Veel meer 50-plussers dan verwacht liggen ’s nachts wakker. Voor negen van de tien stellen geldt zelfs dat minstens één van beiden geregeld niet goed slaapt. Apart slapen dan maar? Maar wat betekent dat voor je seksleven en je relatie?
Snurken, woelen, draaien, vaak moeten plassen, veel te vroeg wakker worden of niet in slaap kunnen komen… Dat slecht slapen ongezond is, is bekend. Maar wat doet het met je relatie? Om dat te weten te komen, ondervroeg Plus Magazine ruim 1200 50-plussers met een relatie. Hoe lekker slapen zij?
77% zegt: ik slaap niet altijd goed
Veel mensen kunnen alleen maar drómen van een ongestoorde nacht, blijkt uit het onderzoek. Acht van de tien geënquêteerden (77 procent) zeggen dat zij niet altijd goed slapen. En van 65 procent slaapt de partner niet altijd goed. Soms slapen beiden slecht, maar het komt ook voor dat de één wakker ligt terwijl de ander lekker slaapt. Voor maar liefst negen van de tien stellen (88 procent) geldt dat minstens één van de twee niet altijd goed slaapt.
Bijna de helft (45 procent) ligt een paar keer per week wakker. De rest heeft elke nacht slaapklachten (29 procent) of ligt één tot enkele keren per maand wakker (23 procent). Wat is de ‘schade’ uitgedrukt in slapeloze uren? 37 procent ligt gemiddeld minder dan een uur wakker, nog eens 37 procent één tot twee uur, en 19 procent twee tot drie uur. Drie tot vier uur wakker liggen treft 5 procent. Een kleine 2 procent ligt vier uur of langer wakker.
Meer slaapklachten dan verwacht
Volgens slaapexpert Karel Schreuder is het grote aantal 50-plussers dat zegt niet altijd lekker te slapen (77 procent) hoger dan de cijfers die hij kent uit de wetenschappelijke literatuur. Schreuder is als slaaparts verbonden aan het Slaap-Waakcentrum SEIN in Zwolle, en is secretaris van de Nederlandse vereniging voor Slaap-Waak Onderzoek. “Meestal gaan we ervan uit dat eenderde van de mensen slecht slaapt. Dat zijn de mensen bij wie echt de officiële diagnose ‘insomnie’ (chronische slapeloosheid) is gesteld”, zegt hij. Ook professor Gerard Kerkhof, slaaponderzoeker en emeritus hoogleraar, herkent dat getal van eenderde. “Maar niet alle slaapklachten zijn ook echt een slaapstoornis”, benadrukt hij.
“Het is bijvoorbeeld heel normaal dat de slaap een paar keer per nacht gedurende een paar seconden wordt onderbroken. Zo’n ‘arousal’ – een kortdurend ‘waakje’ tijdens de slaap – is te zien aan een verandering in de elektrische hersenactiviteit. Je herinnert je er meestal niets van. Bij mensen van middelbare leeftijd gebeurt dat zo’n veertien keer per uur. Heb je geen slaapstoornis, dan slaap je na een arousal of bezoekje aan het toilet snel weer in. Blijf je wakker liggen, ga je aan van alles denken of piekeren, dan valt dat wél onder insomnie.”
Af en toe eventjes wakker worden is kortom geen stoornis, aldus Kerkhof. “En stel dat je kort voor het slapen nog wat thee drinkt, dan is het te verwachten – en dus ook geen stoornis – dat je er ’s nachts uit moet om te plassen. Hetzelfde geldt als je plaspillen slikt. Je kunt dat voorkomen door één of twee uur voordat je gaat slapen niet meer te drinken. En door een plaspil ’s morgens in te nemen. ”
De meeste mensen kunnen prima omgaan met een korte onderbreking van hun slaap, zegt Gerard Kerkhof. “Ze halen hun schouders erover op. Daar doen ze goed aan, want hoe meer zorgen je je maakt over je slaap, hoe slechter het gaat.” Dat laatste weet ook deze deelnemer aan het Plus-onderzoek: “Mijn moeder zei altijd: ‘Als je niet kunt slapen, maak er dan geen probleem van. Zet een kopje thee, ga lekker lezen en stap na een uurtje weer in bed.’ Ik ben al over de 70 en doe dat nog altijd. Het belangrijkste is: maak er geen punt van.” Maar zo laconiek en stoïcijns is lang niet iedereen met slaapgebrek. 57 procent voelt zich minder fit, 45 procent is slaperig, 25 procent is geïrriteerd en 9 procent maakt vaker ruzie.
84% kruipt toch sámen onder de wol
Gedeelde smart is halve smart, vinden veel 50-plussers die met slaapklachten kampen. Verreweg de meesten (84 procent) willen ondanks de slaapnarigheid bij elkaar zijn ’s nachts. “Ik kan niet zonder hem slapen. We willen elkaar na 44 jaar nog steeds vasthouden. Zelfs op vakantie”, zo licht een Pluslezeres toe. Een andere lezeres verwoordt het zo: “We genieten ervan met elkaar te slapen. Als ik niet goed inslaap of vaker opsta om te plassen, zie ik hém. Hij lacht me toe, opent zijn armen en zegt: kom maar… Ik nestel me in zijn armen en dan ben ik weg. In dromenland.”
Wat doen al die gebroken nachten met de relatie? Niets, zegt 95 procent van de mensen die samen een bed delen. “Het is niet anders, denken we allebei. We houden van elkaar en dit hoort er gewoon bij.” Karel Schreuder vindt dat een opmerkelijke uitkomst. “Een slechte nacht vraagt overdag z’n tol. Veel mensen hebben dan een kort lontje en zijn humeurig, zoals ook uit het onderzoek van Plus Magazine blijkt. Kennelijk is de relatie van veel Pluslezers zo sterk dat deze wel tegen een stootje kan. Knap hoor. Ik weet niet of ik het hen na zou doen.”
5% zegt: onze relatie lijdt eronder dat we samen slapen
Maar niet alle ‘samenslapers’ uit het onderzoek zijn zo gelukkig. Sommige mensen die bij elkaar in bed slapen – of daar juist wakker liggen – merken wel degelijk dat hun relatie onder het slaapgebrek lijdt. Veel zijn het er niet: 5 procent. “We zijn vaak allebei moe. Dat beïnvloedt de zin om samen iets leuks te doen”, zegt iemand. “Zolang ik getrouwd ben, en dat is 46 jaar, slaap ik slecht. Vanaf dag één heeft mijn man gesnurkt en zelfs geknarsetand. Ik slaap al jaren met oordopjes in, daardoor hoor ik het minder. Mijn man vindt het heel gewoon dat hij snurkt. Hij erge is: hij heeft nooit eens gezegd dat hij het vervelend vindt voor mij. Dat had ik weleens graag gehoord.”
Wat kun je doen als je relatieproblemen krijgt doordat je ’s nachts wakker ligt? “Het klinkt simpel, maar is lastig: praat erover”, zegt Else Redlich, psychologe bij Slaap-Waakcentrum SEIN. “Vertel de ander wat je nodig hebt om beter te kunnen slapen. Dat kan in kleine dingen zitten. Zoals: ik vind het fijn als je ’s nachts stil het bed weer in kruipt en dan niet tegen de bedrand stoot. Of dat je niet alle lichten aandoet. Hoe gek het ook klinkt: rekening houden met elkaar is iets wat sommige mensen moeten leren. Ook als ze al heel lang samen zijn, is het niet altijd vanzelfsprekend. Meestal lukt dat uiteindelijk wel. Praten heeft dan echt zin.”
15% vindt dat ‘sleeping apart together’ de relatie geen goed heeft gedaan
Eén op de tien stellen slaapt soms in aparte bedden als oplossing voor het slechte slapen (10 procent) en één op de zestien stellen doet dat altijd (6 procent). De meesten kiezen bij dit ‘sleeping apart together’ voor aparte slaapkamers (77 procent). Bij de rest slaapt een van beiden op de bank (6 procent), in dezelfde kamer maar in een apart bed (6 procent) of men woont niet samen en slaapt ieder in het eigen huis (6 procent).
Maar apart slapen pakt niet altijd goed uit. “We groeien hierdoor langzaam uit elkaar”, licht iemand toe. “Het lief-zijn is heel veel minder”, zegt iemand anders. Zo’n 15 procent vindt dat de relatie slechter is geworden door het apart slapen. Een lezeres: “De nachten dat mijn man in de andere kamer slaapt, is het wel belangrijk eerst nog even bij elkaar te liggen en te kletsen of seks te hebben. Als dit niet het geval zou zijn, dan zou onze relatie eronder lijden. We slapen vier nachten in de week wel bij elkaar. Drukke dag voor de boeg? Dan apart slapen!”
Een op de acht apartslapers (12 procent) vindt dat het apart slapen hun relatie juist heeft verbeterd. “We slapen beter, hebben een beter humeur en mopperen minder”, aldus een Pluslezer. Een lezeres die altijd apart van haar partner slaapt, zegt: “Sinds we apart slapen, ben ik veel fitter. Dit hadden we veel eerder moeten doen.” Partners die apart slapen, slapen beter, blijkt uit onderzoek. Slaaponderzoeker Gerard Kerkhof: “De meeste vrouwen denken dat ze juist sámen lekkerder slapen, omdat dat een zekerder en veiliger gevoel geeft. Maar als je het effect van samen slapen gaat meten in onderzoek, blijkt dat mensen onbewust reageren op elkaars bewegingen, zodanig dat eenderde van die bewegingen synchroon is. In je eentje heb je meer kans goed te slapen.”
Stress tegengaan
Maar leidt het apart slapen nou tot een slechtere relatie, of verkassen stellen met een sleets huwelijk sowieso eerder naar de bank? Psychologe Else Redlich vindt dat juíst mensen met een slechte relatie soms gebaat kunnen zijn bij (tijdelijk) apart slapen. “Als je overdag veel boosheid en stress opbouwt, maakt je lichaam hormonen aan die ervoor zorgen dat je je niet goed kunt ontspannen. Je ligt zo stijf als een plank in bed.
Dan gaat het van kwaad tot erger: er zíjn al relatieproblemen en doordat je niet goed slaapt, kun je daar nog slechter mee omgaan. Je lost die problemen niet op door tijdelijk apart te gaan slapen. Aan die problemen moet je samen werken, eventueel met hulp van een therapeut. Maar een tijdje apart slapen kan er wel voor zorgen dat mensen goed op een rij krijgen wat nou het eigenlijke probleem is. En dat ze ook weer meer energie hebben om dat aan te pakken.”
18% zegt: we hebben minder vaak seks doordat we apart slapen
Eén op de drie stellen (34 procent) die soms of altijd apart van elkaar slapen, zegt nooit seks te hebben en geeft hierbij aan dat dit ‘niet te maken heeft met het apart slapen’. Daarnaast heeft 18 procent ‘minder vaak’ seks doordat ze apart slapen. “Mijn man is boos dat ik op de bank slaap, dus we hebben weinig seks. Ik seks niet met een boze man…”, zegt een vrouw. “We hebben bijna nooit seks meer, terwijl we zielsveel van elkaar houden”, zegt een ander.
Van de mensen die wel in één bed liggen, zegt 22 procent: “Wij hebben geen seks en dit staat los van het apart slapen.” 73 procent zegt dat de slaapklachten geen invloed hebben op het seksleven. 5 procent zegt er een minder goed seksleven door te hebben. “Als ik naar bed ga, ben ik al moe en daardoor heb ik weinig zin in seks.” Maar minder vaak is niet per se minder goéd. Van de mensen die apart zijn gaan slapen, zegt 12 procent: de seks is niet zo vanzelfsprekend en is daardoor spannender geworden.
“Samen dingen doen, inclusief vrijen, is iets totaal anders dan samen slapen, dat elk voor zich doet, en dient te doen”, zo verwoordt een Pluslezer het. “Het seksleven verbetert als je niet steeds lichamelijk contact hebt, want dat stompt op den duur af. Naturisten krijgen ook niet meer zin door al die naaktheid, juist het tegendeel. De alom ingeroeste sociale verwachting, zo niet dwang, dat partners samen horen te slapen, moet echt op de schop.”
29% zegt: dat ik op de logeerkamer slaap, weet niemand
Hoe je het ook noemt, sociale dwang of verwachting: apart slapen is voor veel mensen een taboe. 29 procent verzwijgt tegenover vrienden en familie dat ze niet samen slapen, van 15 procent weten zelfs de kinderen het niet. 27 procent zegt dat mensen die het wél weten het maar raar vinden. Van dat taboe hebben ook mensen last die ondanks hun slaapklachten nog wel in één bed liggen, denkt psycholoog Jean-Pierre van de Ven, werkzaam bij Korrelatie. “Daardoor durven veel mensen niet te zeggen dat ze graag af en toe apart zouden slapen.
Ook mensen die elkaar al twintig, dertig jaar kennen, kunnen bang zijn dat ze dan de indruk wekken dat ze de hele relatie niet meer willen.” Praten over apart slapen kan heel lastig zijn, ervaart hij vrijwel dagelijks in zijn praktijk. “Maar het is wel nodig. En belangrijk. Veel mensen durven niet goed aan te geven wat ze zouden willen, uit een misplaatst soort beleefdheid. Maar met dat soort beleefdheid schiet je niets op in een relatie. In een relatie moet je kunnen zeggen wat je nodig hebt. Je vraagt iets voor jezelf, niet tégen de ander.”
- Plus Magazine