Zijn vader, die na zijn 65ste nog op een nieuwe baan solliciteerde, is zijn grote voorbeeld. Net als hij weet Ivo Niehe (76) niet van ophouden. “Iedereen zegt dat ik op mijn leeftijd moet gaan genieten, maar genieten is voor mij iets maken waar ik blij van word.”
U leest een gratis artikel uit Plus Magazine.
Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.
Ivo Johannes Ignatius Niehe (Amsterdam, 1946)
...was tijdens zijn studie Frans fotomodel en zanger in een band. In 1974 kwam hij in dienst bij de Tros, eerst als omroeper, later als presentator. Zijn legendarische Tros TV Show presenteerde hij veertig jaar. Naast de talkshow over kunst en cultuur Ivo op zondag maakt hij de podcast Je derde leven, over hoe mensen de tijd na hun pensionering invullen. Onlangs verscheen ook zijn boek De afterparty, met herinneringen aan veertig jaar TV Show. Ivo is getrouwd met Karin, ze hebben samen twee zoons en een dochter.
Vroeger wilde ik vooral opvallen, die eigenschap is niet bij mij weg te krijgen. Als jongen was ik niet alleen klassenvoorzitter,maar ook aanvoerder van het schoolvoetbalteam, ballenjongen in het Olympisch Stadion en zanger in een band. Die gedrevenheid heb ik van mijn ouders meegekregen. Je moest iets maken van je leven.
Mijn vader is mijn grote voorbeeld. Hij begon in het magazijn van Vroom & Dreesmann, maar deed dat met zoveel enthousiasme dat het niemand in zijn omgeving verbaasde dat hij uiteindelijk een eigen zaak in lingerie en dames-mode had met zeven filialen. Hij was het soort ondernemer van de oude stempel. Eerlijk, goed voor zijn mensen. Maar de tijden veranderden, ondernemen werd aanzienlijk moeilijker dan in de eerste tien, vijftien jaar na de oorlog. Dus moest hij op zijn 65ste noodgedwongen stoppen.
Maar nu komt het. Hij zag als een berg op tegen een lege agenda. Dus besloot hij te solliciteren, bij een vriend die een verzekeringsmaatschappij had. Die lachte hem vierkant uit toen ‘de grote Charles’ zich meldde voor een uiterst nederig baantje: contracten rondbrengen. Drie keer is mijn vader langs geweest voor hij alsnog aangenomen werd. Twaalf en een half jaar lang heeft hij zich in die nieuwe omgeving van zijn beste kant laten zien en zich in de organisatie opgewerkt. Op zijn 77ste werd zijn jubileum als 65-plusser groots gevierd. Als mijn moeder niet ziek geworden was, had hij stellig tot zijn laatste dag – hij werd op een week na 95 – doorgewerkt. Met mijn vader in gedachten, begon ik vorig jaar aan een serie podcasts over ‘je derde leven’: wat te doen met de tien, twintig, soms zelfs dertig jaar na je pensionering? Voor een nieuwe serie heb ik de hulp nodig van Pluslezers. Maar laten we eerst nog even bij vroeger blijven.
Ik was de jongste en scheel bijna anderhalf jaar met mijn oudere broer. Hij was op zijn manier ook ambitieus, hij is ambassadeur geworden en heeft als toproeier de Olympische Spelen gehaald. Aan tafel werd altijd gediscussieerd. Mijn vader en broer waren verbaal zo begaafd, dat ik alles op alles moest zetten om ertussen te komen. Zo heb ik al jong geleerd goed te formuleren en snel mijn punt te maken. Precies de kwaliteiten waarmee ik uiteindelijk mijn brood heb verdiend. Dat ik ooit bij de televisie ben terechtgekomen is pure mazzel, zoals alles in mijn leven eigenlijk. Ik ben altijd voor alles gevraagd. Dat levert geen ruggengraat op. Wat hooguit in mijn voordeel spreekt, is dat ik op alles ‘ja’ heb gezegd en altijd bereid was iets aan te pakken. In mijn studententijd werd ik gevraagd als fotomodel en speelde ik zes avonden in de week in een professionele popgroep. Ik was de enige van de band die vier keer in de week naar college reed.
Achteraf ongelooflijk dat ik dat heb opgebracht. Ik had wel door willen gaan in de muziek, maar ik was niet goed genoeg. Door die muziek kwam ik wel in beeld voor televisie. Dat was mijn geluk. Met mijn Frans doctoraal was een baan voor me weggelegd als wetenschappelijk medewerker middeleeuwen. Dat leek me geen swingende toekomst. Ik aarzelde dus geen moment toen ik een brief van de omroep kreeg met de onvergetelijke woorden ‘we zien wel iets in u maar weten u niet te plaatsen’. Of ik twee omroepbeurten wilde doen, zodat ze konden kijken wat zou passen. De eerste jaren was ik aan het oefenen en bedacht ik quizzen die ik ook mocht presenteren. Later besefte ik dat een programma met iets meer inhoud wel prettig zou zijn. Toen kwam het idee van de TV Show. Nooit gedacht dat ik dat veertig jaar zou doen. In het begin was het vaak behoorlijk matig – ik had helemaal geen ervaring – maar ik kreeg de kans en tijd om het al doende te leren.
Mijn vrouw Karin kwam pas op mijn pad toen ik 42 was, zij was een stuk jonger. We zijn inmiddels 35 jaar samen. We kregen meteen drie kinderen, nog zo’n mooi cadeau. Het leven zonder kinderen zou ik niet leuk hebben gevonden.
Nu is moeten stoppen met werken echt een groot probleem. Dat krijg je als je gewend bent aan zo’n intensief leven. Ik ben inmiddels 76. Je zou het niet zeggen? Dank u wel. Natuurlijk ken ik ook heel wat leeftijdsgenoten die van hun vrijheid genieten. Ze reizen, maken uitstapjes, gaan veel naar theater, kaarten, gaan op stap met vrienden, hebben een volkstuin, schilderen. Ze vullen daarmee hun leven tot volle tevredenheid. Maar het blijkt dat de overgrote meerderheid het toch moeilijk vindt om zich aan te passen aan een bestaan zonder de vaste structuur waaraan ze gewend zijn. Ik zou zeker tot die laatste categorie horen, vandaar dat ik het gruwelijke mazzel noem dat ik nog steeds door kan werken.
Eigenlijk mag het geen werk heten. Mijn werk is wat voor anderen hun elektrische trein is. Ik kan dag en nacht in mijn eentje in mijn kantoortje zitten monteren. En na veertig jaar TV Show kwam er iets nieuws voor in de plaats: Ivo op zondag. Een feest om te maken met, voor de zondagochtend, ook nog eens verbazingwekkende kijkcijfers. Een van de bedoelingen van het programma is dat er aandacht komt voor cultuur, dus voor alle vormen van theater, mode en voor opmerkelijke tentoonstellingen. Juist in deze barre tijden is het zo heilzaam dat we kunnen vluchten in een tweede werkelijkheid. Of dat nou genieten is van een toneelstuk, een schilderij, muziekstuk of boek: het brengt je eventjes in een heel andere wereld.
Iedereen zegt dat ik op mijn leeftijd moet gaan genieten, maar genieten is voor mij iets maken waar ik blij van word. Mensen zien vrije tijd als de grootste verrukking. Maar we zijn er eigenlijk niet voor gemaakt. Onze kinderen kennen mij niet anders dan dat ik ‘aan de slag’ ben. Ik heb ze weleens gevraagd hoe zij dat ervaren. Ze zien het als een groot voorbeeld. Ze zijn daardoor wel aardig wat aandacht tekort-gekomen. Ik was altijd in de weer, vaak op reis. Maar we zijn het aan het inhalen, doen veel samen als gezin, met z’n allen naar Ajax bijvoorbeeld, ze gaan nog graag mee op vakantie. En we zijn een paar jaar geleden speciaal naar Amsterdam verhuisd omdat de kinderen hier ook wonen.
Toen ik naast alle producties en mijn eigen tv-programma ook nog aan zoiets eigentijds als een podcast begon, kwamen er wel even gefronste wenkbrauwen. Maar de eerste serie was een succes, dankzij de openhartige gesprekken met bekende landgenoten als Hans Wiegel, Koos Postema, Hedy d’Ancona, voormalig Heineken-baas Karel Vuursteen en Andries Knevel. Ieder heeft zijn eigen invulling weten te geven aan de tijd na het pensioen, al was het zelden zonder moeite. Zo zei Andries Knevel: ‘De tijd vullen is niet moeilijk, moeilijker is het om nog een zinvol leven te hebben.’ Wiegel vertelde dat hij soms drie dagen niemand ziet. Karel Vuursteen ging met zijn vrouw op een cursus kunstgeschiedenis. Zo zie je maar.
Straks blijft zin in het leven hebben het allerbelangrijkst. Door de manier waarop ik leef ontken ik de dood eigenlijk. Je kunt op twee manieren met de dood omgaan, je er zorgen over maken of het voorlopig maar even ont-kennen. Als je zoals ik zoveel leuke dingen in het vooruitzicht hebt en nog zoveel dingen aan jezelf wilt bewijzen, is ontkenning de beste optie. Tegen de tijd dat ik er niks meer aan vind, is het einde ook minder erg. Daarin zit voor mij een soort rechtvaardigheid. Wat ik wel jammer vind, is dat het verleden minder telt dan het nu en straks. Mooie herinneringen zijn er wel, maar het gaat toch om wat je nu doet en wat er straks nog voor je in het vat zit. Eigenlijk zou het leven zo moeten zijn dat een mooie herinnering alle verdere problemen bij je weghoudt. Wat mij helpt om het leuk te houden, is me te blijven verwonderen. Een tweede mooi voorbeeld is mijn tante Els.
Net als mijn vader en zijn andere zussen is zij heel oud geworden. Zij was al vroeg weduwe. Vlak voordat ze meedeelde dat ze binnenkort het hoekje om zou gaan, vroeg ik haar wat haar al die jaren op gang heeft gehouden. ‘O heel simpel’, zei ze, ‘alles interesseert me.’ Een van de grootste geheimen om die laatste fase goed door te komen is geïnteresseerd blijven. Die interesse kun je sturen, er gebeurt zoveel dat interessant is. Ook mijn kinderen inspireren mij tot aansluiting houden met deze tijd.
En zo is de cirkel rond en komen we weer uit bij mijn vader. Onder-nemer kon hij alleen worden dankzij de bijdrage van zijn vier zussen. Daarom heette het bedrijf ook Celtha, dat stond voor Charles, Elsje, Liesje, Thea en Thecla. Hij bleef niet werken voor de status of het geld, maar puur omdat hij er zoveel plezier uit haalde.”
Ivo is op zoek naar u
Voor zijn podcast Je derde leven is Ivo Niehe op zoek naar gewone Nederlanders, man en vrouw. Wat zijn uw bijzondere ervaringen sinds u begonnen bent aan ‘uw derde leven’? Is er een spannende, nieuwe invulling gekomen? Of vond en vindt u het vooral moeilijk? Maar ook: kent u iemand voor wie de laatste fase van het leven in het teken staat van een verbazingwekkende verandering?
Ivo Niehe zoekt memorabele verhalen, van mensen met een passie die bij wijze van spreken wijn zijn gaan verbouwen in Zuid-Drenthe. Maar ook van mannen of vrouwen die maar moeizaam hun draai weten te vinden.
U kunt zich melden met een mailtje naar jederdeleven@gmail.com. Wie een goed verhaal heeft, kan een telefoontje verwachten (vergeet niet uw nummer te vermelden). De opnames zijn meestal op zaterdagochtend en kosten niet meer dan een uurtje.