Het Alternatieve Woonvormen Alfabet

• Aangepaste woning: u blijft in uw woning die ‘seniorproof’ wordt gemaakt. U kunt hiervoor bij uw gemeente terecht vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning.
• Aanleunwoning: u woont zelfstandig vlakbij een verpleeghuis. Er is dus altijd hulp in de buurt wanneer dat nodig is.
• Domotica-woning: uw huis is uitgerust met technische snufjes die het wonen veiliger en comfortabeler maken. Denk aan een intercom met video, een inbraakalarm en een centrale schakelaar om apparaten, verlichting en verwarming op de nachtstand te zetten.
• Groepswoning: u woont samen met anderen in een huis en deelt een of meerdere vertrekken, zoals keuken, huiskamer, badkamer en toilet. Er zijn gemengde groepen en speciale groepswoningen voor ouderen. Meer leest u hier.
• Hofje: Wonen in een hofje stamt uit de middeleeuwen. Je woont er in vrij kleine huisjes om een gemeenschappelijke tuin of binnenplaats. Het is er relatief veilig en er is altijd gezelschap. Omdat hofjes veel voordelen bieden, worden er in sommige gemeenten ook nieuwe hofjes gebouwd.
• Kangoeroewoning: u kunt in deze dubbele woning samen met uw kinderen wonen. U hebt wel ieder een eigen voordeur, maar de twee woningen staan met elkaar in verbinding. U blijft zelfstandig, maar kunt elkaar hulp verlenen. Denk daarbij aan: voor elkaar koken, helpen als u of de ander ziek is, op de kinderen passen, helpen met huiswerk en klusjes doen. Meer leest u hier.

[ITEMADVERTORIAL] 

• Levensloopbestendige woning: deze woning is dusdanig aangepast dat u er ook kunt blijven wonen als u niet meer goed ter been bent of hulp nodig heeft.
• Mantelzorgwoning: een zelfstandige woning op eigen terrein. Het kan aan om een (tijdelijke) woning in de tuin, of een aanbouw aan het huis. U kunt een mantelzorgwoning (laten) bouwen of huren. U heeft een eigen voordeur, maar er is ook een verbindingsdeur tussen de woningen. Hier leest u antwoorden veel gestelde vragen over mantelzorgwoningen.
• Nultredenwoning: er is geen trap in huis; alle vertrekken zijn gelijkvloers.
• Serviceflat: u woont zelfstandig in een huur- of koopflat in een appartementencomplex met allerlei voorzieningen binnen handbereik. Er is bijvoorbeeld een bemande receptie en een maaltijdservice. Een serviceflat met moderne ruime appartementen en een servicepakket à la carte wordt ook wel Woonzorgcomplex genoemd.
• Thuishuis: U woont met vier tot zes anderen. Ieder heeft een eigen woonkamer, slaapkamer en een klein keukentje. erder is er een gemeenschappelijke keuken, woonkamer en logeerkamer. Het Thuishuis is in de eerste plaats bedoeld om eenzaamheid tegen te gaan.
• Verpleeghuis: een tehuis voor mensen die langdurig intensieve zorg nodig hebben. Naast de reguliere verpleeghuizen, zijn er ook particuliere verpleeghuizen. Het wonen is er over het algemeen duurder, de zorg is persoonlijker.
• Wonen met zorg: Het traditionele verzorgingshuis bestaat niet meer. Veel verzorgingshuizen bouwen de kamers om tot zelfstandige studio's en appartementen. Deze woonvorm heeft verschillende namen: 'zorgwonen', 'beschermd wonen', 'zorgeloos wonen' of 'wonen met zorg'. U kunt verzorgd wonen in voormalige verzorgingshuzien, maar ook op allerlei plekken daarbuiten. Dat kan gaan om nieuwbouw, of om verbouw van bestaande gebouwen. U betaalt huur en servicekosten en krijgt de zorg die u nodig heeft (waar u een indicatie voor heeft) via de gemeente of de thuiszorgorganisatie.
• Woonservicegebied: u woont in uw eigen huis in een wijk met extra voorzieningen die u thuis op maat krijgt aangeboden. Hier leest u meer.