VVD-kamerleden Rutte en Blok publiceerden gisteren hun visie op ondermeer de vergrijzing. De VVD kiest voor gelijke monniken, gelijke kappen: eerst 40 jaar werken, dan pas met pensioen, uiterlijk met 67 jaar.
De betaalbaarheid van de AOW en de pensioenleeftijd blijft actueel in politiek Den Haag. Gisteren kwamen VVD fractievoorzitter Mark Rutte en zijn mede VVD Kamerlid Stef Blok met een visie op het vergrijzingvraagstuk. Zij uiten kritiek op de nieuwe wet die voorziet in een bonus voor doorwerkers van 62 jaar en ouder en een malus voor eerder stoppers dan met 65 jaar. De VVD ziet meer in allemaal 40 jaar werken, daarna krijg je een recht op AOW.
Een werkjaar is voor de VVD een jaar waarin als werknemer of ondernemer tenminste 70 procent van het minimumloon is verdient. Heb je minder gewerkt dan die 40 jaar dan mag je pas met 67 jaar met pensioen. De nieuwe wet moet volgens de VVD in 2011 ingaan. De pensioenleeftijd van 67 jaar wordt pas na 24 jaar bereikt, want ieder jaar komt er een maand boven op de huidige pensioenleeftijd van 65 jaar.
Volgens de VVD’ers levert hun plan volgens berekeningen van het Centraal Planbureau een substantiële bijdrage aan het pensioen- en vergrijzingvraagstuk. Sympathiek is de minimum verdieneis waardoor ook parttime banen meetellen. Ook weet de VVD met de 40 jaar eis de lastige definitie van zwaar werk te vermijden. Lastiger is het voor de mensen, vooral veel vrouwen, die nu niet werken. Zij zouden langer moeten wachten voordat ze met pensioen kunnen.