Voor een ecovakantie in de jungle van Ecuador bent u toch aangewezen op het vliegtuig. Niet echt milieuvriendelijk dus, maar er zijn genoeg mogelijkheden om het milieu te ontzien op reis.
Het brandstofverbruik op een intercontinentale vlucht is vergelijkbaar met het jaarverbruik van de verwarmingsketel thuis, uiteraard allebei berekend per persoon. Tel daarbij het energiegebruik van de toeristische voorzieningen als hotels, campings, restaurants en attracties voor apparatuur, verwarming, verlichting en afvalverwerking en je zou bijna niet meer op vakantie durven.
Maar ook wie thuisblijft, belast het milieu. Valt er dan eigenlijk nog wel iets te zeggen over de vakantie als geheel? Want hoe vergelijk je afval met CO2-uitstoot, energiegebruik en waterverspilling? Het antwoord is: met de ecologische voetafdruk (EV). Dit is een door wetenschappers ontwikkeld hulpmiddel om de consequenties van verschillende levensstijlen voor het milieu inzichtelijk te maken. Het principe ervan is dat alle menselijke activiteiten worden vertaald naar vierkante meters van het aardoppervlak. Die vierkante meters zijn nodig om voedsel te produceren, afval te verwerken, schoon water te leveren en afvalwater te zuiveren, en om hout, zand en klei als bouwmateriaal te leveren.
De ecologische voetafdruk is in eerste instantie ontwikkeld om duidelijk te maken welke aanspraak wij met onze levenswijze – thuis, op het werk en op vakantie – maken op de eindige hulpbronnen van de aarde. Inmiddels hebben wetenschappers de ecologische voetafdruk bepaald van de bewoners van nagenoeg elk land. Nederlanders hebben een gemiddelde EV in hun dagelijks leven van 4,4 hectare (= 44.000 vierkante meter). Naar westerse maatstaven is dat niet onbescheiden. De levenswijze van de Amerikanen vraagt tweemaal zo veel. Maar ook Nederlanders gebruiken aanmerkelijk meer dan er per aardbewoner beschikbaar is, want dat is maar 1,8 hectare. Inmiddels bedraagt de EV van de gemiddelde aardbewoner 2,23 hectare, dus ruim 20 procent meer dan wat de aarde kan dragen. Dat betekent dat het huidige consumptiepeil op den duur niet gehandhaafd kan worden, en dat groei eigenlijk alleen nog mogelijk is als dit gepaard gaat met minder en veel efficiënter gebruik van energie, grondstoffen en ruimte.
Met de Vakantievoetafdruk kunt u zelf de milieuvriendelijkheid van een reis bepalen en eventueel maatregelen nemen om het aantal ‘gebruikte vierkante meters’ terug te dringen. Wie milieuvriendelijk op vakantie wil, kan zich bijvoorbeeld afvragen of het wel nodig is om te vliegen. We vliegen namelijk steeds verder en steeds vaker. Uit (het laatste) onderzoek van het CBS blijkt dat in 2006 37 procent van de lange vakanties naar het buitenland per vliegtuig werd ondernomen. In 2002 was dit nog 30 procent. Ook voor korte vakanties wordt steeds vaker het vliegtuig genomen: in 2002 bij 10 procent van de vakanties en in 2006 bij 14 procent. Vooral de verre vluchten hakken er flink in wat betreft uitstoot van broeikasgassen.
De meeste Europese bestemmingen zijn echter ook prima te bereiken per touringcar of trein. Dat is vele malen vriendelijker voor het milieu. En zelfs de eigen personenauto is een factor drie schoner dan het vliegtuig, als u met twee personen reist. Bovendien is het vliegtuig op afstanden van minder dan duizend kilometer veelal niet of nauwelijks efficiënter of goedkoper dan trein, bus of auto. De aan- en afreis naar de luchthaven, de vertragingen, gemiste aansluitingen, dure taxi’s ter plaatse: het komt er allemaal bij.
Wist u dat er lange afstandsbussen zijn waarmee elke grote plaats in Europa te bereiken is, voor heel schappelijke prijzen? Kijk eens op www.eurolines.nl.
Bij een aantal vliegmaatschappijen, waaronder KLM en Martinair, is CO2-compensatie een kwestie van een druk op de knop bij het online boeken van het ticket. Ook steeds meer reisorganisaties bieden deze mogelijkheid. De compensatie van een vlucht naar de Canarische Eilanden kost bij Green Seat bijvoorbeeld €17,87 per reiziger.
Maar dat de natuur centraal staat, wil nog niet zeggen dat er rekening gehouden wordt met diezelfde natuur. Nico Visser, hoogleraar duurzaam toerisme aan de NHTV Internationale Hogeschool te Breda, kent talloze voorbeelden van het tegendeel. “Er is eigenlijk geen logisch verband tussen ecotoerisme en duurzaam toerisme. Vergeleken met de natuurgevolgen van sommige ecotrips zijn de busreizen van jongeren richting zon, zee en seks eigenlijk heel milieuvriendelijk.”
Hij vindt dat je pas kunt spreken van ecotoerisme als natuurbehoud centraal staat, als het gaat om kleine groepen, als er sprake is van een educatief aspect en als de lokale bevolking ervan profiteert. En dat de gevolgen voor het milieu tot een minimum beperkt blijven, zou voor zich moeten spreken. De accommodatie speelt bij dat laatste aspect een belangrijke rol. Duurzame hotels en pensions zijn zuinig met fossiele brandstoffen of wekken zelfs hun eigen schone energie op. Ze verspillen geen water en voorkomen dat het rioolwater in bodem, beek of zee komt. Ze betrekken het al dan niet biologische voedsel van de lokale markt en gebruiken duurzame bouwmaterialen.
Een handig hulpmiddel bij het vinden van groene accommodatie is de Groene Vakantiegids, een initiatief van ECEAT (Europees Centrum voor Eco Agro Toerisme). Het boekje is verkrijgbaar in de ANWB-winkels en via de website van ECEAT (www.eceat.nl).
Bij de grotere reisorganisaties wordt achter de schermen hard gewerkt aan een internationaal ecolabel, vertelt Elise Allart, Duurzaam Toerisme Manager bij TUI Nederland (waar Arke, Holland International en KRAS toe behoren). Maar dat kost tijd, want groene accommodaties mogen dan in opkomst zijn, ze vormen nog steeds maar een klein deel van het enorme aanbod dat een organisatie als TUI heeft.
Bovendien worden milieuvriendelijke accommodaties nog te veel geassocieerd met smoezelige bed & breakfasts met een geitenharensokken-sfeertje. Dat is al lang niet meer terecht, zegt Allart. “Verantwoord comfort is in deze bedrijfstak de grote uitdaging van de toekomst.”
Maar ook wie thuisblijft, belast het milieu. Valt er dan eigenlijk nog wel iets te zeggen over de vakantie als geheel? Want hoe vergelijk je afval met CO2-uitstoot, energiegebruik en waterverspilling? Het antwoord is: met de ecologische voetafdruk (EV). Dit is een door wetenschappers ontwikkeld hulpmiddel om de consequenties van verschillende levensstijlen voor het milieu inzichtelijk te maken. Het principe ervan is dat alle menselijke activiteiten worden vertaald naar vierkante meters van het aardoppervlak. Die vierkante meters zijn nodig om voedsel te produceren, afval te verwerken, schoon water te leveren en afvalwater te zuiveren, en om hout, zand en klei als bouwmateriaal te leveren.
De ecologische voetafdruk is in eerste instantie ontwikkeld om duidelijk te maken welke aanspraak wij met onze levenswijze – thuis, op het werk en op vakantie – maken op de eindige hulpbronnen van de aarde. Inmiddels hebben wetenschappers de ecologische voetafdruk bepaald van de bewoners van nagenoeg elk land. Nederlanders hebben een gemiddelde EV in hun dagelijks leven van 4,4 hectare (= 44.000 vierkante meter). Naar westerse maatstaven is dat niet onbescheiden. De levenswijze van de Amerikanen vraagt tweemaal zo veel. Maar ook Nederlanders gebruiken aanmerkelijk meer dan er per aardbewoner beschikbaar is, want dat is maar 1,8 hectare. Inmiddels bedraagt de EV van de gemiddelde aardbewoner 2,23 hectare, dus ruim 20 procent meer dan wat de aarde kan dragen. Dat betekent dat het huidige consumptiepeil op den duur niet gehandhaafd kan worden, en dat groei eigenlijk alleen nog mogelijk is als dit gepaard gaat met minder en veel efficiënter gebruik van energie, grondstoffen en ruimte.
Schoner dan het vliegtuig
Speciaal voor vakantiegangers heeft milieuorganisatie De Kleine Aarde de ‘Vakantievoetafdruk’ ontwikkeld (www.vakantievoetafdruk.nl). Zie het schema op de volgende pagina voor een vergelijking tussen verschillende soorten vakanties.Met de Vakantievoetafdruk kunt u zelf de milieuvriendelijkheid van een reis bepalen en eventueel maatregelen nemen om het aantal ‘gebruikte vierkante meters’ terug te dringen. Wie milieuvriendelijk op vakantie wil, kan zich bijvoorbeeld afvragen of het wel nodig is om te vliegen. We vliegen namelijk steeds verder en steeds vaker. Uit (het laatste) onderzoek van het CBS blijkt dat in 2006 37 procent van de lange vakanties naar het buitenland per vliegtuig werd ondernomen. In 2002 was dit nog 30 procent. Ook voor korte vakanties wordt steeds vaker het vliegtuig genomen: in 2002 bij 10 procent van de vakanties en in 2006 bij 14 procent. Vooral de verre vluchten hakken er flink in wat betreft uitstoot van broeikasgassen.
De meeste Europese bestemmingen zijn echter ook prima te bereiken per touringcar of trein. Dat is vele malen vriendelijker voor het milieu. En zelfs de eigen personenauto is een factor drie schoner dan het vliegtuig, als u met twee personen reist. Bovendien is het vliegtuig op afstanden van minder dan duizend kilometer veelal niet of nauwelijks efficiënter of goedkoper dan trein, bus of auto. De aan- en afreis naar de luchthaven, de vertragingen, gemiste aansluitingen, dure taxi’s ter plaatse: het komt er allemaal bij.
Wist u dat er lange afstandsbussen zijn waarmee elke grote plaats in Europa te bereiken is, voor heel schappelijke prijzen? Kijk eens op www.eurolines.nl.
CO2-compensatie
Wie buiten Europa op vakantie wil, zal echter niet zonder het vliegtuig kunnen. Voor die reizigers bestaan er tegenwoordig mogelijkheden om de CO2-uitstoot van de vlucht te compenseren. Klimaatneutraal reizen, zoals dat heet, heeft de laatste tijd een grote vlucht genomen. In Nederland kunt u hiervoor terecht bij Green Seat, Trees for Travel of Klimaat Neutraal. In de meeste gevallen wordt uw geld gebruikt om bomen te planten die CO2 opnemen. Maar het aantal bomen dat op aarde kan worden geplant is eindig en bomen groeien traag. Daarom zijn er ook andere vormen van compensatie zoals duurzame energieprojecten.Bij een aantal vliegmaatschappijen, waaronder KLM en Martinair, is CO2-compensatie een kwestie van een druk op de knop bij het online boeken van het ticket. Ook steeds meer reisorganisaties bieden deze mogelijkheid. De compensatie van een vlucht naar de Canarische Eilanden kost bij Green Seat bijvoorbeeld €17,87 per reiziger.
Groene accommodaties
Populair onder de milieuvriendelijke vakanties zijn tegenwoordig reizen waarbij de natuur centraal staat. Ecotoerisme, zoals het dan al snel genoemd wordt, groeit driemaal zo snel als andere vormen van toerisme. Daar zijn echter kanttekeningen bij te plaatsen. Onder deze vlag worden ook luxe ‘wilderness experiences’ in Canada aangeboden waarbij je per watervliegtuig wordt ingevlogen.Maar dat de natuur centraal staat, wil nog niet zeggen dat er rekening gehouden wordt met diezelfde natuur. Nico Visser, hoogleraar duurzaam toerisme aan de NHTV Internationale Hogeschool te Breda, kent talloze voorbeelden van het tegendeel. “Er is eigenlijk geen logisch verband tussen ecotoerisme en duurzaam toerisme. Vergeleken met de natuurgevolgen van sommige ecotrips zijn de busreizen van jongeren richting zon, zee en seks eigenlijk heel milieuvriendelijk.”
Hij vindt dat je pas kunt spreken van ecotoerisme als natuurbehoud centraal staat, als het gaat om kleine groepen, als er sprake is van een educatief aspect en als de lokale bevolking ervan profiteert. En dat de gevolgen voor het milieu tot een minimum beperkt blijven, zou voor zich moeten spreken. De accommodatie speelt bij dat laatste aspect een belangrijke rol. Duurzame hotels en pensions zijn zuinig met fossiele brandstoffen of wekken zelfs hun eigen schone energie op. Ze verspillen geen water en voorkomen dat het rioolwater in bodem, beek of zee komt. Ze betrekken het al dan niet biologische voedsel van de lokale markt en gebruiken duurzame bouwmaterialen.
Een handig hulpmiddel bij het vinden van groene accommodatie is de Groene Vakantiegids, een initiatief van ECEAT (Europees Centrum voor Eco Agro Toerisme). Het boekje is verkrijgbaar in de ANWB-winkels en via de website van ECEAT (www.eceat.nl).
Tachtig ecolabels
Er zijn op dit moment nog geen reisorganisaties die uitsluitend duurzame reizen aanbieden. Wie zijn eigen reis samenstelt, heeft wel houvast aan de zogeheten ecolabels. Dit zijn keurmerken voor milieuvriendelijkheid. Alleen al binnen Europa zijn er ongeveer tachtig. Ze hebben veelal betrekking op accommodaties, restaurants en toeristische attracties. Alle Europese keurmerken letten op energie, water, afval en voedsel.Bij de grotere reisorganisaties wordt achter de schermen hard gewerkt aan een internationaal ecolabel, vertelt Elise Allart, Duurzaam Toerisme Manager bij TUI Nederland (waar Arke, Holland International en KRAS toe behoren). Maar dat kost tijd, want groene accommodaties mogen dan in opkomst zijn, ze vormen nog steeds maar een klein deel van het enorme aanbod dat een organisatie als TUI heeft.
Bovendien worden milieuvriendelijke accommodaties nog te veel geassocieerd met smoezelige bed & breakfasts met een geitenharensokken-sfeertje. Dat is al lang niet meer terecht, zegt Allart. “Verantwoord comfort is in deze bedrijfstak de grote uitdaging van de toekomst.”