Wat doen jongeren in hun vrije tijd? MSN’en! Daar, onzichtbaar voor de rest van de wereld, hebben ze hun ontmoetingen, ruzies en geheimen. Plus Magazine’s Emma Brunt gluurde een paar dagen mee.
'Hoeist?'
'Hoeist?’ tikken Ank en Anna in de andere kamer in het scherm. Achter de muur kunnen we ze samen horen giechelen, want deze virtuele conversatie is niet echt: het is een demonstratie, bedoeld om mij te laten zien hoe je met behulp van MSN met vriendinnen en klasgenoten kunt kletsen – even aangenomen dat die online zijn natuurlijk. Ank en Anna zijn voor deze gelegenheid achter de computer van Saskia’s oudere broer gaan zitten, één deur verderop in de gang, maar het valt kennelijk nog niet mee om op commando een passend gespreksonderwerp te verzinnen. Het gegiechel wordt luider.‘Goed en mj?’ tikt Saskia razendsnel op haar eigen toetsenbord. En legt mij vervolgens behulpzaam uit dat dit nu ‘breezertaal’ is: een voor buitenstaanders niet altijd even begrijpelijke code die voornamelijk bestaat uit afkortingen (‘mj’ ofwel ‘met jou’) en een paar cijfers die als woorden of lettergrepen klinken, zoals 2 (‘to’ of ‘too’) en 4 (‘for’), en een rudimentair soort Engels van eigen makelij. Maar deze uitwisseling kan ik ook zonder instructie nog wel volgen.
‘W8 ff! Brb’ laat de andere partij weten, want ze moeten nu echt even beraadslagen over hun volgende zet.
“Dat betekent: Wacht effe, be right back,” verklaart Saskia, die haar taak als gids in deze schimmige contreien ernstig opvat. Be right back – ben zo terug. In afwachting van verdere berichten stuurt Saskia een smiley terug, een knalgeel hoofdje dat een vette knipoog geeft, en daarna een rood hartje. Het ziet er vrolijk uit. ‘Love u 2’ (love you too) antwoorden Ank en Anna prompt, en dan houden ze het voor gezien en komen bij Saskia binnendrentelen, om te informeren of ik er al iets van begin te begrijpen. Zijn wij op dit moment als enigen online? vraag ik een beetje verbaasd, want het is vier uur in de middag, vakantie bovendien, en ik had verwacht dat het MSN-verkeer op dat tijdstip een stuk drukker zou zijn.
“Nee hoor,” zegt Saskia met een geroutineerde blik op de lijst met contactpersonen, “er zijn nog minstens acht anderen actief, maar die heb ik ‘geblockt’, want ik heb er helemaal geen zin in dat die allemaal tegen me aan beginnen te praten. Die kunnen dus niet zien dat wij nu online zijn.”
Ik begrijp de wenk: het echte werk reserveert ze liever voor een moment waarop er geen nieuwsgierige buitenstaander op haar vingers kijkt.
Ik was eerst nog heel gelukkig toen mijn oudste zoon jaren geleden aanbood om MSN op mijn nieuwe pc te installeren. Maar als communicatiemiddel viel het me tegen. MSN Messenger is een programma dat je in staat stelt om op internet te chatten (‘praten’) met personen die je zelf hebt toegevoegd aan de lijst van contacten. Onbekenden kunnen er dus niet binnendringen. Wat dat betreft lijkt het op een besloten vriendenclub. Zichzelf zette mijn zoon als eerste op de lijst van mijn MSN-contacten. Maar al die ultrakorte zinnetjes, dat gebrabbel in telegramstijl – ik vond het bijzonder omslachtig. Gewoon bellen ging veel vlugger! Mijn lijstje met MSN-deelnemers groeide dan ook niet, want ik voegde zelden of nooit iemand toe. De enige andere deelnemer op mijn lijst was Paul, een vriend van mijn jongste zoon.
Ik kwam er al snel achter waarom een MSN-conversatie vaak zo stroef verloopt. Degene met wie je in gesprek bent, hoeft namelijk niet voortdurend achter zijn scherm te blijven zitten; hij of zij kan onderwijl nog allerlei andere interessante dingen doen. Tv kijken, de krant lezen, een biertje pakken, gezellig keuvelen met zijn vriendin, de magnetronmaaltijd in de gaten houden. En terwijl hij daarmee doende is, zit jij nog steeds geduldig te wachten op een reactie.
Niet wetend of er ooit nog antwoord komt, en zo ja, op welke termijn. Brb (be right back) blijkt in de praktijk een uiterst rekbaar begrip te zijn.
Bovendien leed de inhoud van de gesprekjes ook nogal onder het fragmentarische karakter. Dat was mijn ervaring tenminste. De laatste keer dat Paul en ik iets uitwisselden via MSN vroeg ik hem bijvoorbeeld of hij het leuk vond dat hij binnenkort vader zou worden. Er verstreek een kwartier, twintig minuten, een half uur. Ik wachtte en schonk mezelf ook maar eens een glaasje in. “Hé, ben je daar nog?!” riep ik zo nu en dan in het niets, alsof ik tegen de dove nachthemel zat te praten. Stilte alom. Zou hij zich misschien langdurig op het antwoord willen bezinnen, vroeg ik mij af. Ging er van alles in hem om? Iets onzegbaars?
Maar nee, daar lag het niet aan, want toen hij zich eindelijk meldde, verschenen er precies twee zuinige regeltjes tekst op mijn scherm. Ik las: ‘Ja leuk. Een nieuw mensje.’ Vanaf dat moment had ik het helemaal gehad met MSN. Voor dit medium ontbrak het mij aan geduld.
De jongere generatie gebruikt MSN heel anders. Zij doen het vooral veel en vaak. Liefst 95 procent van de tieners maakt gebruik van MSN en volgens het Sociaal Cultureel Planbureau hebben de meeste meer dan honderd contactpersonen in hun lijst. Met al die mensen onderhouden ze een terloops maar effectief contact. Het stoort ze niet dat hun gesprekspartners wel eens bij het scherm weglopen en een stilte laten vallen, want zelf zijn ze doorgaans ook met verschillende dingen tegelijk bezig.
Saskia Huygen (13) is zo’n selectieve gebruikster, evenals haar nichtje Anna Beukenhorst (15) en de vriendin van dat nichtje, Ank van Paassen (14). Met zijn drieën zitten ze aan de eettafel in Amsterdam en proberen mij er om het hardst van te overtuigen dat al die vooroordelen van oudere mensen over de gevaren van internet in het algemeen, en van MSN’en in het bijzonder, echt nérgens op slaan. Ik leg ze het hele rijtje bezwaren voor; bezwaren die ze allemaal al eens eerder hebben gehoord, want kranten en tijdschriften mogen graag een waarschuwing laten horen. In ‘J/M, maandblad voor ouders’ verscheen vorig jaar bijvoorbeeld een artikel met de kop ‘Verslaafd aan online’, waarin de gevaren van overmatig MSN-gebruik breed werden uitgemeten, naar aanleiding van een onderzoek van het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving (IVO). Ongeveer 4 procent van de 11- tot 15-jarigen is een dwangmatig internetgebruiker, constateert het IVO. Die jongeren zijn per week 24 uur of meer bezig met internetten. MSN levert aan dat percentage verslaafden verreweg de grootste bijdrage. De veronderstelling is, aldus onderzoeker Van Rooij van het IVO, dat veel MSN’en ten koste gaat van contacten en activiteiten in het ‘echte’ leven. Sporten, andere hobby’s, maar ook de schoolprestaties hebben eronder te lijden, evenals het contact met gezinsleden en met vriendjes en vriendinnetjes.
“Flauwekul!” oordelen Saskia, Anna en Ank eenparig, met een begin van verontwaardiging in hun stem. Weliswaar zitten ze zelf ook wel een uurtje of twee per dag voor het scherm, maar dat is iets “wat je er zo’n beetje bij doet”, niet iets wat je volle aandacht vereist. Anna voegt toe: “Het fijne van MSN is juist dat je heel makkelijk kunt afhaken als je er genoeg van hebt, zonder dat iemand je dat kwalijk kan nemen. Het is vrijblijvender dan een echt gesprek of een telefoontje. Als je MSN’t kun je bijvoorbeeld ook heel terloops informeren of er nog wat leuks te doen is in het weekend, zonder je ergens op vast te leggen.”
Saskia beaamt: “Het is waar dat de meeste gesprekjes via MSN nogal oppervlakkig zijn, maar vaak heb je de mensen met wie je MSN’t een uur geleden nog gezien op school. Ik MSN vooral met vriendinnen om wat af te spreken. Dus in feite is MSN juist heel bevorderlijk voor je sociale leven.”
Met online pesten – nog zo’n bezwaar waar ouders en leerkrachten altijd mee aankomen – hebben ze geen van drieën veel ervaring. En iets dergelijks geldt ook voor de veelgehoorde klacht dat er volwassen pedofielen op het net zouden kunnen opereren die op iets anders uit zijn dan een luchtig gesprekje. Ja, zeggen ze alledrie, als je met wildvreemden praat, in een willekeurige chatroom, dan weet je inderdaad niet met wie je te maken hebt. Daar kunnen griezels bij zitten. Maar als je MSN’t is dat risico nihil, zolang je er maar voor zorgt dat je niemand in je MSN-bestand toelaat die je niet persoonlijk kent. Op dat punt zijn ze goed voorgelicht, zowel door hun ouders als door de leerkrachten van de middelbare school
Een week later zit ik in Monnickendam te praten met Dorien Feenstra. Dorien is veertien en gaat dit jaar naar de derde klas van het VMBO in Volendam.
Zij MSN’t in de woonkamer, want haar ouders vinden dat er toezicht moet zijn. Voor het overige is er opvallend veel overeenkomst met de verhalen die ik al eerder heb gehoord.
“In het begin was dat MSN’en best saai,” vertelt Dorien. “Maar het werd leuker toen ik meer mensen aan mijn adressenlijst kon toevoegen. Er staan nu bijna tweehonderd namen op. In de wintermaanden ben ik van negen tot elf uur online. Meestal spreek ik dan wat af voor later op de avond, of ik vraag wat de anderen gaan doen in het weekend.” Dorien somt vrijwel exact dezelfde voordelen op van MSN die Saskia, Anna en Ank ook al hadden genoemd. Wat dat betreft is er kennelijk weinig verschil tussen de grote stad en een klein plaatsje als Monnickendam. En net als de andere drie meisjes vindt ook Dorien dat die MSN-gesprekjes nogal oppervlakkig zijn. Je kúnt natuurlijk wel diepe roerselen aan de orde stellen, maar het komt er meestal niet van. “Nee, geheimen wissel ik niet zo gauw uit op het net. Dat doe ik niet expres, dat gaat vanzelf. Ik weet eigenlijk niet goed hoe dat komt. Meestal is het even snel van: alles goed met jou? Ja met mij ook. Klaar. Soms is dat wel eens irritant – net als al die afkortingen! Hoogstens vraag je of een vriendin nog een beetje verliefd is of zo, van die alledaagse dingetjes.”
Gepest wordt er wel eens. Maar als het te lang duurt, of extreem wordt, is er altijd wel een gealarmeerde ouder of leraar die aan de bel trekt, is haar ervaring. En dan waait het weer over. “Ach,” zegt ze met een relativerend lachje, “er wordt natuurlijk wel eens geroddeld, net als in het gewone leven. Meestal in milde vorm.” Haar vader vult aan: “Ik heb er iets van gezegd toen ik in haar mailbox een tekst aantrof over een juf op school, waarin die vrouw werd uitgescholden. Dat ging mij veel te ver. Maar tot mijn opluchting had Dorien dat niet zelf geschreven.”
Dorien vindt het allemaal best. “Het stoort me niet hoor, dat mijn ouders meekijken,” zegt ze neutraal. “Ik heb geen geheimen voor ze. MSN’en vind ik gewoon gezellig, soms, om de verveling te verdrijven. Maar ik zou het waarschijnlijk niet missen als het er ineens niet meer was. Het maakt geen wezenlijk deel uit van mijn leven. Ik kan me ook zonder MSN heel goed vermaken. Gelukkig wel.”
En flirten? Peilen of een jongen je leuk vindt en zin heeft om een afspraakje met je te maken? Nee, zeggen de meiden allemaal, daar doen ze niet aan. Er zitten wel jongens in hun adressenbestand, maar afspreken doen ze alleen met vriendinnen. Jongens komen hooguit in beeld als ze met een heel groepje op stap gaan.
Voor jongens ligt dat anders. Marko Jovovich (15) wil bijvoorbeeld best bekennen dat hij geregeld op het versierpad is via dit virtuele kanaal. “Ja,” zegt hij met enig dédain, “waar heb je MSN ánders voor?!” Als hij zit te chatten met Amber, een kennis van school, en van haar hoort dat zij bezoek heeft van Tamar, een meisje dat hij nog niet kent, is dat een uitgelezen gelegenheid om Tamar aan zijn lijst toe te voegen
en te vragen of ze elkaar ergens kunnen ontmoeten. Een nieuwe flirtkandidaat is altijd welkom. Marko: “Flirten is redelijk belangrijk. Dat is in het dagelijkse leven zo en dus ook op MSN.”
Daar komt bij dat hij niet zo bang hoeft te zijn voor onbekenden als een meisje, want Marko denkt dat verkrachters niet in de eerste plaats op zoek zijn naar een jongen – al blijft het altijd een beetje oppassen. “Je moet er natuurlijk ook niet teveel van verwachten,” voegt hij er nuchter aan toe. “Flirten is leuk als tijdverdrijf, en als iemand er op ingaat kun je het niet laten zitten, maar in principe is MSN gewoon iets wat je doet voor de gezelligheid. Beetje kletsen over het huiswerk, een afspraakje maken met de jongens van basketbal, niks bijzonders.”
In zijn bestand staan bijvoorbeeld ook de adressen van Servische vriendjes en vriendinnetjes uit Belgrado, waar zijn ouders vandaan komen, want internetten is een stuk goedkoper dan bellen met het buitenland. En als je genoeg hebt van een bepaald contact, dan verwijder je zo iemand toch gewoon van de lijst? Makkelijk zat. Ex-vriendinnen vliegen er bij hem meteen uit, om maar iets te noemen.
“Ik ben er allerminst aan verslaafd hoor,” zegt Marko samenvattend. “Het is niet zo dat ik in de vakantie opeens denk: verdomme, ik heb mijn computer niet bij me. En dat ik me dan ga vervelen. MSN is meer een luxe dan een benodigdheid.”
Bron
- Plus Magazine