Net als in de film: de beamer

Een beamer doet weinig meer dan beeld doorgeven dat afkomstig is van een ander apparaat, zoals een computer, een dvd-speler, een mediaplayer of een tv. Het beeld wordt met behulp van een lens geprojecteerd op een speciaal projectiescherm. Er zijn hiervoor twee technieken: DLP (Digital Light Processing) en LCD (Liquid Crystal Display). Bij DLP worden minuscule kantelbare spiegeltjes gebruikt voor de kleurenprojectie, LCD-beamers maken gebruik van kristallen.

DLP heeft als voordeel dat het ook een scherp beeld geeft bij een lagere beeldresolutie. Een nadeel is dat er bij oudere projectoren een ongewenst regenboogeffect kan ontstaan (een kleurenwaas bij snelle bewegingen). Bij nieuwe DLP-beamers is dit probleem overigens grotendeels opgelost. Omdat de beeldpunten wat verder uit elkaar staan bij de LCD-techniek, kan er bij een lagere beeldresolutie op een projectiescherm een raster van punten te zien zijn. Ook zijn de kleuren wat harder dan bij DLP. De LCD-techniek geeft wel een rustiger beeld.

Het beste beeld

De resolutie – het aantal punten waaruit het beeld is opgebouwd – is belangrijk voor de beeldkwaliteit. Hoe hoger de resolutie, hoe sherper het beeld. Net als bij televisie is de hoogste resolutie 1920 x 1080: Full-HD. Hiermee kun je bijvoorbeeld blu-ray dvd's optimaal bekijken. Het contrast geeft aan hoeveel kleurstappen er zitten tussen zwart en wit. Hoe meer stappen, hoe meer contrast er mogelijk is. Als je de beamer gebruikt in een ruimte met weinig licht en wil je dat de kleuren zo levensecht mogelijk zijn, kies dan een beamer met een hoog contrast.

Aangezien een beamer licht gebruikt voor de projectie, is de lichtopbrengst (helderheid) van de projectielamp – uitgedrukt in Ansi-lumen – van groot belang. Wanneer je projecteert in een verlichte kamer, moet de lichtopbrengst hoger liggen dan bij een verduisterde ruimte. Ook de afstand van de beamer tot het scherm speelt een rol: hoe verder weg, hoe hoger de benodigde lichtopbrengst. Voor thuisgebruik in een licht verduisterde kamer bij een beeldformaat van 5 meter heb je bijvoorbeeld minimaal 2000 lumen nodig.

Geluidsniveau

U koopt een beamer vooral vanwege het grote formaat waarop het beeld kan worden vertoond. Een scherm kan een diagonaal van 60 centimeter tot wel 7,50 meter hebben. Houd er wel rekening mee dat voor de grootste formaten ook een grote kamer nodig is: de projector moet dan namelijk een stuk verder weg staan van het scherm. Voor bijvoorbeeld een beelddiagonaal van 5 meter moet de projector op ongeveer 8 meter staan.

In tegenstelling tot een televisie maakt een projector enig lawaai. Dit komt door de koeling van de lamp. Een geluidsniveau van maximaal 35 decibel is een goed uitgangspunt bij de keuze. Het scheelt ook als je niet direct in de buurt van de projector gaat zitten.

Gebruik je een beamer altijd in dezelfde ruimte, dan is het handig om een exemplaar te nemen dat je aan het plafond kunt bevestigen. De projector zit dan een stuk minder in de weg dan een die op een projectietafel staat.

Levensduur

Beamers zijn voorzien van meerdere aansluitingen voor audiovisuele apparatuur. Bekend zijn onder andere hdmi, dvi en component. Let er goed op dat de projector de aansluitingen heeft die corresponderen met de aansluitingen van de apparaten thuis, zoals een mediaplayer of een televisie. Een hdmi-verbinding is op de meeste moderne toestellen aanwezig en biedt een hoge kwaliteit.

Men plaatst vaak vraagtekens bij de levensduur van de projectielamp in een beamer. De gemiddelde lamp gaat echter 5000 uur of langer mee. Daarmee kun je in de praktijk jarenlang dagelijks films en andere videobeelden bekijken. Een eenvoudige beamer is al te koop voor zo’n €150; voor een full-hd beamer moet je minimaal €750 rekenen.

Om de beelden van een beamer goed te kunnen zien, heb je een projectiescherm nodig dat speciaal bedoeld is voor beamers. Projecteren op de muur lijkt leuk, maar gaat ten koste van kleur en contrast. En een diascherm heeft een andere lichtreflectie. Wanneer je de projector thuis altijd in dezelfde ruimte gebruikt, heb je gewoonlijk geen mobiel scherm nodig. Je kunt dan een scherm vast aan de muur monteren, maar ook gebruikmaken van een cassette waaruit je het scherm naar beneden rolt. Let wel op de juiste beeldverhouding. Als je een breedbeeldprojector hebt, heb je ook een breedbeeldscherm nodig. Ook is de maximale beelddiagonaal die de projector aankan van belang voor het benodigde schermformaat. Een beelddiagonaal van 5 meter betekent een scherm van ongeveer 4 bij 3 meter.

Zonder goed scherm valt er niets te projecteren!

Om de beelden van een beamer goed te kunnen zien, heb je een projectiescherm nodig dat speciaal bedoeld is voor beamers. Projecteren op de muur lijkt leuk, maar gaat ten koste van kleur en contrast. En een diascherm heeft een andere lichtreflectie. Wanneer je de projector thuis altijd in dezelfde ruimte gebruikt, heb je gewoonlijk geen mobiel scherm nodig. Je kunt dan een scherm vast aan de muur mon­teren, maar ook gebruikmaken van een cassette waaruit je het scherm naar beneden rolt.

Let wel op de juiste beeldverhouding. Als je een breedbeeldprojector hebt, heb je ook een breedbeeldscherm nodig. Ook is de maximale beelddiagonaal die de projector aankan van belang voor het benodigde schermformaat. Een beelddiagonaal van 5 meter betekent een scherm van ongeveer 4 bij 3 meter.