Beschadigde nekwervels worden vaak behandeld met cervicale chirurgie.
De nekwervels zijn de bovenste zeven ruggengraatwervels. Iedere wervel wordt van de volgende gescheiden door zacht elastisch materiaal, een tussenwervelschijf, die als schokbreker dient en beweging van het hoofd mogelijk maakt. Maar door veroudering, slijtage of soms een ongeluk kan een van deze schijven dunner worden of scheuren. Hierdoor komen de aangrenzende wervels dichter op elkaar te liggen en kan de zenuw tussen de wervels bekneld raken.
Beschadigde nekwervels worden vaak behandeld met cervicale discectomie, een operatie waarbij de tussenwervelschijf wordt verwijderd. Hierbij maakt de chirurg een kleine incisie in de voorkant van de hals. Na vrijmaking van omliggende weefsels wordt de schijf verwijderd. In de omliggende wervels worden openingen geboord die net iets wijder zijn dan de verwijderde tussenwervelschijf. Botmateriaal uit het bekken wordt in titanium kooien gedaan, die in de vrijgekomen ruimte worden geplaatst. In het bot maken speciale cellen, osteocyten genoemd, nieuw bot aan, dat het herstel van de operatieplek bevordert. Bottransplantaten bieden tijdens genezing van het bot ondersteuning en structuur en handhaven de normale ruimte tussen de wervels.