Op 13 maart 1978 vielen drie Zuid-Molukkers het provinciehuis in Assen binnen. Ze gijzelden 71 aanwezigen. Jacob Nieuwschepen uit Westerbork was een van hen.
Ik was die maandag voor een vergadering op het provinciehuis in Assen. Rond kwart over tien hoorden we gestommel op de trap. Kort daarna ging de deur open en zagen we een vuurwapen en een Molukse man.
Met een groep van ongeveer zeventig personen werden we bijeengedreven in een grote kantoorruimte. We moesten de deuren barricaderen met bureaus en op de grond gaan liggen. Drie goed bewapende Molukkers hielden ons voortdurend onder schot. We mochten niet praten. De spanning was om te snijden. Een van ons werd eruit gepikt: ‘Hé bril, jij wilt dood, jij gaat dood.’ Hij werd voor het raam gezet, doodgeschoten en uit het raam gegooid. Vreselijk was dat.
De beklemmende en angstige sfeer die toen ontstond, is moeilijk te omschrijven. Grote verslagenheid nam bezit van ons. Iedereen was bang om op te vallen. Regelmatig schoten de gijzelnemers door openstaande ramen naar buiten. Een fietser werd geraakt, evenals een persfotograaf. Ze lachten er triomfantelijk om. Toen ze de radio aanzetten, hoorden ze dat de gedeputeerden Daniël Huizinga en Jakob Trip bij ons waren. Die werden gelijk apart gezet met de mededeling dat zij als eersten zouden worden doodgeschoten.
In een kast achter in de zaal werd een toilet ingericht. ’s Nachts probeerden we op de grond te slapen, de volgende dag werden de onderhandelingen voortgezet en verhardde de sfeer. Net na het verstrijken van het ultimatum op dinsdagmiddag vielen mariniers van alle kanten binnen. Geratel van wapens, geluid van brekend glas. De Molukkers schoten terug. Er vielen gewonden, onder wie de gedeputeerde Jakob Trip, die later overleed. De hele bevrijdingsactie duurde maar even. We leefden nog. In theater De Kolk kon ik mijn familie omhelzen.”
Menselijk schild
“Sinds enige jaren ben ik de laatste ex-gegijzelde die nog in het Provinciehuis werkt. Ook ik belandde in de open kantoortuin. Daar werd ik er al snel uit gepikt: ‘Snorretje, meekomen.’ Ik werd in een open raam gezet. De ene gijzelnemer zette een geweerloop tegen mijn achterhoofd, de ander vuurde door het open raam naar buiten. Ik fungeerde als menselijk schild tegen de scherpschutters.”
Bernhard Hanskamp (61),
Nijlande
- PlusMagazine