Geeft ontploffingsgevaar
Als je je boosheid opkropt, loop je het risico depressief of ziek te worden. Maar wie een kort lontje heeft en meteen zijn woede uit, brengt zijn sociale
relaties in gevaar. Hoe ga je om met kwaadheid?
Boosheid komt voort uit ergernis en frustratie omdat de dingen niet lopen zoals je wilt. De emotie richt zich op degene die je plannen in de war stuurt. Sommige mensen geven hun woede min of meer de vrije loop, anderen bijten liever op hun tong. “Boosheid is een normale reactie. Alleen het gewelddadige gedrag dat eruit kan voortvloeien, kan problematisch zijn, niet de boosheid zelf”, zegt psycholoog en psychotherapeut Christophe Dierickx. Tenminste...
Ziek van woede, dát wil je voorkomen...
Als je nooit boos bent en nooit stoom afblaast, kun je je daar schuldig over gaan voelen en jezelf verwijten maken als ‘Ik kom nooit voor mezelf op’. Die negatieve gedachten kunnen tot depressiviteit leiden. Ook andere aandoeningen, zoals een hoge bloeddruk, zouden in de hand kunnen worden gewerkt door het onderdrukken van boosheid. Maar altijd maar meteen in woede uitbarsten is beslist ook niet gezond. Driftkoppen zouden bijvoorbeeld drie keer zoveel risico op een beroerte hebben. Vooral ouderen en mensen met een onbehandelde hoge bloeddruk lopen gevaar. Maar als je wél kwaad moet worden, maar niet mag ontploffen, hoe moet je dan je woede uiten? Christophe Dierickx: “In plaats van je boosheid weg te drukken, kun je beter leren om je gevoelens niet te veroordelen, maar ze te observeren en te accepteren voor wat ze zijn. En dan te reageren. Na die eerste zelfbeschouwing is het risico op een uitbarsting al een stuk kleiner.”
Niet met de deuren slaan, wel anders ruzie maken…
Christophe Dierickx weet hoe je je boosheid vermindert en in goede banen leidt:
- Doe iets aan de oorzaken van je dagelijkse ergernissen. Laat bijvoorbeeld die stofzuiger die telkens stukgaat, eindelijk eens repareren.
- Verwen jezelf. Maak voldoende tijd vrij voor sport, ontspanning of gewoon lekker niksen. Ontspannen mensen ontploffen minder snel.
- Stel prioriteiten. Wordt je leven beter als je iemand ‘eens goed de waarheid zegt’? Nee? Niet doen dus.
- Pas je taalgebruik aan. Zeg bijvoorbeeld ‘je zou misschien’ in plaats van ‘je moet’.
- Blijf er niet mee rondlopen als je ergens boos over bent. Leg rustig uit wat je dwarszit en uit geen persoonlijke kritiek. Zeg liever ‘wil je me niet steeds onderbreken’ in plaats van ‘jij laat me ook nooit eens uitpraten’.
- Leer te luisteren naar de ander en stel je open voor zijn of haar mening. Als je denkt dat iemand je bijvoorbeeld belachelijk maakt, ga dan eerst na of dat ook echt zo is. Praat erover.
- Neem de tijd om na te denken over wat je boos maakt en praat erover met een neutraal persoon om alles beter te kunnen verwoorden.
- Als de boosheid je toch overmant, zeg dan ‘ik ga even weg om te bedaren, we hebben het er straks wel weer over’ in plaats van zonder een woord te zeggen de deur dicht te slaan. Loop vervolgens een blokje om.
- Plus Magazine