Een reisverzekering hoeft de extra kosten van een verlate terugreis niet te vergoeden als de reden voor het uitstel niet duidelijk is omschreven in de verzekeringsvoorwaarden.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. In deze zaak heeft een consument zijn zieke schoonvader in Suriname bezocht. Vlak voor terugkeer naar Nederland is de schoonvader overleden en heeft de consument de terugreis uitgesteld vanwege de crematie. In de voorwaarden van de annuleringsverzekering staat dat bij overlijden van een niet-meereizend familielid de extra kosten voor terugreizen naar Nederland worden vergoed. Datzelfde geldt voor terugkeer naar het vakantieadres. Volgens de verzekeraar valt een verlengd verblijf niet onder deze voorwaarden en daarom weigert de verzekeraar de kosten van het ticket te betalen. De consument vindt juist dat zijn geval vergelijkbaar is met het eerder terugreizen vanwege een overlijden.
Coulance
Bij de Geschillencommissie vist de consument achter het net. Een verzekeraar mag zelf in de voorwaarden bepalen wat precies verzekerd is. In dit geval dekken de voorwaarden, als ze letterlijk worden genomen, de kosten van verlengd verblijf niet. De Geschillencommissie toont begrip voor het feit dat de consument wegens de crematie zijn terugreis heeft uitgesteld, maar de voorwaarden bieden geen grond tot vergoeding. De verzekeraar is ook niet van plan uit coulance een uitkering te doen, zodat de extra kosten voor rekening van de consument blijven.
