Voor veel mensen is carnaval een ver-van-hun-bed-show. Rob van de Laar, carnavalshistoricus en voorzitter van de Brabantse Carnavals Federatie, vertelt over het eeuwenoude van oorsprong katholieke volksfeest.
Emotie en omkering
Volgens Van de Laar is carnaval bovenal een feest van emoties. Die emoties zijn voor iedereen weer anders. "De een huilt van het lachen, de ander over iets akeligs. Dat gebeurt tijdens carnaval. Het is een gemeenschapsfeest van samenzijn, van het weerzien. Het heeft niet zo veel meer met de oorsprong van het vasten te maken."
Carnaval is bovendien een omkering: de 'zotten' (gewone burgers) nemen enkele dagen lang de macht over van de echte notabelen. Vandaar ook de benaming 'prins' voor de burger die tijdens carnaval de scepter zwaait over een stad of dorp.
Parodie en persiflage
"Overal zie je verschillende kleuren en kleding", vervolgt de carnavalskenner. "In Limburg kennen ze vooral de kleuren rood, geel en groen, terwijl we hierin Brabant allemaal verschillende kleuren hebben. In Eindhoven dragen mensen bijvoorbeeld blauw en oranje, terwijl ze in Oeteldonk (Den Bosch) in het rood, geel en wit gaan."
Volgens Van de Laar onderscheidt carnaval zich vooral door de aankleding ervan. Het typeert zich door parodie en persiflage: "Carnaval is een soort spel. Iedereen steekt een beetje de draak met elkaar, op een onschuldige en leuke manier."
Brabant vs. Limburg
Niet alleen de kleuren van carnaval verschillen van elkaar in Brabant en Limburg. In Brabant wordt voornamelijk het zogenaamde Bourgondische carnaval gevierd, terwijl in Limburg het Rijnlandse carnaval hoogtij viert. In Limburg wordt in plaats van het woord carnaval ook wel Vastelaovend(j) gebruikt, oftewel Vastenavond. Ook de traditie is anders. Limburgers dossen zich zo mooi en bijzonder mogelijk uit, vaak met maskers en schmink. Ze kijken met argusogen naar de Brabanders, die zich veel 'eenvoudiger' kleden'.
Maar de bekende boerenkiel dragen ze in Brabant niet uit gemak; ook die is traditie. Door de grote armoede in Brabant tijdens de Gouden Eeuw tot de Tweede Wereldoorlog is het juist een traditie geworden om de kostuums eenvoudig te houden. Zo blijft Brabants carnaval toegankelijk, ook voor mensen buiten de provincie.
Alle remmen los?
Er wordt nog weleens gedacht dat tijdens carnaval alles moet kunnen. Van de Laar benadrukt dat dit niet de bedoeling van het feest is. "Iedereen heeft de vrijheid en moet lekker zichzelf blijven, maar natuurlijk moet het wel fatsoenlijk blijven. Dat geldt voor alle feestjes."
Niet alle feestvierders houden zich eraan, maar carnaval wordt bovendien gevolgd door een 40-daagse vastentijd: dus even los, en dan 40 dagen versoberen met karige maaltijden en op vrijdag geen vlees!