtduizend mensen is het al zover. Cardioloog Jippe Balt is nauw betrokken bij dit project met de naam ‘Zorg bij jou’, dat volgens hem veel voordelen kent.

Om de zorg in ons land behapbaar te houden heeft de overheid een budget van 2,5 miljard euro beschikbaar gesteld. Hiermee moet de zorg toekomstbestendiger en digitaler gemaakt ­worden. De eerste 77 miljoen euro subsidie ging naar de zeven Santeon-ziekenhuizen, die door Nederland verspreid zitten. Via ‘Zorg bij jou’ bieden zij digitale zorg aan een groeiend aantal patiënten, momenteel ruim achtduizend. Dit moet binnen enkele jaren voor de gehele Nederlandse zorg toegankelijk zijn, van zieken­huizen en huisartsen tot verpleeghuizen.

Naast het werk als cardioloog houd je je tevens intensief bezig met efficiency-slagen in de zorg. Hoe werkt Zorg bij jou?

“Het is een initiatief van de Santeon-ziekenhuizen om hybride zorg – een mix van digitale zorg en zorg op ­locatie – gezamenlijk in te richten. Je kunt de dienst zien als de centrale verkeerstoren op Schiphol. De ­verkeersleider – in dit geval een gespecialiseerde ­verpleegkundige die we e-nurse noemen – houdt overzicht, belt na en grijpt zo nodig in. Dit kan dus om patiënten van een van de zeven ziekenhuizen gaan. Deze manier van werken maakt het makkelijker en ­efficiënter om hen te volgen, zonder dat dit ten koste gaat van goede zorg.”

Die e-nurse is dus de spin in het web van het ­systeem, hij of zij houdt de gegevens in de gaten die ­mensen via een app met het ziekenhuis delen. Om wat voor patiënten gaat het?

“Op dit moment is deze dienst beschikbaar voor ­mensen met negen verschillende aandoeningen. Denk aan boezemfibrilleren en hartfalen, COPD en astma, mensen die een darmoperatie hebben ­ondergaan, ­patiënten na een herseninfarct, vrouwen met zwangerschapsdiabetes en mensen met covid- of influenza-gerelateerde klachten. De e-nurse geeft uitleg over het ziektebeeld, beantwoordt vragen en belt met de patiënt als ze getriggerd wordt door informatie die deze geeft. Patiënten vullen namelijk via de app vragen­lijsten in, waarin ze aangeven hoe ze hun klachten ­ervaren. Ook ­vinden er op afstand metingen plaats. Zo kunnen ­patiënten bijvoorbeeld via een vinger op de camera van de app een ritmestrook inleveren. De e-nurse heeft de tijd om te bellen en te bespreken hoe het gaat. Zij kan de meeste mensen geruststellen en daardoor voelen ze zich veiliger en ervaren ze minder stress. Het zijn ervaren verpleegkundigen die precies weten tot op welk niveau ze iets zelf kunnen afhandelen en wanneer ze moeten over­leggen of ­opschalen. Als de e-nurse iemand al bij de eerste klachten kan zeggen dagelijks twee plas­pillen te ­nemen in plaats van één, kan dat een opname voorkomen. Daarmee kunnen we eerder lichtere zorg bieden en zo voorkomen dat iemand via de spoed­eisende hulp binnenkomt. Voor artsen is het meer managen op afstand.”

Door contact met de e-nurse is er minder stress en voelen patiënten zich veiliger

Door die continue monitoring is sneller ingrijpen mogelijk en dat scheelt zorg en zorgkosten. Zijn er nog andere voordelen?

“Je wilt deze dienst zo inrichten dat het voor de patiënt én de behandelaar voordelen oplevert. We zien dat het systeem mensen helpt meer zelfregie te pakken over hun aandoening. Er is voor hen makkelijk contact te leggen met de e-nurse en dat geeft een ­gevoel van controle. Ze hoeven niet over een drempel heen en ze hoeven zich niet af te vragen of hun klachten wel erg genoeg zijn om te bellen. Maar wij kunnen ook in een vroeg stadium zien of iemand ‘ontspoort’. Bovendien zien specialisten de app­gebruikers alleen als dat wenselijk is, en niet meer standaard om de ­zoveel maanden. Dat is voor beide partijen een lastenvermindering. Een voorbeeld? Als bij hartfalen of bij de behandeling van boezem­fibrilleren de medicatie opgehoogd moest worden, zagen we die patiënten voorheen wel acht keer in het ziekenhuis. Nu gaat een groot deel van de behandeling digitaal. Dat scheelt patiënten fors (reis)tijd. En de specialisten kunnen hun focus richten op de 10-15 procent van de patiënten die zorg in het ­ziekenhuis nodig hebben.”

Het systeem helpt mensen meer zelfregie te pakken over hun aandoening

Voelt de zorg dan nog wel persoonlijk, als je je arts minder ziet?

“Mensen die de app gebruiken, geven aan dat de zorg dankzij de e-nurse juist persoonlijker en laagdrempeliger voelt, omdat het contact veel regel­matiger is. Als bijvangst ontzorgt deze werkwijze ­bovendien mantelzorgers. Al was het maar door het simpele feit dat ze niet meer hoeven te chauffeuren naar al die ziekenhuisafspraken en mensen een groot deel van de informatie online ontvangen. En wij specialisten kunnen door het wegvallen van onnodige consulten veel meer tijd nemen voor patiënten. Al werkt dat natuurlijk wel alleen als veel mensen er gebruik van maken.”

In 2040 is bijna de helft van de Nederlanders 65-plus en er is een tekort aan zorgpersoneel. Helpt een groot aantal deelnemers ook om de zorg toekomstbestendig te maken?

“De zorg kampt inderdaad met grote personeels­tekorten en er komt een grijze golf aan. Mensen zijn mondiger, de zorg steeds complexer. Als veel ­patiënten van dezelfde thuismonitormogelijkheden gebruikmaken, kun je straks met minder mensen toch méér zorg leveren. De arbeidsproductiviteit moet omhoog en de schaal gaat hierbij echt het ­verschil maken. Het is fijn als een deel van de poli­klinische afspraken digitaal kan. Het is niet dé oplossing voor de tekorten in de zorg, laat dat duidelijk zijn. Maar deze manier van werken kan ­zeker een deel van de oplossing zijn.”

Wat zijn de valkuilen van dit soort technologieën?

“Het moet snel, veilig, goed en overzichtelijk. We ­moeten oppassen dat we niet in een tsunami van ­metingen verzanden. Tegelijkertijd moeten patiënten ook niet de indruk krijgen dat hun gegevens in een zwart gat belanden. De e-nurses kunnen niet alle ­vragenlijsten bekijken en krijgen daarom meldingen bij afwijkende of onwenselijke antwoorden. De inrichting van zo’n systeem is dus heel belangrijk. Net als de koppeling met andere systemen, ­zoals het Elektronisch Patiënten Dossier, waarbij overal ook op de privacybescherming gelet wordt.” 

Snapt iedereen het systeem? Zijn patiënten er blij mee?

“Daar hadden we in eerste instantie wel wat zorgen over. Alles verandert in deze digitale tijden, kunnen oudere patiënten dat wel bijbenen? En hoe zit het met laaggeletterden en anderstaligen? Maar die ­zorgen bleken onnodig, want ze snappen het systeem prima. Sommige mensen krijgen daarbij hulp van hun kinderen, maar 90 procent van de patiënten die we het ­vragen doen graag mee. De crux zit ’m in het gebruiksgemak. En mocht iemand niet willen meedoen, dan kan dat uiteraard ook ­gewoon. Het systeem is niet ontworpen om mensen per se buiten het ­ziekenhuis te houden. Het gaat erom dat je van betekenis bent voor de patiënt. Kun je helpen bij de gevolgen van ziekte, troost ­bieden en angst weg­nemen? Als ­digitale zorg dat kan bieden, is het van meerwaarde.”

Dr. Jippe Balt is cardioloog en elektrofysioloog in het St. Antonius Ziekenhuis. Hij is gespecialiseerd in hartritmestoornissen in de breedste zin van het woord. De laatste zes jaar houdt hij zich ook bezig met efficiencyslagen in de zorg. De eerste dienst van Zorg bij jou is thuismonitoring, maar de volgende stappen zijn in ontwikkeling; denk aan diensten zoals elektronische consulten en medicatiechecks.

Een andere versie van dit artikel stond eerder in Plus Magazine september 2024. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai! 

Auteur