Alberts zoon Wim was pas 33 toen hij dodelijk verongelukte op zijn motor. Lange tijd kon Albert het niet opbrengen om te zingen in het koor, hoewel dat zijn lust en zijn leven was. Maar nu zingt hij met meer overtuiging dan ooit.
Als we het geluid van een zware motor horen, hoeven we elkaar alleen maar aan te kijken. Dan zijn mijn vrouw en ik weer even bij onze zoon.” Albert Hakkenes (77) valt met de deur in huis als we elkaar treffen aan het begin van het Boomkroonpad op de Drentse Hondsrug. In een brief aan mij beschreef hij het grote verdriet in zijn leven, waar hij desondanks mee heeft leren leven.
Albert bekent dat hij zich een beetje onthand voelt. Zijn vrouw Sjaakje ligt in het ziekenhuis vanwege een knieoperatie. Met en zonder kleinkinderen genieten ze hier vaak. Maar het Boomkroonpad, dat op een hoogte van 22,5 meter tussen de boomtoppen loopt, hebben ze gek genoeg nog nooit gewandeld.We starten in een donkere gang die onder de wortels van de bomen loopt. Albert en ik maken een selfie met de opgezette das die er staat. “Met hem wil iedereen op de foto”, zegt de boswachter lachend. Voor wie de heuvels van de Hondsrug nog niet hoog genoeg zijn, is het Boomkroonpad tussen Drouwen en Gieten een aanrader.
Alberts vrouw Sjaakje vond het niet zo nodig om over het ongeluk van hun zoon Wim te vertellen. Maar Albert hoopt dat zijn verhaal anderen tot steun kan zijn. “Je kunt je opsluiten in je kamertje, maar dat heeft geen zin. En natuurlijk zou je alles terug willen draaien. Maar dat kan niet.”
Tijdens de klim naar boven vertelt Albert over het weekend voordat alles veranderde. “De motor was alles voor Wim. Voor zijn werk als registeraccountant was hij altijd keurig in het pak, maar op de motor kon hij alles loslaten.” Op zijn 16de kreeg Wim een brommer en deelde hij met zijn vader een passie voor alles op twee wielen. Albert zelf had graag ooit motoragent willen worden, maar werd bestuurder van een koelwagen. Wim woonde nog thuis en de band tussen vader en zoon was sterk. Jaarlijks ging Wim met zijn motorclub op vakantie en hij bezocht trouw de TT in Assen. “Op de begraafplaats waar hij ligt, hoor je de motoren die over de snelweg rijden heel goed. Dan zeg ik altijd: moet je eens luisteren, Wim.” Het weekend voor de zwartste dag in hun leven hebben Albert en zijn vrouw nog hun 35ste huwelijksdag gevierd. “Dat was de mooiste dag van ons leven. Iedereen was er toen nog…”
Albert is even stil en gaat verder: “Het laatste wat we samen hebben gedaan, is de antenne van onze caravan repareren.” De volgende ochtend vertrok Wim met zijn motorclub naar Zweden. Albert heeft hem uitgezwaaid en Sjaakje riep nog: “Wees voorzichtig, jongen.”
Ondertussen zijn wij boven aangekomen en kijken we uit over de imposante beukenlanen die deze boswachterij zo typeren. De bomen zijn kaal in deze tijd van het jaar. “Dan kun je tenminste wat zien”, constateert Albert opgewekt. Het blijkt tekenend voor hoe hij in het leven staat.
Op 9 juli 2000 werd Wim op de snelweg in Duitsland gevonden. Met zijn hoofd had hij een paaltje in de middenberm geraakt. Wat er precies is gebeurd, weten ze nog altijd niet. Wim was een rustige motorrijder die geen gekke dingen deed. “De leden van de motorclub zeiden altijd: laat Wim maar vooroprijden, want hij rijdt veilig.” Die dag waren Albert en zijn vrouw net thuis van de kerk toen er een politieauto in de straat stopte. “Ze hadden het horloge van Wim in de hand toen ze aanbelden. Dan weet je genoeg.” Albert draait zijn arm naar mij. Hij draagt nu het horloge.
Het besef van wat er was gebeurd, kwam pas een tijd later echt binnen. Albert kijkt naar boven als hij met nadruk zegt: “Dan word je kwaad. Waarom liet Hij dit gebeuren!” Albert zegt niet te geloven in een God die aan de touwtjes trekt. God heeft ook verdriet. Maar zijn lust en zijn leven, zingen in het Christelijk Mannenkoor in het Groningse Stadskanaal, lukte hem na het ongeluk niet meer. Met een verbolgen gezicht legt hij uit: “Moet ik zingen: Wat de toekomst brengt? Moet ik de Heer danken? Nou, bedankt zeg, ik ben mijn zoon kwijt!”
Albert dacht niets meer uit zijn strot te kunnen krijgen, maar toen een vriend hem had aangemoedigd om toch weer te komen zingen, gebeurde er iets prachtigs. “Je moet als zanger goed de dirigent volgen. Ik deed dat en keek voorbij hem naar het glas-in-loodraam. Opeens scheen een zonnestraal recht in mijn gezicht. Terwijl het op dat moment bewolkt was! Het was alsof er boven een luikje openging en Wim zei: Het is goed zo, pap.” Albert denkt dat niemand anders die zonnestraal heeft opgemerkt, maar hem ontroerde het. Hij noemt het een wonder. Het zette zijn leven zonder zoon weer in beweging.
We lopen wiebelend verder over het pad tussen de bomen. Dit is niets voor mensen met hoogtevrees. Albert kijkt ernaar uit om hier met zijn kleinkinderen terug te komen. Albert houdt van de herfst vanwege de kleuren en omdat er zoveel verandert in de natuur. “Ik ben zelf ook veranderd door wat ik heb meegemaakt. Had ik eerder nog weleens een vel voor de kop, zoals we op z’n Drents zeggen als iemand een dikke huid heeft, nu ben ik eerder emotioneel.
”Vaak begint Albert zijn zinnen met: “Weet je wat het is, Hella?” Omdat hij lang heeft nagedacht over wat hem is overkomen en hoe het hem heeft veranderd. Nu lijkt het zijn missie om dat te delen met anderen. “En het is heel gek, maar sindsdien heb ik geleerd om in verdriet te zingen; om mijn verdriet weg te zingen. Zingen is licht scheppen in de duisternis.
”Albert is bewuster gaan zingen. Teksten hebben betekenis gekregen. Zo raakte hem deze zin uit het gedicht Voetstappen in het zand: ‘Mijn lieve kind, toen het moeilijk was, heb ik jou gedragen.’ Ook Albert voelt zich gedragen door de mensen om hem heen en door God. Hij kreeg de kracht om door te gaan. “Het is net als in de natuur. We kunnen ons nu nog niet voorstellen dat die frisgroene takken er in de lente zijn, maar dat is straks toch weer zo.”
Op aanraden van Albert drinken we aan het einde van onze wandeling een kop koffie met een lokale lekkernij, een Drents turfje, in restaurant ’t Hemelriek. “Je moet weten waar je moet zijn voor een kopje koffie”, lacht hij. Terwijl we uitkijken over de zwemplas deelt hij nog een inzicht dat hij kreeg. Zijn moeder, die tijdens haar leven twee kinderen verloor, zei altijd: “Je mag best verdriet hebben, maar je mag het verdriet niet koesteren.” Dat zijn wijze woorden voor Albert gebleken, die hij ook nu pas echt begrijpt.
Achteraf zijn hij en zijn vrouw blij dat Wim nog niet getrouwd was en geen vrouw en kinderen heeft achtergelaten. Ze zijn dankbaar voor de 33 jaar dat ze hem in hun leven hebben gehad. En, zo hebben ze besloten: ze willen een thuis creëren waar hun andere drie kinderen en kleinkinderen graag komen. En Wim is er altijd bij.
Wandelen tussen de boomtoppen
Het is bijzonder om zomaar van boomtop naar boomtop te lopen. In de boswachterij Gieten-Borger in Drenthe heeft Staatsbosbeheer een 125 meter lang pad op een hoogte van 22,5 meter aangelegd. Ook begint bij het bezoekerscentrum een wandeling van 13 kilometer in de omgeving.
Startpunt: buitencentrum Boomkroonpad, Steenhopenweg 4, 9533 PN Drouwen.
Lengte: 13 kilometer.
Horeca: Bospaviljoen De Woudstee naast het buitencentrum; restaurant ’t Hemelriek.
Vervoer: Neem vanaf NS-station Assen bus 24 richting Borger en stap uit bij halte Papenvoort, Stroetendijk. Dan is het nog 2 kilometer lopen naar het bezoekerscentrum.
Dit artikel is eerder verschenen in Plus Magazine november 2017. Nog geen abonnee van Plus Magazine? Abonnee worden doet u in een handomdraai!
- Plus Magazine