Poetsen, spoelen en schrapen helpt
Sommige bacteriën in de mond kunnen tandvleesontsteking of een hardnekkige slechte adem veroorzaken. Hoe ouder je wordt, hoe meer last je ervan kunt krijgen. De oplossing: goede mondverzorging.
Mondflora: een mooi woord dat suggereert dat er duizenden bloempjes bloeien tussen tong en tanden. In werkelijkheid zijn het bacteriën die onze monden bevolken, wel vier- tot vijfhonderd soorten. De meeste daarvan verrichten goed werk: ze bieden bescherming tegen slechte bacteriën. Zolang de balans tussen ‘goede’ en ‘slechte’ bacteriën in evenwicht is, is er niets aan de hand. Maar krijgen de kwaaie rakkers onder de bacteriën de overhand, dan kan dat problemen opleveren: een chronisch slechte adem (halitose) of een fikse tandvleesontsteking (parodontitis) kunnen het gevolg zijn.
Parodontitis begint met een opeenhoping van bacteriën in de kleine ruimte tussen tanden en tandvlees: de pockets. Ze vormen daar een laagje tandplak, dat kan verharden tot tandsteen. Daardoor raakt het tandvlees ontstoken en begint het los te laten van tanden en kiezen. Het tandvlees ziet er dan een beetje rood of gezwollen uit en gaat soms bloeden bij het poetsen. Dit is gingivitis, het eerste stadium. Wat je dan vooral niet moet doen, is heel voorzichtig poetsen of stoppen met poetsen. Een goede mondhygiëne is namelijk essentieel om de bacteriën zoveel mogelijk op te ruimen.
Doe je dat niet, dan gaan de bacteriën een stapje verder. Ze graven zich steeds dieper tussen tanden en tandvlees in, totdat ze het kaakbot bereiken en aantasten. Het kaakbot breekt langzaam af, waardoor tanden en kiezen los gaan staan en zelfs uitvallen. Deze ernstige vorm van tandvleesontsteking heet parodontitis.
Agressieve bacteriën
Zo’n 10 tot 20 procent van de mensen heeft parodontitis, vooral 55-plussers hebben er last van. Want hoe ouder je wordt, hoe langer je blootgesteld bent aan bacteriën. Mensen met parodontitis zijn niet per se slechte tandenpoetsers. Heb je toevallig een agressieve bacterie te pakken, dan kan die veel schade aanrichten. Bovendien kun je ‘aanleg’ hebben: als het in de familie voorkomt, heb je een verhoogde kans op parodontitis.
Ook roken en stress maken je er vatbaarder voor. Het venijnige van parodontitis is dat je meestal niet merkt dat je het hebt. Het geeft zelden pijnklachten en het tandvlees kan er keurig roze uitzien. De enige manier om er op tijd achter te komen is door regelmatige check-ups bij de tandarts. Die controleert met een pocketsonde de ruimte tussen tandvlees en tanden. De meeste tandartsen doen dit bij elke halfjaarlijkse controle. Als u er zeker van wilt zijn dat dit gebeurt, kunt u de tandarts vragen naar de DPSI-score van uw tandvlees (Dutch Periodontal Screening Index met een score van 0 tot 4: hoe hoger de score, hoe slechter het tandvlees).
Is een gingivitis nog te bestrijden met goed poetsen, bij een parodontitis moet er een tandarts of parodontoloog aan te pas komen. Die maakt de pockets grondig schoon. Als de pockets te diep zijn voor deze reiniging is een flapoperatie nodig: onder plaatselijke verdoving wordt het tandvlees losgemaakt van tanden en kiezen en na reiniging weer gehecht. Soms wijst bacteriologisch onderzoek uit dat er antibiotica nodig zijn om een eventuele hardnekkige bacterie te lijf te gaan.
Na een flapoperatie wordt bijna standaard een mondspoelmiddel met chloorhexidine voorgeschreven: dat valt alle bacteriën aan. Nadeel ervan is dat het bij langdurig gebruik vervelende bijwerkingen kan hebben, zoals een tijdelijke verkleuring van tanden en smaakverlies. Voor langdurig gebruik zijn antibacteriële mondwaters zonder alcohol aan te bevelen, omdat langdurig gebruik van een mondwater mét alcohol tot problemen aan slijmvliezen kan leiden.
Taboe
Bacteriën kunnen niet alleen voor tandvleesontsteking zorgen, maar ook voor halitose, oftewel slechte adem. Dat is nog altijd een taboe. Bijna niemand durft er iets van te zeggen als een gesprekspartner uit zijn mond ruikt. Daardoor voelen mensen met een chronisch slechte adem (halitose) zich nog onzekerder en mijden ze het liefst contact met anderen. Uit schaamte durven ze nauwelijks de deur uit. Zakenmannen die een extra groot bureau aanschaffen om afstand te bewaren en moeders die hun kinderen niet meer knuffelen zijn geen ongewone voorbeelden.
Ter geruststelling: wie na een avondje drinken, roken of knoflook eten uit zijn mond ruikt, heeft nog geen halitose. Een alcohol- of knoflookadem is slechts van tijdelijke aard, bij halitose hebben mensen chronisch last van een slechte adem. Een kauwgum of pepermuntje helpt dan echt niet. Naar schatting heeft ongeveer een kwart van de bevolking af en toe last van een slechte adem, en lijdt 2 procent echt aan halitose. Vooral ouderen kunnen er last van krijgen, waarom precies is niet duidelijk.
Een veel voorkomend misverstand is dat de klachten worden veroorzaakt door een maagprobleem. Weliswaar kan een stoornis in de stofwisseling of een luchtweginfectie tot halitose leiden, maar in verreweg de meeste gevallen (zo’n 90 procent) ligt de oorzaak van een onfrisse adem in de mond. Bij deze orale halitose is sprake van een verstoord evenwicht van de bacteriën: de anaerobe bacteriën (die zonder zuurstof leven) overheersen de aerobe bacteriën (die met zuurstof leven). Beide bacteriën doen zich tegoed aan de eiwitten van voedselresten in de mond. De anaerobe bacteriën verspreiden daarbij kwalijk riekende gassen, waaronder de bekende geur van rotte eieren.
De boosdoeners zijn te vinden in tandplak op tanden en kiezen bij mensen met tandvleesontsteking. Ook nestelen ze zich graag op het achterste deel van de tong. Deze tongcoating of tongbeslag is duidelijk zichtbaar in de vorm van een wit of gelig laagje op de tong.
Eenvoudige behandeling
Het lastige van halitose is dat je de slechte adem niet bij jezelf kunt ruiken. Mensen met halitose raken gewend aan hun eigen mondgeur. Vergelijk het met iemand die door gewenning steeds meer parfum gaat gebruiken. Er zijn wel trucjes om de eigen adem te ruiken, maar daar kun je niet van op aan. Om te ontdekken of je een slechte adem hebt, is er eigenlijk maar één betrouwbare methode: vraag het aan partner, kinderen of iemand anders die je echt kunt vertrouwen en een eerlijk antwoord geeft.
Ook kan een consult bij een centrum voor parodontologie uitsluitsel bieden. Met speciale apparatuur wordt vastgesteld of iemand halitose heeft, en zo ja, welke vorm en hoe ernstig. Hoewel halitose een groot sociaal probleem is, is het in de meeste gevallen vrij eenvoudig op te lossen. Met een goede tongreiniger en het juiste mondspoelmiddel kom je een heel eind. Die pakken het probleem op twee manieren aan: een tongreiniger haalt de eiwitten – het voedsel voor bacteriën – van de tong. Het spoelmiddel pakt de bacteriën zelf aan.
Een tongreiniger wordt ook wel een tongschraper genoemd, maar dat is eigenlijk niet het juiste woord. Hard drukken en schrapen is namelijk niet nodig, het gaat erom de tongcoating met een paar halen van de tong te verwijderen. In het begin kan dit een neiging tot kokhalzen veroorzaken, maar het went snel. Bijkomend voordeel van tongreiniging is dat de smaak verbetert, omdat de smaakpapillen achter op de tong beter hun werk doen. Tongreinigers zijn niet duur (tussen de één en zes euro) en te krijgen bij apotheek en drogist.
Sommige deskundigen zeggen dat het niet uitmaakt welke reiniger je koopt, het zou zelfs met een eetlepel kunnen. Andere raden professionele tongreinigers aan die niet te scherp maar ook niet te slap zijn. Je tong poetsen met een tandenborstel kan ook, maar is minder effectief. Je verstoort de bacterielaag weliswaar, maar verwijdert ze niet. Bovendien is het veel moeilijker om met een tandenborstel het achterste deel van de tong te bereiken.
Spoelen
Naast het reinigen van de tong is het zaak om te gorgelen met een antibacterieel spoelmiddel. Let er ook hier weer op dat er geen alcohol in zit. Dat geeft weliswaar een bruisend en brandend gevoel in de mond, maar neemt de oorzaak van de klachten niet weg.
Dat doen alleen antibacteriële spoelmiddelen die zinklactaat bevatten. Zinklactaat vangt de zwavelgassen weg en neutraliseert als het ware de vieze geur. Bovendien onderdrukt zo’n middel de hoeveelheid bacteriën. Er zijn twee spoelmiddelen die zinklactaat bevatten: Halita gorgelmiddel (te koop bij de apotheek) en het nieuwe Meridol Halitosis (te koop bij de apotheek en de betere drogist).
Belangrijk is dat het goedje zoveel mogelijk in contact komt met het achterste gedeelte van de tong, daar waar de bacteriën zich ophopen. Een manier om dat te bereiken is de tong uitsteken tijdens het gorgelen. Erg moeilijk, maar wel effectief.
M.m.v. parodontoloog en halitoloog dr. Edwin Winkel, verbonden aan de Kliniek voor Parodontologie in Amsterdam en het Universitair Medisch Centrum Groningen.
- Plus Magazine