Bij ernstige rugpijn kan een spinaalfusie noodzakelijk zijn. Een beschadigde tussenwervelschijf wordt verwijderd en vervangen door bottransplantaat.
De tussenwervelschijven dienen als schokbrekers voor de ruggengraat. Soms kunnen de tussenwervelschijven echter in kwaliteit teruglopen, dunner worden of uitpuilen (hernia). Als dit gebeurt, kunnen door de druk van twee opeengedrukte wervels de zenuwen in de ruggengraat bekneld raken, met slopende rugpijn als gevolg. In ernstige gevallen is spinaalfusie noodzakelijk om de aandoening te verhelpen. Bij deze behandeling moet de beschadigde schijf worden verwijderd en door een bottransplantaat vervangen.
De meest toegepaste methode voor het verwerken van een bottransplantaat is, botmateriaal te gebruiken dat elders uit het lichaam van de patiënt is weggenomen, bijvoorbeeld uit de brede bovenrand van het heupbeen (crista iliaca) of uit het heupbeen zelf. Het nieuwe bot wordt ingebracht in de leemte tussen twee wervels, waar de schijf is verwijderd. In het bot maken speciale cellen, osteocyten genoemd, nieuw bot aan, waardoor de wervel en het nieuwe bot met elkaar vergroeien. Vaak wordt er op de plaats van het implantaat inwendig een fixatiestaaf aan de wervelkolom bevestigd, zodat het implantaat tijdens de genezing stabiel blijft.
