In de toekomst rijden we allemaal elektrisch

Elektrische auto’s zijn niet meer weg te denken, maar het moet gezegd: de aandacht ervoor is veel groter dan wat er daadwerkelijk rondrijdt op ’s lands wegen. Volgens de meest recente cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ­waren er op 30 april 2021 in ons land 180.854 volledig elektrische auto’s. Dat is amper 2 procent van het totale wagen­park. Toch groeit het aantal in hoog tempo. In 2016 stond de ­teller nog maar op 13.000 en in 2018 ­waren het er slechts 40.000.

Het lijkt erop dat veel mensen die een nieuwe auto willen aanschaffen nu de mogelijkheid overwegen om ­elektrisch te gaan rijden. De groene gedachte speelt vanzelfsprekend een rol bij de keuze voor een EV (electric vehicle). Het idee niet meer afhanke­lijk te zijn van brandstof­prijzen is ook fijn, vooral nu die brandstof­prijzen de oude hoogte­records ­verbreken.

Bereik volle accu

Toch zorgt het onbekende van het elektrisch rijden vaak nog voor een ­drempel. Zo zijn er de ­horrorverhalen over auto’s die ’s nachts stil­vallen omdat de accu niet op tijd is opgeladen, uren moeten wachten omdat de laadpaal die op de route was ­ingepland bij meer ­elektrische rijders in trek is, of ­helemaal niet kunnen laden omdat iemand ­anders zijn auto dagenlang aan de ­dichtstbijzijnde laadpaal laat hangen. En dan is er nog het idee dat je niet ver komt op een volgeladen accu. ­Beperkt worden in de actie­radius vormt misschien wel de grootste drempel.

Natuurlijk zijn er verhalen van elektrische auto’s die 800 kilometer (of zelfs nog verder) kunnen rijden op één lading, maar dat is helaas vooralsnog voorbehouden aan de duurdere EV’s. De versies van rond de €20.000 komen op papier niet verder dan zo’n 300 kilometer. In de praktijk zal het minder zijn.

Ben je eenmaal gewend aan je auto en heb je door hoe ver deze komt op één lading, dan is de angst om stil te vallen snel verdwenen. ­Bovendien schieten de laadpalen als padden­stoelen uit de grond, ­inclusief snellaadpalen waar je vaak binnen een half uur weer een paar honderd ­kilometer ‘bijtankt’.

De laadsnelheid is afhankelijk van de gekozen auto. Niet elke auto is al ­geschikt voor snelladen en de een laadt net iets minder snel dan de ­ander. Maak je veel kilometers, dan doe je er dus verstandig aan om te checken of de beoogde auto een snellaad­functie heeft en wat dit ­precies inhoudt. Waarbij aan­getekend moet worden dat snelladen vaak het dubbele kost van laden aan een ­gewone publieke laadpaal.

Voordelig opladen

Heb je de mogelijkheid om de auto thuis aan de stroom te hangen, dan laad je het goedkoopst. Al helemaal wanneer je zonnepanelen hebt. Thuis kun je eenvoudigweg de stekker in het stopcontact steken. Het kan erg lang duren voordat de accu’s weer vol zijn, maar doe je dit wanneer je ’s avonds thuiskomt, dan kun je vaak de volgende ochtend weer aardig wat kilometers maken.

Slimmer is het om thuis een laadpaal te laten installeren, als je er ruimte voor hebt. Om het laden sneller te laten verlopen is een verzwaring van de meterkast nodig. Er kan dan meer stroom tegelijkertijd naar de auto worden geleid. Voor dit ­verzwaren rekent de netwerk­beheerder vaak rond de €300, ervan uitgaande dat de meterkast niet te oud is ― anders moet deze worden vervangen. Daar komt dan nog het laadpunt bij en even­tuele kosten voor graafwerkzaamheden als de paal niet aan de woning wordt geplaatst.

Laadpalen zijn er in veel verschil­lende­­ soorten en maten, van ­functio­neel­ tot designpaal. Ook laadt de een sneller dan de ander en zijn niet alle palen geschikt voor de samenwerking met zonnepanelen. Daar komt bij dat het opladen van een auto veel stroom vraagt.

Sommige palen zijn ‘slim’ en regelen continu de stroomvoorziening in huis, bijvoorbeeld om te voorkomen dat de stoppen doorslaan wanneer je tijdens het opladen ook nog de inductiekookplaat aanzet. Op zo’n moment wordt de stroom naar de auto bijvoorbeeld even verminderd. Dynamic Load Balancing heet dit en het is best een mooie optie om mee te nemen in de keuze.